Installation User guide

46
NL
030 Stille overval
Voor het wijzigen van de eigenschap van het stille
overvalalarm gaat u als volgt te werk:
1. Voer op het bedieningselement in: 030
2. In het LCD- display staat: 030: OV Luid
3. Gebruik het toetsenbord om uit de volgende
punten te kiezen en druk op:
0
OV Luid
Bij het activeren van het overvalalarm
genereert de alarmcentrale lokaal een
alarm.
1
OV Stil
Bij het activeren van het overvalalarm
genereert de alarmcentrale lokaal geen
alarm. Het alarm wordt alleen via
relaiscontacten afgegeven en via de
opt. kiezer doorgegeven.
4. Bevestig uw invoer. Voer daarvoor op het
bedieningselement in:
.
5. Het bedieningselement bevestigt uw invoer
met een dubbel signaal “beep” “beep” en
toont PROGRAMMEER MODE.
031 Zonesabotage
Voor het wijzigen van de eigenschap van de
zonesabotage gaat u als volgt te werk:
1. Voer op het bedieningselement in: 031
2. In het LCD- display staat: 031: EngTmpRstUIT
3. Gebruik het toetsenbord om uit de volgende
punten te kiezen en druk op:
0
Geen programmeercode nodig (UIT)
Bij het activeren van een
sabotagealarm is de invoer van de
gebruikerscode voldoende om de
sabotagemelding te bevestigen.
1
Programmeercode nodig (AAN)
Bij het activeren van een
sabotagealarm is na de invoer van de
gebruikerscode voor het deactiveren
van het alarm nog de invoer van de
programmeercode nodig om het
sabotagealarm te wissen.
4. Bevestig uw invoer. Voer daarvoor op het
bedieningselement in:
.
5. Het bedieningselement bevestigt uw invoer met
een dubbel signaal “beep” “beep” en toont
PROGRAMMEER MODE.
033 Systeem-reset
Voor het wijzigen van de eigenschap van de systeem-
reset gaat u als volgt te werk:
1. Voer op het bedieningselement in: 033
2. In het LCD- display staat: 033: Inst.Rst UIT
3. Gebruik het toetsenbord om uit de volgende
punten te kiezen en druk op:
0
Systeem-reset (UIT)
Bij de weergave van een systeemfout is
alleen de invoer van een
gebruikerscode nodig om de melding te
bevestigen.
1
Systeem-reset (AAN)
Bij de weergave van een systeemfout is
de invoer van een programmeercode
nodig om de melding te bevestigen.
Let a.u.b. op het volgende:
Bepaalde gebeurtenissen vereisen altijd de invoer
van een programmeercode. Dit zijn:
Uitval of storing op een bedieningselement
Uitval van de 12V voedingszekering
Lage accu in de centrale
4. Bevestig uw invoer. Voer daarvoor op het
bedieningselement in:
.
5. Het bedieningselement bevestigt uw invoer met
een dubbel signaal “beep” “beep” en toont
PROGRAMMEER MODE.