User manual

7
NL
6 Opmerkingen over aansluit- en uitbreidingsmogelijkheden
De inbraakalarminstallatie is het basisapparaat van een
elektronisch veiligheidssysteem voor het beveiligen van
uw eigendom (bijv.: voor woning, huis, garage, winkels,
enz.). Na het aanvullen met andere elementen, zoals bijv.
melders en signaalgevers, beveiligt de installatie de te
bewaken bereiken. Bij een ongewenste poging tot inbraak
wordt het alarm geactiveerd.
De bediening van de installatie wordt met behulp van een
aangesloten bedieningselement uitgevoerd. Dit maakt het
mogelijk, de installatie op een verborgen plaats te
installeren. Indien nodig kunnen maximaal 4
bedieningselementen aangesloten worden. Bovendien
maakt de installatie een bediening via een zogenaamde
sleutelschakelaar mogelijk.
De inbraakalarminstallatie beschikt over 9 apart
geanalyseerde alarmzones. De installatie analyseert, of
tussen de beide contacten (CCT1) van elke alarmzone
een (minimale ruststroom vloeit of niet. Brengt u een
contact tussen de contacten van de alarmzone tot stand,
dan geldt dit als gesloten en stroomvloei is mogelijk. Is er
geen contact aanwezig, dan is er geen stroomvloei
mogelijk en de alarmzone is open. Bij wijzigingen wordt
afhankelijk van de programmering een alarm geactiveerd.
Een differentiële bewaking van de alarmzones is ook
mogelijk (DEOL).
Kenmerken van de installatie:
8 vrij programmeerbare alarmzones, daarvan kan elke
zone o.a. als volgt geprogrammeerd worden:
onmiddellijk, vertraagd, toegang, overval, 24 uur,
vuur, techniek of tijd.
1 sabotagezone voor aangesloten melders.
1 sabotagezone voor aangesloten signaalgevers.
3 transistoruitgangen, die aan een bepaalde
gebeurtenis (alarm, vuur, overval,…) toegewezen
kunnen worden.
Geïntegreerde netadapter (230VAC/12VDC) voor de
voeding van de installatie, van de aangesloten
melders en voor het laden van de accu.
Noodstroomvoorziening via een 12V/7Ah accu.
Eenvoudige programmering en bediening via één of
max. vier bedieningselementen.
De toestand van de alarmzones en van de
alarmcentrale wordt met behulp van tekstweergave
aangegeven.
Zoneblokkering als mogelijkheid om afzonderlijke
alarmzones tijdelijk uit de bewaking te halen.
Sabotagecontacten voor de centrale en de
bedieningselementen.
Alarm- en gebeurtenisgeheugen.