Operating Instructions and Installation Instructions

17
2.2 In bedrijf stellen
2.2.1 Vullen van het toestel
1. Monteer de aftapkraan en controleer
of deze gesloten is.
2. Koudwaterkraan naar de boiler
openen en alle kranen op warmwater
aftappunten ter ontluchting openen.
Het toestel is gevuld zodra op alle
aftappunten koud water stroomt.
3. Alle kranen op warmwater
aftappunten weer sluiten.
2.2.2 In bedrijf stellen
Het toestel mag NOOIT met een
gesloten koud water toevoer in bedrijf
worden genomen.
1. Controleer of het toestel met water
gevuld is en of alle elektrische
aansluitingen naar het toestel ook
daadwerkelijk goed zijn aangesloten.
2. Controleer of de koud water inlaat
geopend is.
3. Controleer of het toestel
spanningsvrij is. Open de deur en
verwijder het piepschuimen deksel,
dat zich hieronder bevindt. Nu zijn
de regelthermostaten toegankelijk.
De regelthermostaten kunnen nu op
de gewenste temperatuur worden
ingesteld, door een schroevendraaier
de keuzeknop te verdraaien.
4. Stel de gewenste temperatuur
in op de regelthermostaat (zie
tabel). Vanaf de fabriek staat de
temperatuur ingesteld op 60°C.
Temperatuur en °F Temperatuur en °C
120 49
130 54
140 60
150 66
160 71
170 77
180 82
5. Breng de isolatie weer aan en sluit
de deur af.
6. Zet nu in geval van een vaste
aansluiting, de hoofdschakelaar
aan, of, in de andere gevallen, steek
de stekker in het stopcontact. Het
apparaat is nu ingeschakeld en
werkt verder automatisch.
2.2.3 Buiten bedrijf stellen
1. Voor korte perioden: de stekker
uit het stopcontact nemen, of in
geval van een vaste aansluiting, de
hoofdschakelaar uitzetten.
2. Voor langere perioden wordt in
verband met vorstgevaar aanbevolen
behalve de handelingen onder punt
1. tevens de watertoevoerleiding
af te sluiten en als het toestel dan
afgekoeld is, het water af te tappen
door een afvoerslang aan te sluiten
op de aftapkraan en deze openen.
Open ook het dichtstbijzijnde warm
water aftappunt voor het beluchten
van de tank. Let wel op dat de
aanvoerleiding en inlaatcombinatie
niet kunnen bevriezen. Tap zonodig
de toevoerleiding af, en controleer of
alle overige leidingen leeg zijn.