Operating Instructions and Installation Instructions

21
3. VOOR DE GEBRUIKER
3.1 Gebruiksaanwijzing
Waarschuwingen
Het installeren en voor de eerste maal in
bedrijf stellen dient te geschieden door
een erkend installateur.
Maak altijd het toestel spanningsloos
voordat de deur wordt geopend. Laat
onderhoud en verhelpen van storingen
door bevoegd personeel uitvoeren. Werk
nooit aan het toestel terwijl toestel nog
onder voedingsspanning staat.
Het toestel mag niet bediend worden
door personen (inclusief kinderen) met
verminderde psychische en/of mentale
bekwaamheden, gebrek aan ervaring en
kennis, tenzij zij hiervoor toestemming
of instructie hebben gekregen door een
persoon die verantwoordelijk gehouden
wordt voor hun veiligheid.
Uit oogpunt van veiligheid moet er op
toegezien worden dat kinderen niet met
het toestel spelen.
3.1.1 Vullen van het toestel
Werkwijze:
1. Controleer of de aftapkraan gesloten is.
2. Koudwaterkraan naar de boiler
openen en alle kranen op warm
water aftappunten ter ontluchting
openen. Het toestel is gevuld zodra
op alle aftappunten koud water
stroomt.
3. Alle kranen op warm water
aftappunten weer sluiten.
3.1.2 In bedrijf stellen
Werkwijze:
1. Controleer of het toestel met water
gevuld is.
2. Schakel bij een vaste aansluiting de
hoofdschakelaar aan, of steek de
stekker in het stopcontact.
3.1.3 Gebruik
Het toestel staat onder waterleidingdruk
(maximaal 8 bar (= 800 kPa)). Er
wordt zoveel koud water toegevoerd,
als er warm water verbruikt wordt. De
regelthermostaat schakelt de elektrische
voeding automatisch. Dit betekent dat als
de temperatuur beneden de gewenste
temperatuur komt, de stroomkring wordt
gesloten en warmte aan het water
toegevoerd. De stroomkring wordt weer
verbroken, als de gewenste temperatuur
bereikt is.
Het wijzigen van de ingestelde
temperatuur van de regelthermostaten
dient uitgevoerd te worden door een
erkend installateur. Hiervoor dient het
toestel namelijk volledig spanningsloos
is gemaakt te worden alvorens de
toegangsdeur tot de regelthermostaten
geopend mag worden.
Temperatuur en °F Temperatuur en °C
120 49
130 54
140 60
150 66
160 71
170 77
180 82
In verband met het beperken van
de kalkaanslag wordt aanbevolen
de temperatuur op 60°C in te
stellen. Daarnaast is er een
maximaalthermostaat ingebouwd, die
bij een watertemperatuur van 93°C de
stroomkring volledig onderbreekt. Deze
thermostaat kan weer ‘gereset’ worden,
nadat de temperatuur van het water
20°C in temperatuur is gedaald. Indien
de maximaal thermostaat weer ingrijpt
moet de regel thermostaat op een lagere
temperatuur worden ingesteld.