Installation Owner manual

65
NL
op-scherp schakelen, zonder de
toegangszone te betreden.
4. Bevestig uw invoer. Voer daarvoor op het
bedieningselement in:
.
5. Het bedieningselement bevestigt uw invoer met
een dubbel signaal “beep” “beep” en toont
PROGRAMMEER MODE.
151 Aanvullende uitgangen
Via de bijgevoegde kabel of met behulp van de optionele
relaisprintplaat beschikt u over nog eens acht
transistoruitgangen. Om de instelling van de uitgang 1 te
wijzigen, gaat u als volgt te werk:
1. Voer op het bedieningselement in: 151
2. In het LCD- display staat: 151:Brand
3. Gebruik het toetsenbord om uit de volgende
punten te kiezen en druk op:
00
Niet Gbr
01
Brand
02
OV
03
Inbr
04
In/Uit
05
Afbr
06
Technisch
11
220 Ft
12
Sab Alarm
13
Uit
14
Aan
15
Zn Overbr
16
Medisch
17
Key Box
18
AntiMAsk
19
Rook Det
20
Comms ACK
21
Batt Fout
22
Systeem Alar
30
Aan UG1
31
Aan UG 2
32
Aan UG 3
33
Aan UG 4
34
Uit UG1
35
Uit UG2
36
Uit UG3
37
Uit UG4
4. Bevestig uw invoer. Voer daarvoor op het
bedieningselement in:
.
5. Het bedieningselement bevestigt uw invoer met
een dubbel signaal “beep” “beep” en toont
PROGRAMMEER MODE.
152 Aanvullende uitgangen
Aanvullende uitgang 2
153 Aanvullende uitgangen
Aanvullende uitgang 3
154 Aanvullende uitgangen
Aanvullende uitgang 4
155 Aanvullende uitgangen
Aanvullende uitgang 5
156 Aanvullende uitgangen
Aanvullende uitgang 6
157 Aanvullende uitgangen
Aanvullende uitgang 7
158 Aanvullende uitgangen
Aanvullende uitgang 8
159 Aanvullende uitgangen inverteren
Het is mogelijk de aanvullende transistoruitgangen voor
verschillende toepassingen ook te inverteren. In
geïnverteerde toestand wordt de spanning van + 12V in
de actieve toestand aangesloten, bijv.: voor het aansturen
van een visueel signaal.
1. Voer op het bedieningselement in: 159
2. In het LCD- display staat: 159: INVComOutUIT
3. Gebruik het toetsenbord om uit de volgende
punten te kiezen en druk op:
00
UIT