ADOBE® PHOTOSHOP® ELEMENTS 9 gebruiken
© 2010 Adobe Systems Incorporated. All rights reserved. Copyright Adobe® Photoshop® Elements 9 gebruiken This user guide is protected under copyright law, furnished for informational use only, is subject to change without notice, and should not be construed as a commitment by Adobe Systems Incorporated. Adobe Systems Incorporated assumes no responsibility or liability for any errors or inaccuracies that may appear in the informational content contained in this guide.
iii Inhoud Hoofdstuk 1: Aan de slag Wat er eerst moet gebeuren ........................................................................................... 1 De Help gebruiken en ondersteuning ontvangen ....................................................................... 2 Een catalogus uit een vorige versie omzetten (alleen voor Windows) Werken in de werkruimten Organiseren en Bewerken Foto's en video's importeren en organiseren Fotoprojecten maken ..................................................
iv PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Inhoud Hoofdstuk 6: Afbeeldingsgebieden selecteren Selecties maken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 92 Selecties aanpassen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
v PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Inhoud Penselen instellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 249 Opvullingen en lijnen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 253 Patronen . . . . . . . . .
vi PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Inhoud Toetsen voor de Filtergalerie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 321 Toetsen voor het filter Uitvloeien . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 322 Toetsen voor Photomerge-panorama . . . . . .
1 Hoofdstuk 1: Aan de slag Adobe® Photoshop® Elements 9 is een krachtig, maar tegelijkertijd gebruiksvriendelijk programma waarmee u kunt zorgen dat uw foto's er optimaal uitzien. Met Photoshop Elements kunt u uw foto's op allerlei manieren delen en eenvoudig al uw foto's en videoclips vinden en bekijken.
2 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Aan de slag Adobe-productverbeteringsprogramma Nadat u de Adobe-software een bepaald aantal keren hebt gebruikt, wordt er een dialoogvenster weergegeven met de vraag of u wilt deelnemen aan het Adobe-productverbeteringsprogramma. Als u ervoor kiest om deel te nemen, worden er gegevens over uw gebruik van de Adobe-software naar Adobe verzonden. Er wordt geen persoonlijke informatie vastgelegd of verzonden.
3 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Aan de slag Webhelp Als u de Help in een browser wilt weergeven, gaat u naar www.adobe.com/go/learn_pse9_nl. De computer moet met internet zijn verbonden om toegang te kunnen krijgen tot de Help op het web. Gebruik het veld Zoeken om in de Help van Photoshop Elements te doorzoeken. Help in PDF-bestand De Help is ook beschikbaar als een PDF-bestand, dat is geoptimaliseerd om te worden afgedrukt. Ga naar www.adobe.
4 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Aan de slag Een Windows-catalogus omzetten voor Mac Als u een vroegere versie van Photoshop Elements onder Windows hebt geïnstalleerd en Photoshop Elements 9 zowel onder Windows als onder Mac OS wilt gebruiken, kunt u bestaande catalogi zo omzetten dat u ze in combinatie met beide besturingssystemen kunt gebruiken. 1 Zet de oudere catalogi om in catalogi voor Photoshop Elements 9 op een Windows-computer.
5 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Aan de slag Bestanden downloaden met de Fotodownloader 1 Sluit de camera of kaartlezer aan op de computer. (Raadpleeg indien nodig de documentatie bij het desbetreffende apparaat.) Opmerking: (Windows) als u Automatisch afspelen hebt ingeschakeld, wordt het dialoogvenster Automatisch afspelen geopend met daarin een lijst met opties voor het ophalen van de foto's.
6 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Aan de slag Foto's worden door Adobe Photoshop Elements automatisch op datum gerangschikt terwijl ze worden gedownload. De Elements Organizer biedt een Tijdlijn (kies Venster > Tijdlijn) en een Datumweergave om foto's op datum te zoeken. Het is raadzaam om verwante foto's in een album te plaatsen. Albums zijn ideaal om foto's te delen voor projecten, ontwerpen en onlinealbums, en maken het gemakkelijk om verwante foto's te zoeken.
7 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Aan de slag Tekstvak Typ tekst in het vak Zoeken om bestanden te zoeken met overeenkomstige tekst. Tot de overeenkomsten kunnen de volgende items behoren: bestandsnamen, metagegevens, trefwoordtags, bijschriften, notities, albumnamen, albumgroepen, cameragegevens, datums, mappen of indelingen. Tijdlijn Klik op een maand of stel een bereik in om foto's en mediabestanden chronologisch op datum, op geïmporteerde batch of op maplocatie te zoeken.
8 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Aan de slag 3 Wijzig een of meerdere van deze voorkeuren of klik op OK als u de standaardopties wilt gebruiken. In dit dialoogvenster vindt u alles wat u nodig hebt om een presentatie te maken. De foto's die u hebt geselecteerd voor de presentatie staan onder in het scherm. 4 In de Presentatie-editor kunt u zich uitleven door effecten, tekst, kleine afbeeldingen, muziek of uw eigen verhaal toe te voegen. De Presentatie-editor biedt veel creatieve mogelijkheden.
9 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Aan de slag 3 Selecteer een foto in de Mediabrowser of in Datumweergave, en klik vervolgens op Delen en E-mailbijlagen. 4 Als u meer items aan een e-mailbericht wilt toevoegen, selecteert u deze in de Mediabrowser en klikt u op Toevoegen . Opmerking: U kunt ook items verwijderen door deze te selecteren in de lijst Items en vervolgens te klikken op de knop Verwijderen .
10 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Aan de slag Een foto uitsnijden in de werkruimte Organiseren Hiermee kunt u ongewenste gedeelten van een foto verwijderen. 1 Selecteer in de werkruimte Organiseren de foto die u wilt uitsnijden. 2 Klik op het tabblad Repareren, selecteer Uitsnijden en volg de instructies in het dialoogvenster Uitsnijden. Foto's corrigeren in de werkruimte Bewerken Photoshop Elements bevat extra bewerkingsmodi in de werkruimte Bewerken: Volledig, Snel en Met instructies.
11 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Aan de slag Bestand > Opslaan nadat u het bewerken van de desbetreffende foto hebt voltooid. Onder Opties voor opslaan in het dialoogvenster Opslaan als schakelt u het selectievakje Samen met origineel opslaan in versieset uit. Standaard slaat de Photoshop Elements het bestand op als een PSD-bestand, waarbij er geen versienummer aan de bestandsnaam wordt toegevoegd.
12 Hoofdstuk 2: De werkruimten in Photoshop Elements Adobe® Photoshop® Elements 9 heeft twee werkruimten: Organiseren en Bewerken. U gebruikt de werkruimte Organiseren voor het zoeken naar en het organiseren en delen van uw foto's en mediabestanden. U gebruikt de werkruimte Bewerken voor het maken, bewerken en repareren van uw afbeeldingen. U kunt ook functionaliteit toevoegen met plug-ins en het systeemgeheugen vergroten door werkschijven te gebruiken.
13 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN De werkruimten in Photoshop Elements Met instructies Hiermee kunt u foto's bewerken in de modus Bewerken met instructies. De werkruimte Volledig bewerken bevat gereedschappen waarmee u problemen met kleuren kunt oplossen, speciale effecten kunt aanbrengen en foto's kunt verbeteren.
14 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN De werkruimten in Photoshop Elements Projectvak Dit vak bevat miniaturen van geopende afbeeldingen, die u op eenvoudige wijze kunt beheren. Deelvensters Paletten helpen u bij het bijhouden en wijzigen van afbeeldingen. Deelvenstervak Hiermee kunt u de deelvensters in het werkgebied ordenen. Statusbalk De statusbalk in de werkruimte Bewerken bevat knoppen waarmee u het Projectvak kunt tonen of verbergen.
15 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN De werkruimten in Photoshop Elements Photoshop Elements afsluiten Als u Photoshop Elements wilt afsluiten, moet u zowel de werkruimte Bewerken als de werkruimte Organiseren sluiten. Wanneer u alleen de werkruimte Bewerken sluit, betekent dit niet dat de werkruimte Organiseren ook wordt afgesloten (en andersom). 1 Vanuit een van beide werkruimten voert u de volgende handelingen uit: • In Windows: kies Bestand > Afsluiten.
16 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN De werkruimten in Photoshop Elements Overzicht van gereedschapset A A Navigatie- en meetgereedschappen B D Verplaatsen (V) Koekjesvorm (Q) Zoomen (Z) Rechttrekken (P) Opnieuw samenstellen (C+C) E Pipet (I) D F Uitsnijden (C) Handje (H) C Uitsnijdgereedschappen Penseel (B) Potlood (N) Penseel Impressionist (B) Kleur vervangen (B) Slim penseel (F) Gedetailleerd slim penseel (F) Retoucheergereedschappen Rode ogen verwijderen (Y) B Selectiegereedschappen E
17 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN De werkruimten in Photoshop Elements A D E B C F Gereedschappen gebruiken A. Gereedschapset B. Het actieve gereedschap C. Verborgen gereedschappen D. Naam gereedschap E. Sneltoets voor gereedschap F. Driehoekje voor verborgen gereedschap Meer Help-onderwerpen “Toetsen voor het selecteren van gereedschappen” op pagina 313 Voorkeuren voor Bewerken instellen 1 In Windows: kies Bewerken > Voorkeuren > Algemeen. In Mac: kies Photoshop Elements > Voorkeuren > Algemeen.
18 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN De werkruimten in Photoshop Elements De dikte of hardheid van tekencursors wijzigen door te slepen U kunt de dikte of hardheid van een tekencursor wijzigen door de afbeelding te slepen. Terwijl u sleept, ziet u zowel een voorbeeld van de dikte van het tekengereedschap als van de hardheid van het tekengereedschap.
19 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN De werkruimten in Photoshop Elements Deelvensters en vakken Deelvensters Deelvensters zijn zowel in de werkruimte Bewerken als in de werkruimte Organiseren beschikbaar; het gedrag van de deelvensters is in beide werkruimten echter anders. Deelvensters helpen u bij het beheren, bijhouden en wijzigen van afbeeldingen. Sommige deelvensters hebben menu's met extra opdrachten en opties. U kunt deelvensters op verschillende manieren organiseren in de werkruimte.
20 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN De werkruimten in Photoshop Elements A E F C B G D H Verschillende manieren om waarden in te voeren A. Schijf B. Klik om venster te openen C. Tekstvak D. Menupijl E. Miniregelaar F. Selectievakje G. Regelaar H Driehoekje pop-upregelaar Werken met deelvensters in de werkruimte Bewerken In het Deelvenstervak in werkruimte Bewerken kunt u meerdere deelvensters in één gebied opslaan.
21 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN De werkruimten in Photoshop Elements 2 Als u de hoogte van een deelvenster wilt aanpassen, selecteert u het deelvenster. Vervolgens verschijnt er een balk met een greep aan de onderrand van het deelvenster. Gebruik de greep om het deelvenster te slepen.
22 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN De werkruimten in Photoshop Elements A B Het Projectvak A. Samengevouwde fotoprojecten die uit meerdere pagina's bestaan (geselecteerd) B. Klik om de uit meerdere pagina's bestaande fotoprojecten uit te vouwen ❖ Voer een van de volgende handelingen uit: • (Alleen Windows) Als u een afbeelding wilt openen, sleept u een bestand van een locatie op de computer (inclusief de Fotobrowser) of van een opslagapparaat dat op de computer is aangesloten naar het Projectvak.
23 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN De werkruimten in Photoshop Elements Ondersteuning voor multi-aanraking Als de hardware en het besturingssysteem van uw computer ondersteuning bieden voor de aanraakfunctie, kunt u door een afbeelding bladeren, deze roteren en erop inzoomen. Multi-aanraking wordt ondersteund in alle drie de werkruimten: Volledig bewerken, Snel repareren en Bewerken met instructies. Tikken Hiermee bladert u verticaal of horizontaal door de afbeelding.
24 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN De werkruimten in Photoshop Elements Meer Help-onderwerpen “Een bestand openen in een toepassingsframe (Mac OS)” op pagina 30 Ongedaan maken, opnieuw uitvoeren en annuleren Bewerkingen ongedaan maken, opnieuw uitvoeren en annuleren In zowel de werkruimte Organiseren als de werkruimte Bewerken kunt u een groot aantal bewerkingen ongedaan maken of opnieuw uitvoeren. Het is bijvoorbeeld mogelijk de laatst opgeslagen versie van een (deel van een) afbeelding te herstellen.
25 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN De werkruimten in Photoshop Elements • De oorspronkelijke staat van de foto wordt altijd boven in het deelvenster Historie ongedaan maken weergegeven. U kunt altijd terugkeren naar de oorspronkelijke staat van een afbeelding door op deze bovenste staat te klikken. U kunt ook op de oorspronkelijke staat klikken als u een afbeelding die u hebt bewerkt wilt vergelijken met het origineel.
26 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN De werkruimten in Photoshop Elements Geheugen vrijmaken dat wordt gebruikt door het Klembord en het deelvenster Historie ongedaan maken U kunt items die u naar het Klembord hebt gekopieerd of staten in het deelvenster Historie ongedaan maken verwijderen om geheugen vrij te maken. ❖ Voer een van de volgende handelingen uit wanneer u in Volledig bewerken werkt: • Als u geheugen wilt vrijmaken dat door het Klembord wordt gebruikt, kiest u Bewerken > Wissen > Klembordinhoud.
27 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN De werkruimten in Photoshop Elements U kunt een andere schijf als primaire werkschijf instellen of een tweede, derde of vierde werkschijf aangeven die wordt gebruikt als de primaire schijf vol is. Kies als primaire werkschijf uw snelste vaste schijf waarop voldoende gedefragmenteerde ruimte beschikbaar is.
28 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN De werkruimten in Photoshop Elements U kunt een extra map voor plug-ins selecteren waarin u de compatibele plug-ins kunt laden die bij een andere toepassing horen. U kunt ook een sneltoets maken voor een plug-in die is opgeslagen in een andere map op het systeem. Vervolgens voegt u de sneltoets of alias toe aan de map Plug-ins zodat u deze plug-in kunt gebruiken in Photoshop Elements.
29 Hoofdstuk 3: Werken met Photoshop Elements In de werkruimte Bewerken van Photoshop Elements kunt u op verschillende manieren met uw bestanden werken. U kunt opties voor het openen, opslaan en exporteren van bestanden op type, bestandsgrootte en resolutie instellen. Ook kunt u Camera Raw-bestanden verwerken en opslaan. Met deze gereedschappen is het heel eenvoudig om in Adobe® Photoshop® Elements 9 bestanden van verschillende typen met elkaar te combineren en te optimaliseren.
30 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Werken met Photoshop Elements Een bestand openen In de werkruimte Bewerken kunt u afbeeldingen openen en importeren in verschillende bestandsindelingen. De beschikbare indelingen kunt u kiezen in het dialoogvenster Openen, het dialoogvenster Openen als en in het submenu Importeren.
31 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Werken met Photoshop Elements Een PDF-bestand openen PDF (Portable Document Format) is een veelzijdige bestandsindeling waarmee zowel vector- als bitmapgegevens kunnen worden weergegeven en die functies voor het elektronisch doorzoeken en navigeren van documenten kan bevatten. PDF is de belangrijkste indeling voor Adobe® Acrobat®. Met het dialoogvenster PDF-bestand importeren kunt u de pagina's en afbeeldingen in een PDF-bestand met meerdere pagina's vooraf bekijken.
32 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Werken met Photoshop Elements Een EPS-bestand openen Met EPS (Encapsulated PostScript®) kunnen zowel vector- als bitmapgegevens worden voorgesteld. EPS wordt ondersteund door bijna alle programma's voor illustraties, afbeeldingen en paginaopmaak. Adobe Illustrator® is een voorbeeld van een Adobe-toepassing waarin PostScript-illustraties kunnen worden gemaakt.
33 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Werken met Photoshop Elements 7 (Optioneel) U kunt de illustratie desgewenst schuintrekken door Ctrl (Command in Mac OS) ingedrukt te houden terwijl u een zijgreep van het selectiekader sleept. 8 Schakel eventueel de optie Anti-alias op de optiebalk in. Als u pixels in elkaar wilt laten overlopen tijdens het omzetten, schakelt u de optie Anti-alias in.
34 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Werken met Photoshop Elements 7 Als u automatische correcties wilt toepassen op de afbeeldingen, selecteert u een optie in het deelvenster Snel repareren. 8 U kunt een label aan de foto's koppelen met het menu Labels en vervolgens de tekst, de plaatsing van de tekst, het lettertype, de grootte, de dekking en de kleur aanpassen. (Als u de tekstkleur wilt wijzigen, klikt u op het kleurstaal en kiest u een nieuwe kleur in de Kleurkiezer.
35 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Werken met Photoshop Elements Afbeeldingen van een digitale camera importeren via WIA (alleen Windows) Met bepaalde digitale camera's kunt u afbeeldingen importeren via Windows Image Acquisition (WIA). Via WIA kunt u afbeeldingen rechtstreeks in Photoshop Elements importeren doordat Photoshop Elements samenwerkt met Windows en de software van de digitale camera of scanner. 1 Kies Bestand > Importeren > WIA-ondersteuning.
36 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Werken met Photoshop Elements • Create a watermark brush Een video over het maken van een watermerk is beschikbaar op www.adobe.com/go/lrvid927_pse_nl. Bestandsinformatie in de werkruimte Bewerken weergeven of toevoegen In de werkruimte Bewerken geeft het dialoogvenster Bestandsinfo de cameragegevens, het bijschrift, de copyrightgegevens en de auteurgegevens weer die aan het bestand zijn toegevoegd.
37 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Werken met Photoshop Elements Het wijzigingspercentage in breedte (B) en hoogte (H) als u een selectie, laag of vorm schaalt. De hoek van de horizontale (H) of verticale (V) schuinte als u een selectie, laag of vorm schuintrekt.
38 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Werken met Photoshop Elements Efficiëntie Hiermee wordt het percentage van de feitelijke bewerkingstijd weergegeven, en niet van het lezen van of schrijven naar de werkschijf. Als de waarde lager dan 100% is, gebruikt Photoshop Elements de werkschijf en gaan bewerkingen dus langzamer. Timing Hiermee wordt getoond hoe lang de laatste bewerking heeft geduurd. Huidig gereedschap Hiermee wordt de naam van het actieve gereedschap getoond.
39 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Werken met Photoshop Elements U kunt de weergave op verschillende manieren vergroten en verkleinen. Op de titelbalk van het venster wordt het zoompercentage weergegeven (tenzij het venster te klein is om deze gegevens weer te geven). Als u een ander gedeelte van een afbeelding wilt bekijken, gebruikt u de schuifbalken van het venster of selecteert u het gereedschap Handje en sleept u om over de afbeelding te pannen. U kunt ook het deelvenster Navigator gebruiken.
40 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Werken met Photoshop Elements Slepen met het gereedschap Zoomen om een afbeelding groter weer te geven. • Klik op de knop Inzoomen of Uitzoomen in het deelvenster Navigator. • Kies Weergave > Inzoomen of Weergave > Uitzoomen. • Geef het gewenste vergrotingspercentage op in het tekstvak Zoomen op de statusbalk of in het deelvenster Navigator. Wanneer u een zoomgereedschap gebruikt, houdt u Alt ingedrukt om te schakelen tussen inzoomen en uitzoomen.
41 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Werken met Photoshop Elements De venstergrootte aanpassen tijdens het zoomen ❖ Activeer het gereedschap Zoomen en kies Vensters passend maken op de optiebalk. Het venster verandert van grootte wanneer u de weergave van de afbeelding vergroot of verkleint. Wanneer Vensters passend maken is uitgeschakeld, houdt het venster dezelfde grootte bij elke vergroting van de afbeelding.
42 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Werken met Photoshop Elements Meerdere vensters weergeven en rangschikken ❖ Voer een van de volgende handelingen uit wanneer u in Volledig bewerken werkt: • Als u vensters trapsgewijs van linksboven naar rechtsonder in het scherm wilt weergeven, kiest u Venster > Afbeeldingen > Trapsgewijs. • Als u wilt dat de vensters vlak naast elkaar worden weergegeven, kiest u Venster > Afbeeldingen > Naast elkaar.
43 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Werken met Photoshop Elements Het nulpunt en de instellingen van de linialen wijzigen ❖ Voer een van de volgende handelingen uit wanneer u in Volledig bewerken werkt: • Als u het nulpunt van de linialen wilt wijzigen, plaatst u de aanwijzer op het snijpunt van de linialen in de linkerbovenhoek van het venster en sleept u diagonaal naar beneden in de afbeelding. Er verschijnt een dradenkruis, dat het nieuwe nulpunt van de linialen aanduidt.
44 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Werken met Photoshop Elements De instellingen voor hulplijnen wijzigen 1 Kies Bewerken > Voorkeuren > Hulplijnen en raster in Volledig bewerken of Snel repareren. 2 Kies bij Kleur een vooraf ingestelde kleur of klik op het kleurstaal om een aangepaste kleur te selecteren. 3 Kies bij Stijl de lijnstijl voor de hulplijn. Kies Lijnen voor ononderbroken lijnen en Onderbroken lijnen voor onderbroken lijnen.
45 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Werken met Photoshop Elements verwijdering van gegevens. U kunt een niveau voor de compressie kiezen. Bij een hogere compressie wordt het bestand kleiner maar gaat de kwaliteit achteruit. Een lagere compressie geeft een betere kwaliteit maar de bestanden zijn groter. JPEG is een standaardindeling voor het weergeven van afbeeldingen op het web. PCX Een bitmapindeling die wereldwijd door een groot aantal platforms wordt ondersteund.
46 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Werken met Photoshop Elements Meer Help-onderwerpen “Geoptimaliseerde bestandsindelingen voor het web” op pagina 292 Wijzigingen opslaan in verschillende bestandsindelingen U kunt opties instellen voor het opslaan van afbeeldingsbestanden, zoals de bestandsindeling, of het opgeslagen bestand moet worden opgenomen in de catalogus van de Fotobrowser en of lagen behouden moeten blijven in een afbeelding.
47 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Werken met Photoshop Elements Miniatuur Met deze optie worden de miniatuurgegevens bij het bestand opgeslagen. Deze optie is beschikbaar als de optie Vragen bij opslaan is geselecteerd bij Voorvertoningen afbeeldingen in het dialoogvenster Voorkeuren. Kleine letters voor extensie Met deze optie worden voor de extensie kleine letters gebruikt. Opmerking: UNIX-bestandsservers worden vaak gebruikt voor het versturen van informatie via netwerken en internet.
48 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Werken met Photoshop Elements 6 U kunt zien hoe lang het ongeveer gaat duren om de afbeelding te downloaden door een modemsnelheid te selecteren in het pop-upmenu Grootte. (U moet daarvoor wel de optie Voorbeeld hebben geselecteerd.) Opmerking: Als een Java-toepassing uw JPEG-bestand niet kan lezen, kunt u het bestand het beste opslaan zonder voorvertoning in de vorm van een miniatuur. 7 Klik op OK.
49 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Werken met Photoshop Elements Een bestand opslaan in de PNG-indeling 1 In de werkruimte Bewerken kiest u Bestand > Opslaan als, en kiest u PNG in de lijst met indelingen. 2 Geef een bestandsnaam en een locatie op, selecteer de gewenste opties voor het opslaan van bestanden en klik op Opslaan.
50 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Werken met Photoshop Elements De meest gangbare compressietechnieken zijn: RLE (Run Length Encoding) Deze compressie zonder verlies is een techniek waarbij de transparante delen van elke laag in afbeeldingen met meerdere lagen die transparantie bevatten, worden gecomprimeerd. LZW (Lemple-Zif-Welch) Deze compressie zonder verlies geeft de beste resultaten bij het comprimeren van afbeeldingen met grote gebieden in een effen kleur.
51 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Werken met Photoshop Elements • Selecteer Vragen als u altijd een aanwijzing wilt zien als u een bestand opslaat. Lijst van recente bestanden bevat: _bestanden Hiermee stelt u in hoeveel bestanden er beschikbaar zijn in het submenu dat wordt geopend via Bestand > Onlangs bewerkt bestand openen. Voer een waarde tussen 0 en 30 in. De standaardwaarde is 10.
52 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Werken met Photoshop Elements Opmerking: Als u een Bewerken met instructies-optie opent en vervolgens onder in de afbeelding op de knop Alleen na klikt om de weergave Voor en na van uw foto te bekijken, wordt die weergave ook gebruikt als u de optie Bewerken met instructies sluit. Als u de weergave weer wilt instellen op de standaardweergave Alleen na, klikt u net zo vaak op de knop voor het wijzigen van de weergavemodus tot de weergave Alleen na weer wordt gebruikt.
53 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Werken met Photoshop Elements Bewerken met instructies: Helderheid en contrast Met de Bewerken met instructies-optie Helderheid en contrast kunt u de helderheid of het contrast van een afbeelding aanpassen. U kunt alleen het resultaat van de bewerking weergeven, of de afbeelding voor en na de bewerking (horizontaal of verticaal). Zie “Schaduwen en licht aanpassen” op pagina 122 voor meer informatie over het aanpassen van helderheid en contrast.
54 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Werken met Photoshop Elements Bewerken met instructies: Instructies voor fotobewerking Met de Bewerken met instructies-optie Instructies voor fotobewerking kunt u de aanbevolen procedure voor het toepassen van algemene bewerkingsstappen opvolgen. Deze procedure is de door Adobe aanbevolen manier om verschillende bewerkingen uit te voeren en de volgorde waarin u dat het beste kunt doen.
55 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Werken met Photoshop Elements In Photoshop gemaakte handelingen installeren De handelingenspeler in Bewerken met instructies voor geautomatiseerde handelingen kan handelingen afspelen die in Photoshop zijn gemaakt. Vergeet niet dat u alleen handelingen kunt afspelen als de functies van deze handelingen worden ondersteund in Photoshop Elements.
56 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Werken met Photoshop Elements Met de optie Buiten-de-grenzeneffect in Bewerken met instructies kunt u een kader toevoegen aan een afbeelding en een bepaald gedeelte van de afbeelding buiten het kader weergeven. A B C D A. Originele afbeelding B. Na toevoeging van een kader C. Na selectie van het uit te breiden deel D. Uiteindelijke afbeelding 1 Klik op Grappige bewerkingen en selecteer Buiten-de-grenzeneffect.
57 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Werken met Photoshop Elements 2 U kunt de structuur van de huid verbeteren. a Klik op Slim vervagen toepassen om de huid zachter te laten lijken en rimpels te laten verdwijnen. Zie “Slim vervagen” op pagina 214 voor meer informatie over de mogelijkheden van Slim vervagen. b Klik op Origineel tonen. Wanneer de originele huid onder de vervaagde huid zichtbaar wordt, kunt u met het penseel Vervagen de huid zachter maken waar dat nodig is.
58 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Werken met Photoshop Elements 4 Klik op een van de volgende knoppen om een type reflectie toe te passen: • Vloerreflectie • Glasreflectie • Waterreflectie 5 (Optioneel) Pas de intensiteit van de reflectie aan. 6 (Optioneel) Klik op Vervorming toevoegen om de reflectie op realistische wijze te vervormen. 7 (Optioneel) Klik op het gereedschap Uitsnijden om ongewenste gebieden te verwijderen.
59 Hoofdstuk 4: Lagen gebruiken Lagen zijn handig omdat u zo componenten aan een afbeelding kunt toevoegen en elke component afzonderlijk kunt bewerken zonder dat u de originele afbeelding permanent wijzigt. U kunt voor elke laag onder andere de kleur en helderheid aanpassen, speciale effecten toepassen, laaginhoud opnieuw plaatsen en waarden voor dekking en overvloeien opgeven.
60 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Lagen gebruiken Tekstlagen en vormlagen Hiermee kunt u op vectoren gebaseerde tekst en vormen maken. U kunt niet op een aanpassingslaag tekenen, maar wel op het masker ervan. Als u op opvul- of tekstlagen wilt tekenen, moet u de lagen eerst omzetten in algemene afbeeldingslagen.
61 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Lagen gebruiken In de lijst met lagen worden in het deelvenster een miniatuur, een titel en een of meer pictogrammen met informatie over elke laag weergegeven: De laag is zichtbaar. Klik op het oogpictogram om een laag weer te geven of te verbergen. (Verborgen lagen worden niet afgedrukt.) De laag is gekoppeld aan de actieve laag. Er is een laagstijl toegepast op de laag. Klik om de laagstijl te bewerken in het dialoogvenster Stijlinstellingen. De laag is vergrendeld.
62 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Lagen gebruiken Meer Help-onderwerpen “Tekst” op pagina 265 “Vormen” op pagina 273 “Een laag verwijderen” op pagina 66 Een nieuwe lege laag maken en een naam geven ❖ Voer in de werkruimte Bewerken een van de volgende handelingen uit: • Als u een nieuwe laag wilt maken met de standaardnaam en de standaardinstellingen, klikt u op de knop Nieuwe laag maken onder in het deelvenster Lagen.
63 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Lagen gebruiken Een nieuwe laag maken door een gedeelte van een andere laag te kopiëren en deze in een nieuwe laag te plakken Meer Help-onderwerpen “Een laag in een afbeelding dupliceren” op pagina 67 “Selecties” op pagina 92 De achtergrondlaag omzetten in een gewone laag De achtergrondlaag is de onderste laag in een afbeelding.
64 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Lagen gebruiken Lagen bewerken Een laag selecteren Als u wijzigingen in de afbeelding aanbrengt, wordt alleen de actieve laag gewijzigd. Als u bij het wijzigen van een afbeelding niet het gewenste resultaat ziet, moet u controleren of u de juiste laag hebt geselecteerd. ❖ Voer in de werkruimte Bewerken een van de volgende handelingen uit: • Selecteer in het deelvenster Lagen de miniatuur of de naam van een laag.
65 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Lagen gebruiken Een laag vergrendelen of ontgrendelen U kunt lagen volledig of gedeeltelijk vergrendelen om de inhoud te beschermen. Als een laag is vergrendeld, wordt er rechts van de naam van de laag een vergrendelingspictogram weergegeven en kan de laag niet worden verwijderd. Met uitzondering van de achtergrondlaag kunt u vergrendelde lagen naar een andere plaats in de stapelvolgorde van het deelvenster Lagen verplaatsen.
66 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Lagen gebruiken • Als u een tekst-, vorm- of opvullaag of een Photoshop-laaggroep hebt geselecteerd, kiest u Laag vereenvoudigen in het menu Laag of in het menu Meer van het deelvenster Lagen. Meer Help-onderwerpen “Aanpassings- en opvullagen” op pagina 74 “Lagen begrijpen” op pagina 59 Een laag verwijderen Verwijder lagen die u niet langer nodig hebt om het afbeeldingsbestand kleiner te maken. 1 Selecteer in de werkruimte Bewerken de laag in het deelvenster Lagen.
67 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Lagen gebruiken Lagen kopiëren en rangschikken Een laag in een afbeelding dupliceren U kunt elke laag (inclusief de achtergrondlaag) binnen een afbeelding dupliceren.
68 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Lagen gebruiken 2 Selecteer in het deelvenster Lagen van de bronafbeelding de laag die u wilt kopiëren. 3 Voer een van de volgende handelingen uit: • Kies Selecteren > Alles om alle pixels in de laag te selecteren en kies vervolgens Bewerken > Kopiëren. Maak de doelafbeelding actief en kies Bewerken > Plakken. • Sleep de naam van de laag uit het deelvenster Lagen van de bronafbeelding naar de doelafbeelding.
69 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Lagen gebruiken Meer Help-onderwerpen “Lagen begrijpen” op pagina 59 De stapelvolgorde van lagen wijzigen De stapelvolgorde van de lagen bepaalt of een laag zich vóór of achter andere lagen bevindt. De achtergrondlaag moet zich altijd onder op de stapel bevinden. Zet de achtergrondlaag om in een gewone laag als u deze wilt verplaatsen. Als u een laag onder een andere laag sleept, wordt de stapelvolgorde gewijzigd. 1 Selecteer in het deelvenster Lagen een of meer lagen.
70 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Lagen gebruiken 3 Als u lagen wilt ontkoppelen, selecteert u een gekoppelde laag in het deelvenster Lagen en klikt u op het pictogram Lagen koppelen onder in het deelvenster Lagen. Meer Help-onderwerpen “Lagen begrijpen” op pagina 59 “Uitknipmaskers voor lagen” op pagina 78 Lagen verenigen De bestandsgrootte van een afbeelding kan sterk toenemen als gevolg van lagen. Door de lagen in een afbeelding te verenigen wordt het bestand kleiner.
71 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Lagen gebruiken • Als u een laag met de laag eronder wilt verenigen, selecteert u de bovenste van de twee lagen en kiest u Verenigen met lager gelegen in het menu Laag of in het menu Meer van het deelvenster Lagen. Opmerking: Als de onderste van de twee lagen een vorm-, tekst- of opvullaag is, moet u de laag vereenvoudigen.
72 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Lagen gebruiken Dekking en overvloeimodi Opties voor dekking en overvloeien in lagen Een video over dit proces is beschikbaar op www.adobe.com/go/lrvid2306_pse9_nl. De dekking van een laag bepaalt de mate waarin de laag eronder wordt verborgen of weergegeven. Een laag met een dekking van 1% is nagenoeg transparant, terwijl een laag met een dekking van 100% ondoorzichtig is. Transparante gebieden blijven transparant, ongeacht de instelling voor de dekking.
73 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Lagen gebruiken 2 Voer in het deelvenster Lagen een waarde tussen 0 en 100 in voor Dekking of klik op de pijl rechts van het tekstvak Dekking om de schuifregelaar Dekking te slepen. Meer Help-onderwerpen “Lagen begrijpen” op pagina 59 Een overvloeimodus voor een laag opgeven 1 Selecteer in de werkruimte Bewerken de laag in het deelvenster Lagen. 2 Kies een optie in het pop-upmenu Overvloeimodus.
74 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Lagen gebruiken Meer Help-onderwerpen “Het deelvenster Lagen” op pagina 60 “De Adobe Kleurkiezer gebruiken” op pagina 241 Aanpassings- en opvullagen Aanpassings- en opvullagen Met aanpassingslagen kunt u experimenteren met kleur- en toonaanpassingen zonder de pixels in de afbeelding definitief te wijzigen. U kunt een aanpassingslaag vergelijken met een sluier die de onderliggende lagen kleurt.
75 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Lagen gebruiken 3 Voer een van de volgende handelingen uit: • Klik op de knop Nieuwe opvullaag of aanpassingslaag maken onder in het deelvenster Lagen als u alle lagen onder de aanpassingslaag wilt aanpassen. Kies vervolgens een van de onderstaande aanpassingstypen. (De eerste drie opties in het menu zijn opvullagen in plaats van aanpassingslagen.) Oorspronkelijke afbeelding en afbeelding met Kleurtoon/verzadiging toegepast.
76 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Lagen gebruiken Meer Help-onderwerpen “De gereedschappen Slim penseel toepassen” op pagina 124 “Histogrammen” op pagina 120 Opvullagen maken 1 Selecteer in het deelvenster Lagen de laag waarboven de opvullaag moet verschijnen. 2 Maak eerst een selectie als u de effecten van de opvullaag alleen op een geselecteerd gebied wilt toepassen.
77 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Lagen gebruiken Aanpassingslagen en opvullagen met maskers (de rechterminiatuur van de laag in het deelvenster Lagen) die alleen witwaarden bevatten, leiden niet tot een noemenswaardige toename van de bestandsgrootte. Dergelijke aanpassingslagen hoeft u dus niet te verenigen om schijfruimte te besparen.
78 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Lagen gebruiken • Als u gebieden aan een aanpassingseffect of opvulling wilt toevoegen, maakt u het laagmasker helemaal wit. • Als u een aanpassingseffect of opvulling gedeeltelijk wilt verwijderen zodat het in diverse transparantieniveaus zichtbaar is, maakt u het laagmasker grijs. (Klik één keer op het staal met de voorgrondkleur om een grijstint in het deelvenster Stalen te kiezen.
79 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Lagen gebruiken De vorm in de onderste laag van het uitknipmasker bepaalt welk gebied van de bovenliggende fotolaag zichtbaar is.
80 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Lagen gebruiken Uitknipmasker opheffen 1 Selecteer in het deelvenster Lagen een willekeurige laag in het uitknipmasker met uitzondering van de basislaag. 2 Kies Laag > Uitknipmasker opheffen. Laagstijlen Informatie over laagstijlen Met laagstijlen kunt u snel effecten toepassen op een hele laag. In het deelvenster Effecten kunt u een aantal verschillende vooraf gedefinieerde laagstijlen weergeven en deze toepassen met een eenvoudige klik.
81 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Lagen gebruiken Richting schuine kant Hiermee geeft u de richting van de schuine kant aan: omhoog of omlaag. Grootte van omlijning instellen Hiermee bepaalt u de omvang van de omlijning. Dekking van omlijning instellen Hiermee bepaalt u de dekking van de omlijning.
82 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Lagen gebruiken Alle laagstijlen in een afbeelding verbergen of tonen ❖ Kies een van de volgende opties: • Laag > Laagstijl > Alle effecten verbergen. • Laag > Laagstijl > Alle effecten tonen. De instellingen van een laagstijl bewerken U kunt de instellingen van de laagstijl bewerken en zo het effect aanpassen. U kunt ook stijlinstellingen van de ene laag naar de andere kopiëren en een stijl uit een laag verwijderen.
83 Hoofdstuk 5: Camera Raw-bestanden U kunt Camera Raw-bestanden verwerken met gebruik van de vooraf ingestelde cameraprofielen die worden ondersteund door Adobe® Photoshop® Elements 9. U kunt ook bepaalde waarden instellen die alle bestandsindelingen voor afbeeldingen gemeen hebben, zoals contrast, toonbereik en scherpte. Nadat u Raw-afbeeldingsbestanden hebt verwerkt, kunt u ze openen, bewerken en opslaan in elke indeling die wordt ondersteund door Photoshop Elements.
84 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Camera Raw-bestanden A B C D E F G H I J K Het dialoogvenster Camera Raw A. Weergaveopties B. Klik op het tabblad Standaard of Details voor toegang tot verschillende knoppen. C. RGB-waarden D. Histogram E. Afbeeldingsinstellingen F. Het menu Meer G. Camera en enkele EXIF-gegevens H. Gereedschappen I. De roteerknoppen J. Zoomniveaus K. Opties voor bitdiepte Camera Raw-bestanden openen en verwerken 1 Kies Bestand > Openen in de werkruimte Bewerken.
85 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Camera Raw-bestanden 7 Pas de kleurtonen aan met behulp van de schuifregelaars voor belichting, helderheid, contrast en verzadiging. (Zie “Afbeeldingen en kleurtonen aanpassen in Camera Raw-bestanden” op pagina 89.) Als u de aanpassingen die u handmatig hebt aangebracht ongedaan wilt maken en de aanpassingen automatisch wilt laten uitvoeren, selecteert u Automatisch.
86 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Camera Raw-bestanden Wanneer u aanpassingen aanbrengt als Vloeiende luminantie of Reductie kleurruis, kunt u de afbeeldingen het beste voorvertonen op 100%. Dan kunt u de wijzigingen het beste zien. Door de schuifregelaar Vloeiende luminantie naar rechts te verplaatsen, vermindert u de grijswaardenruis. Wijzigingen in Camera Raw-afbeeldingen opslaan U kunt de wijzigingen die u in een Camera Raw-bestand hebt aangebracht, opslaan.
87 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Camera Raw-bestanden en klik om uit te zoomen. Sleep het gereedschap Zoomen in de voorvertoning om in te zoomen op een geselecteerd gebied. Als u wilt terugkeren naar 100%, dubbelklikt u op het gereedschap Zoomen. Gereedschap Handje Hiermee verplaatst u de afbeelding in het voorvertoningsvenster als het zoompercentage zodanig is ingesteld dat slechts een gedeelte van de afbeelding zichtbaar is.
88 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Camera Raw-bestanden RGB-waarden van een afbeelding Besturingselementen voor de witbalans in Camera Raw Een digitale camera neemt de witbalans ten tijde van de belichting op in de vorm van metagegevens die u kunt zien wanneer u het bestand opent in het dialoogvenster Camera Raw. Met deze instelling verkrijgt u gewoonlijk de juiste kleurtemperatuur. U kunt de witbalans wijzigen als deze niet geheel naar wens is.
89 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Camera Raw-bestanden A B C De witbalans corrigeren A. Sleep de schuifregelaar Temperatuur naar rechts om een foto te corrigeren die met een hogere kleurtemperatuur van het licht is genomen. B. Sleep de schuifregelaar Temperatuur naar links om een foto te corrigeren die met een lagere kleurtemperatuur van het licht is genomen. C. De foto nadat de kleurtemperatuur is aangepast. Kleur Hiermee stelt u de witbalans af ter compensatie van een groene of een magenta kleur.
90 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Camera Raw-bestanden vergroten van de lensopening met anderhalve stop. Op dezelfde manier geldt dat een aanpassing van –1,50 overeenkomt met het verkleinen van de lensopening met anderhalve stop. Houd Alt ingedrukt (of Optie als u Mac OS gebruikt) terwijl u de schuifregelaar Belichting verplaatst om te zien waar de hooglichten worden bijgesneden. (Bijsnijden houdt in dat de pixelwaarden worden verschoven naar de hoogste hooglichtwaarde of de laagste schaduwwaarde.
91 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Camera Raw-bestanden Levendig Hiermee past u de verzadiging aan, zodat er minimaal wordt bijgesneden naarmate kleuren volledig verzaakt raken. Deze instelling beïnvloedt de verzadiging van alle kleuren met weinig verzadiging, maar heeft minder invloed op kleuren met meer verzadiging. Levendig voorkomt ook dat huidskleuren worden oververzadigd. Verzadiging Hiermee past u de kleurverzadiging van de afbeelding aan.
92 Hoofdstuk 6: Afbeeldingsgebieden selecteren Een selectie definieert het bewerkbare gebied in een foto (zo kunt u bijvoorbeeld een deel van een foto lichter maken zonder dat dit invloed op de rest van de foto heeft). U kunt een selectie maken met een selectiegereedschap of een selectieopdracht. Een selectiekader dat kan worden verborgen, omsluit de selectie. U kunt pixels binnen het selectiekader wijzigen, kopiëren of verwijderen.
93 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Afbeeldingsgebieden selecteren Meer Help-onderwerpen “Een afbeelding tot één laag samenvoegen” op pagina 71 “Een doezelrand voor een selectiegereedschap definiëren” op pagina 107 “De randen van een selectie verzachten met anti-aliasing” op pagina 107 De selectiegereedschappen De selectiegereedschappen staan in de gereedschapset die standaard links in het scherm wordt weergegeven. Lasso Hiermee tekent u willekeurig gevormde selectiekaders.
94 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Afbeeldingsgebieden selecteren A B C D E F Opties voor de gereedschappen Rechthoekig en Ovaal selectiekader A. Gereedschap Rechthoekig selectiekader B. Gereedschap Ovaal selectiekader C. Nieuwe selectie D. Toevoegen aan selectie E. Verwijderen uit selectie F. Doorsnede maken met selectie 1 In de werkruimte Bewerken selecteert u het gereedschap Rechthoekig selectiekader of Ovaal selectiekader in de gereedschapset.
95 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Afbeeldingsgebieden selecteren 3 Sleep om een willekeurig gevormd selectiekader te tekenen: • Als u wilt toevoegen aan de selectie, laat u de muisknop los. Druk vervolgens op Shift en sleep wanneer de aanwijzer verandert in . • Als u wilt verwijderen uit de selectie, laat u de muisknop los. Druk vervolgens op Alt (Option in Mac OS) en sleep wanneer de aanwijzer verandert in .
96 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Afbeeldingsgebieden selecteren Het gereedschap Magnetische lasso gebruiken Met de het gereedschap Magnetische lasso tekent u een selectiekader dat automatisch wordt uitgelijnd op de randen van objecten waarover u in de foto sleept. Op deze manier is het gemakkelijk om precieze selectiekaders te tekenen. Het gereedschap Magnetische lasso is met name handig als u snel objecten met complexe randen tegen een achtergrond met een hoog contrast wilt selecteren.
97 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Afbeeldingsgebieden selecteren 4 Voer een van de volgende handelingen uit om het selectiekader te sluiten: • Als u het kader handmatig wilt sluiten, sleept u weer over het beginpunt en klikt u. Er verschijnt een gesloten cirkel naast de aanwijzer als deze boven het beginpunt staat. • Als u het kader wilt sluiten met een willekeurig gevormd magnetisch segment, dubbelklikt u of drukt u op Enter.
98 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Afbeeldingsgebieden selecteren A B C D E Opties voor de gereedschappen Snelle selectie en Selectiepenseel A. Gereedschap Snelle selectie B. Gereedschap Selectiepenseel C. Nieuwe selectie D. Toevoegen aan selectie E. Verwijderen uit selectie 1 Selecteer het penseel Snelle selectie in de werkruimte Bewerken. 2 Selecteer op de optiebalk een van de volgende opties: Nieuwe selectie Hiermee kunt u een nieuwe selectie tekenen. Deze optie is standaard geselecteerd.
99 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Afbeeldingsgebieden selecteren A B C D E F G Opties voor het gereedschap Selectiepenseel A. Toevoegen aan selectie B. Verwijderen uit selectie C. Het pop-upvenster Penseel D. Penseelgrootte E. Modus F. Hardheid G. Gereedschap Selectiepenseel 1 Selecteer in de werkruimte Bewerken het Selectiepenseel in de gereedschapset.
100 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Afbeeldingsgebieden selecteren Met Magisch extraheren kunt u gemakkelijk personen of objecten selecteren zodat u deze over andere achtergronden kunt plaatsen. U kunt bijvoorbeeld uzelf verwijderen uit een foto van u op de fiets thuis en deze plaatsen over een foto van een wielrenner in de Tour de France. U kunt de geëxtraheerde afbeelding als een bestand opslaan dat u telkens opnieuw kunt gebruiken. A B C Magisch extraheren gebruiken A.
101 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Afbeeldingsgebieden selecteren • Klik op het staal voor Voorgrondkleur of Achtergrondkleur en kies een nieuwe kleur in de Kleurkiezer. Klik vervolgens op OK. 8 Klik op Voorvertoning om de huidige selectie te bekijken. 9 Om de instellingen voor voorvertoning op te geven, voert u een van de volgende handelingen uit: • Als u wilt wijzigen wat wordt weergegeven in het gebied voor de voorvertoning, kiest u Selectiegebied of Originele foto in het menu Weergave.
102 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Afbeeldingsgebieden selecteren Meer Help-onderwerpen “Lagen begrijpen” op pagina 59 “Een laag vergrendelen of ontgrendelen” op pagina 65 Gebieden selecteren en deselecteren met behulp van opdrachten 1 Voer in de werkruimte Bewerken een van de volgende handelingen uit: • Als u alle pixels in een laag wilt selecteren, selecteert u de laag in het deelvenster Lagen en kiest u Selecteren > Alles. • Kies Selecteren > Deselecteren om selecties op te heffen.
103 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Afbeeldingsgebieden selecteren Een selectie omkeren Door een selectie om te keren worden de niet-geselecteerde delen geselecteerd en wordt het eerder geselecteerde deel beschermd. ❖ Kies bij een foto met een selectiekader de optie Selecteren > Selectie omkeren. U kunt deze opdracht gebruiken om snel een object te selecteren dat tegen een gebied in een effen kleur is geplaatst. Selecteer de effen kleur met de toverstaf en kies vervolgens Selecteren > Selectie omkeren.
104 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Afbeeldingsgebieden selecteren De lucht en de bovenkant van de bergen selecteren met het gereedschap Rechthoekig selectiekader (bovenste foto). De optie Doorsnede maken met selectie selecteren en de wolken selecteren met de toverstaf (middelste foto).
105 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Afbeeldingsgebieden selecteren De opdracht Kader gebruiken om een selectiekader met 4 pixels te maken (bovenste afbeelding). De selectie naar een nieuwe laag en vulling kopiëren om een omtrek van een afbeelding te maken (middelste afbeelding). De selectie van de originele afbeelding vullen om een omtrek te maken rondom de afbeelding (onderste afbeelding). 1 Maak in de werkruimte Bewerken met een selectiegereedschap een selectie. 2 Kies Selecteren > Bewerken > Omranden.
106 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Afbeeldingsgebieden selecteren Een rand van een selectie verwijderen Als u een selectie verplaatst of plakt, worden sommige pixels die zich in de buurt van het selectiekader bevinden, toegevoegd aan de selectie. Deze extra pixels kunnen een soort uitvloeiing of krans rond de randen van de selectie tot gevolg hebben.
107 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Afbeeldingsgebieden selecteren Vloeiend maken van selectieranden met anti-aliasing en doezelen De randen van een selectie verzachten met anti-aliasing U kunt de harde randen van een selectie verzachten met anti-aliasing of doezelen. Met Anti-aliasing strijkt u oneffen randen van een selectie glad door de kleurovergang tussen randpixels en achtergrondpixels te verzachten. Omdat alleen de randpixels worden gewijzigd, gaat er geen detail verloren.
108 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Afbeeldingsgebieden selecteren Een doezelrand voor een bestaande selectie definiëren 1 Breng in de werkruimte Bewerken een selectie aan met een selectiegereedschap uit de gereedschapset. 2 Kies Selecteren > Doezelaar. 3 Typ een waarde tussen 0,2 en 250 in het tekstvak Doezelstraal en klik op OK. De doezelstraal bepaalt de breedte van de gedoezelde rand.
109 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Afbeeldingsgebieden selecteren Het menu Rangschikken Verplaatst de geselecteerde laag voor, tussen of achter de andere lagen. Dit menu bevat de opties Op voorgrond, Naar voren, Naar achteren en Op achtergrond. Als u een laag wilt rangschikken, selecteert u de laag en kiest u een optie in het menu Rangschikken. Het menu Uitlijnen Lijnt de geselecteerde lagen uit.
110 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Afbeeldingsgebieden selecteren • Kies Bewerken > Verenigd kopiëren om alle lagen in het geselecteerde gebied naar het klembord te kopiëren. Wanneer u Photoshop Elements afsluit, wordt het klembord geleegd, tenzij Klembord exporteren is geselecteerd in de algemene voorkeuren. Een selectie in een andere selectie plakken Met de opdracht In selectie plakken kunt u een selectie in een andere selectie plakken.
111 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Afbeeldingsgebieden selecteren Selecties opslaan Een selectie opslaan, laden of verwijderen Door een selectie op te slaan kunt u het geselecteerde gebied van een foto op een later tijdstip bewerken. Voordat u de opgeslagen selectie laadt, kunt u de overige delen van een foto bewerken.
112 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Afbeeldingsgebieden selecteren 4 Selecteer een van de volgende opties en klik op OK: Selectie vervangen Hiermee vervangt u de opgeslagen selectie door de huidige selectie. Toevoegen aan selectie Hiermee voegt u de huidige selectie toe aan de opgeslagen selectie. Verwijderen uit selectie Hiermee verwijdert u de huidige selectie uit de opgeslagen selectie.
113 Hoofdstuk 7: Kleur- en tooncorrectie Adobe® Photoshop® Elements 9 beschikt over gereedschappen voor het aanpassen van het toonbereik, de kleur en de scherpte van uw foto's. Ook kunt u stofvlekjes of andere onvolkomenheden van uw foto's verwijderen. U kunt deze taken uitvoeren in verschillende modi, al naar gelang uw ervaring en wensen.
114 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Kleur- en tooncorrectie Kleuren corrigeren in Snel repareren In Snel repareren vindt u een groot aantal van de standaard fotocorrectiegereedschappen van Photoshop Elements. Als u werkt in Snel repareren, is het verstandig slechts een beperkt aantal instellingen voor kleuren en belichting toe te passen op een foto. Gewoonlijk gebruikt u slechts een van de automatische instellingen op een foto.
115 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Kleur- en tooncorrectie Voorvertoning in Snel repareren Voordat u aanpassingen aanbrengt in een afbeelding, kunt u in Photoshop Elements een voorvertoning weergeven van de manier waarop de foto eruit zou zien met een bepaalde aanpassing. Gebruik het voorvertoningspictogram Snel repareren om te zien hoe een foto er na het aanpassen uitziet, voordat u de aanpassingen op de foto toepast.
116 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Kleur- en tooncorrectie Kleurwaarden aanpassen in Snel repareren • Verzadiging Sleep de schuifregelaar Verzadiging om kleuren levendiger of meer gedempt te maken. • Kleurtoon Hiermee past u de kleurtoon in een foto aan. Deze instelling kunt u het best gebruiken in kleine hoeveelheden of met geselecteerde objecten waarvan u de kleur wilt wijzigen. Balans Hiermee past u de kleurbalans van een afbeelding aan zonder het contrast te veranderen.
117 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Kleur- en tooncorrectie • Klik op de knop Grauwe luchten blauw maken om de aanpassing Blauwe lucht toe te passen. Sleep in het gebied in de afbeelding waar u de lucht blauwer wilt maken. • Klik op de knop Zwart-wit, hoog contrast om de aanpassing Rood filter, hoog contrast toe te passen. Sleep in het afbeeldingsgebied dat u wilt omzetten in een monochroomafbeelding met hoog contrast.
118 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Kleur- en tooncorrectie A B C Volledig bewerken A. Bevat een groot aantal gereedschappen voor het corrigeren van problemen en het selecteren van gedeelten van een foto. B. In het Projectvak kunt u zien welke foto's zijn geopend in de werkruimte Bewerken. C. In het deelvenstervak staan de deelvensters waarmee u foto's kunt transformeren en verbeteren.
119 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Kleur- en tooncorrectie 4. De afbeelding indien nodig vergroten of verkleinen. U kunt de foto vergroten of verkleinen tot het formaat dat u nodig hebt als u de foto gaat gebruiken in een andere toepassing of een ander project. Als u de foto gaat afdrukken of gebruiken in een Photoshop Elements-project, hoeft u deze gewoonlijk niet te vergroten of verkleinen. (Zie “Grootte en resolutie” op pagina 151.) 5. De hooglichten en de schaduwen aanpassen.
120 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Kleur- en tooncorrectie Niveaus bepalen Hiermee past u het totale contrast van een foto aan en dit kan van invloed zijn op de kleuren ervan. Als de foto meer contrast nodig heeft en een kleurzweem heeft, probeert u deze opdracht. Niveaus bepalen werkt door de lichtste en donkerste pixels in elk kleurkanaal afzonderlijk toe te wijzen aan zwart en wit. Autocontrast Hiermee past u het totale contrast van een foto aan zonder dat dit van invloed is op de kleuren ervan.
121 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Kleur- en tooncorrectie Als in het diagram veel pixels zijn samengeklonterd in het gebied met hooglichten of schaduwen, kan dit erop duiden dat fotodetails in de schaduwen of hooglichten zijn uitgesneden als puur zwart of puur wit. U kunt weinig doen om dit soort foto's te herstellen. Als u werkt met een gescande foto, kunt u proberen deze opnieuw te scannen om een beter toonbereik te krijgen.
122 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Kleur- en tooncorrectie Geselecteerde laag Hiermee geeft u een histogram weer van de geselecteerde laag in het deelvenster Lagen. Correctie samenstelling Hiermee kunt u een histogram weergeven van een aanpassingslaag die is geselecteerd in het deelvenster Lagen, met inbegrip van alle lagen onder de aanpassingslaag.
123 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Kleur- en tooncorrectie Als u het gereedschap Slim penseel toepast, wordt een selectie gemaakt op basis van kleur- en structuurovereenkomsten. Deze aanpassing wordt tegelijkertijd toegepast op het geselecteerde gebied. Gereedschap Slim penseel waarmee een aanpassingsselectie wordt toegepast Met het gereedschap Gedetailleerd slim penseel kunt u de aanpassing op specifieke gebieden van de foto tekenen. Gebruik dit gereedschap om de fijnere details aan te passen.
124 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Kleur- en tooncorrectie De gereedschappen Slim penseel toepassen 1 Selecteer in de werkruimte Bewerken het gereedschap Slim penseel of Gedetailleerd slim penseel in de gereedschapset. Er wordt een pop-upvenster met de aanpassingsvoorinstellingen geopend. 2 Kies een aanpassing in het pop-upvenster met voorinstellingen. Kies een optie in het menu van het pop-upvenster om verschillende aanpassingensets weer te geven.
125 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Kleur- en tooncorrectie Correctievoorinstelling van het gereedschap Slim penseel wijzigen 1 Klik op een speldenknop of op een actieve selectie en open het pop-upvenster met voorinstellingen in de optiebalk. 2 Kies een aanpassingsvoorinstelling in het pop-upvenster. Een met het slim penseel aangebrachte correctie verwijderen ❖ Klik met de rechtermuisknop op een speldenknop of op een actieve selectie en kies Aanpassing verwijderen.
126 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Kleur- en tooncorrectie Wanneer u werkt met Niveaus kunt u rechtstreeks op de fotopixels werken of via een aanpassingslaag. Met aanpassingslagen beschikt u over de volgende flexibele werkwijzen: • U kunt een aanpassing te allen tijde wijzigen door te dubbelklikken op de aanpassingslaag zodat het dialoogvenster Niveaus opnieuw wordt geopend. • U kunt het effect van een aanpassing verminderen door de dekking van de aanpassingslaag in het deelvenster Lagen te verlagen.
127 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Kleur- en tooncorrectie Vóór het aanpassen van schaduwen en hooglichten (boven) en erna (onder). Door de aanpassing wordt het gezicht verzacht en worden er meer details achter de zonnebril weergegeven. Meer Help-onderwerpen “Een kleurzweem automatisch verwijderen” op pagina 132 Schaduwen en helderheid aanpassen met Niveaus 1 Voer in de werkruimte Bewerken een van de volgende handelingen uit: • Kies Verbeteren > Belichting aanpassen > Niveaus.
128 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Kleur- en tooncorrectie U maakt de foto lichter door de schuifregelaar voor hooglichten naar links te slepen. Houd Alt ingedrukt (of de Option-toets in Mac OS) en sleep de schuifregelaar Schaduw om te zien welke gebieden worden omgezet in zwart (niveau 0). Houd Alt ingedrukt (of de Option-toets in Mac OS) en sleep de schuifregelaar Hooglicht om te zien welke gebieden worden omgezet in wit (niveau 255).
129 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Kleur- en tooncorrectie De helderheid en het contrast in de geselecteerde gedeelten aanpassen De opdracht Helderheid/contrast kunt u het beste gebruiken op geselecteerde gedeelten van een afbeelding. Met deze opdracht kunt u de helderheid van een hele foto aanpassen of het contrast verminderen in een foto die niet het volledig beschikbare toonbereik gebruikt. De opdrachten Niveaus en Schaduwen/hooglichten zijn beter geschikt voor het maken van toonaanpassingen.
130 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Kleur- en tooncorrectie Bereik Hiermee bepaalt u het toonbereik in de afbeelding dat door het gereedschap wordt aangepast. Selecteer Middentonen om de middenreeks met grijswaarden te wijzigen, Schaduwen om de donkere gebieden te wijzigen en Hooglichten om de lichte gebieden te wijzigen. Belichting Hiermee stelt u het effect van het gereedschap met elke streek in. Een hoger percentage vergroot het effect.
131 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Kleur- en tooncorrectie Kleuraanpassingen vergelijken in het dialoogvenster Kleurvariaties 1 In de werkruimte Bewerken kiest u Verbeteren > Kleur aanpassen > Kleurvariaties. De twee voorvertoningsafbeeldingen laten de originele foto zien (Voor) en de aangepaste foto nadat u de wijzigingen hebt aangebracht (Na).
132 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Kleur- en tooncorrectie • Klik eenmaal of meerdere keren op Ongedaan maken voor elke opeenvolgende aanpassing die u ongedaan wilt maken. De optie Afbeelding herstellen kunt u niet ongedaan maken. • Nadat u een nieuwe aanpassing ongedaan hebt gemaakt, klikt u eenmaal of meerdere keren op Opnieuw voor elke aanpassing die u opnieuw wilt uitvoeren.
133 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Kleur- en tooncorrectie 4 Klik op OK als u tevreden bent met de totale kleur. U kunt het grijze pipet in het dialoogvenster Niveaus gebruiken om snel een kleurzweem te verwijderen. Dubbelklik op het pipet en zorg dat de RGB-waarden gelijk zijn. Nadat u de Kleurkiezer hebt gesloten, klikt u op een gebied in de foto dat neutraal grijs moet zijn.
134 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Kleur- en tooncorrectie Meer Help-onderwerpen “Lagen begrijpen” op pagina 59 Kleurverzadiging en kleurtoon aanpassen Verzadiging en kleurtoon aanpassen Met de opdracht Kleurtoon/verzadiging past u de kleurtoon, de verzadiging en de lichtsterkte aan van de gehele afbeelding of van afzonderlijke kleurcomponenten in een afbeelding.
135 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Kleur- en tooncorrectie Meer Help-onderwerpen “De kleurenschijf” op pagina 190 Kleurverzadiging of kleurtoon wijzigen 1 Voer in de werkruimte Bewerken een van de volgende handelingen uit: • Kies Verbeteren > Kleur aanpassen > Kleurtoon/verzadiging aanpassen. • Kies Laag > Nieuwe aanpassingslaag > Kleurtoon/verzadiging of open een bestaande aanpassingslaag van Kleurtoon/verzadiging.
136 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Kleur- en tooncorrectie Als u de kleurenbalk en de schuifbalk voor correcties tegelijkertijd wilt verplaatsen, houdt u Ctrl ingedrukt (of de Command-toets als u in Mac OS werkt) en sleept u met de kleurenbalk. A B C D C B A Correctieregelaar A. Kleurverschuiving aanpassen zonder dat dit van invloed is op bereik B. Bereik aanpassen zonder dat dit van invloed is op de kleurverschuiving C. Bereik van kleurcomponent aanpassen D.
137 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Kleur- en tooncorrectie Origineel (boven) en na aanpassing van huidskleur (onder) 1 Open de foto in de werkruimte Bewerken en selecteer de laag die u wilt corrigeren. 2 Kies Verbeteren > Kleur aanpassen > Huidskleur aanpassen. 3 Klik op een gebied met huid. Photoshop Elements past automatisch de kleuren in de foto aan. De wijzigingen kunnen subtiel zijn.
138 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Kleur- en tooncorrectie De verzadiging verhogen door te schrobben met het gereedschap Spons 1 Selecteer in de werkruimte Bewerken het gereedschap Spons . 2 Stel gereedschapsopties in op de optiebalk: Pop-upmenu Penselen Hiermee stelt u het penseeluiteinde in. Klik op de pijl naast het penseelvoorbeeld, kies een penseelcategorie in het pop-upmenu Penselen en selecteer vervolgens een penseelminiatuur. Afm. Hiermee stelt u de grootte van het penseel in pixels in.
139 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Kleur- en tooncorrectie Afbeeldingen nauwkeurig omzetten in zwart-wit Een video over dit proces is beschikbaar op www.adobe.com/go/lrvid2325_pse9_nl. Met de opdracht Omzetten in zwart-wit kunt u een specifiek omzetresultaat kiezen, in tegenstelling tot de opdracht Kleur verwijderen, die afbeeldingen automatisch in zwart-wit omzet.
140 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Kleur- en tooncorrectie 6 Klik op OK om de afbeelding om te zetten. Klik op Herstellen als u de wijzigingen wilt annuleren en opnieuw wilt beginnen. Klik op Annuleren om het dialoogvenster Omzetten in zwart-wit te sluiten.
141 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Kleur- en tooncorrectie Aanpassingsfilters Het filter Egaliseren toepassen Met het filter Egaliseren wijzigt u de verdeling van de helderheidswaarden van de pixels in een afbeelding, zodat het volledige bereik van helderheidsniveaus beter door de pixels wordt weergegeven.
142 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Kleur- en tooncorrectie 3 Geef de verloopvulling op die u wilt gebruiken: • Als u een keuze wilt maken in een lijst met verloopvullingen, klikt u op het driehoekje rechts van de vulling in het dialoogvenster Verloop toewijzen. Klik om de gewenste verloopvulling te selecteren en klik vervolgens in een leeg gebied van het dialoogvenster om de lijst te sluiten.
143 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Kleur- en tooncorrectie Deze opdracht is handig voor het maken van speciale effecten, zoals grote, platte gebieden in een foto. De effecten van deze opdracht zijn het duidelijkst wanneer u het aantal grijsniveaus in een grijswaardenafbeelding verkleint. De opdracht kan echter ook interessante effecten produceren in kleurenafbeeldingen.
144 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Kleur- en tooncorrectie 5 (Optioneel) Klik op Annuleren om het dialoogvenster Drempel te sluiten zonder wijzigingen door te voeren in de afbeelding.
145 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Kleur- en tooncorrectie toepassen voor speciale kleureffecten of nadruk. De kleur Onderwater simuleert bijvoorbeeld de groen-blauwe kleurzweem van onderwaterfoto's. • Selecteer de optie Filter en kies een voorinstelling in het menu Filter. • Selecteer de optie Kleur, klik op het kleurvakje en gebruik de Kleurkiezer van Adobe om de kleur op te geven van een aangepast kleurenfilter.
146 Hoofdstuk 8: Foto's uitsnijden, vergroten, verkleinen, retoucheren en transformeren Bij het maken van een aangepaste compositie met foto's kunt u de foto's uitsnijden en de grootte ervan aanpassen. Wanneer u een foto uitsnijdt, kunt u bijvoorbeeld de aandacht van de kijker naar een bepaald punt trekken en een storende achtergrond verwijderen. Als u de foto's kleiner maakt, passen er meer foto's op een pagina. Soms past een foto beter in de lay-out als u de grootte van die foto aanpast.
147 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Foto's uitsnijden, vergroten, verkleinen, retoucheren en transformeren 2 Als u een resolutie wilt gebruiken die afwijkt van die van de originele foto, selecteert u een van de volgende opties in het menu Verhouding of geeft u nieuwe aangepaste waarden op in de vakken Breedte en Hoogte op de optiebalk: Geen beperking Hiermee kunt u elke gewenste afmeting voor de afbeelding instellen.
148 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Foto's uitsnijden, vergroten, verkleinen, retoucheren en transformeren Meer Help-onderwerpen “Het aantal pixels in een afbeelding wijzigen” op pagina 155 Uitsnijden in overeenstemming met een selectiegrens Met de opdracht Uitsnijden kunt u de gebieden verwijderen die buiten de actieve selectie vallen. Wanneer u uitsnijdt in overeenstemming met een selectiegrens, verkleint Photoshop Elements de afbeelding totdat deze in het selectiekader met de selectie past.
149 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Foto's uitsnijden, vergroten, verkleinen, retoucheren en transformeren Gedefinieerde verhoudingen Hiermee handhaaft u de verhouding tussen de hoogte en de breedte van de uitgesneden vorm. Gedefinieerde grootte Hiermee snijdt u de foto uit in overeenstemming met het exacte formaat van de gekozen vorm. Vaste grootte Hiermee stelt u exacte afmetingen in voor de uiteindelijke vorm. Vanuit middelpunt Hiermee tekent u de vorm vanuit het middelpunt.
150 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Foto's uitsnijden, vergroten, verkleinen, retoucheren en transformeren 2 Voer een van de volgende handelingen uit: • Geef de volledige afmetingen van het nieuwe canvas op in de vakken Hoogte en Breedte. Kies de gewenste maateenheden in de aangrenzende menu's. Als u Kolomgrootte kiest, wordt de breedte gemeten op basis van de instelling die is opgegeven bij de voorkeuren voor Eenheden & linialen.
151 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Foto's uitsnijden, vergroten, verkleinen, retoucheren en transformeren Een afbeelding automatisch laten rechttrekken • Kies Afbeelding > Roteren > Afbeelding rechttrekken als u de afbeelding automatisch wilt laten rechttrekken en het canvas rond de afbeelding wilt behouden. De rechtgetrokken afbeelding bevat gebieden met een lege achtergrond, maar er worden geen pixels bijgeknipt.
152 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Foto's uitsnijden, vergroten, verkleinen, retoucheren en transformeren Hoewel een digitale afbeelding een bepaalde hoeveelheid afbeeldingsgegevens bevat, liggen de fysieke uitvoergrootte en de resolutie niet vast. Wanneer u de resolutie van een afbeelding wijzigt, veranderen de fysieke afmetingen van de afbeelding. Wanneer u de breedte of de hoogte van een afbeelding wijzigt, verandert ook de resolutie.
153 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Foto's uitsnijden, vergroten, verkleinen, retoucheren en transformeren Met de optie Nieuwe beeldpixels berekenen kunt u de grootte van een afbeelding wijzigen zonder de resolutie te wijzigen. Als u wilt afdrukken met een bepaalde resolutie of als u een foto aanzienlijk kleiner of groter wilt afdrukken dan mogelijk is met de pixelafmetingen van de afbeelding, kunt u nieuwe beeldpixels berekenen.
154 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Foto's uitsnijden, vergroten, verkleinen, retoucheren en transformeren De afbeeldingsgrootte van een geopend bestand weergeven ❖ Klik in de werkruimte Bewerken op het vak met bestandsinformatie onder aan het document.
155 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Foto's uitsnijden, vergroten, verkleinen, retoucheren en transformeren Het aantal pixels in een afbeelding wijzigen Het wijzigen van de pixelafmetingen van een afbeelding wordt het berekenen van nieuwe beeldpixels genoemd. Het berekenen van nieuwe beeldpixels is niet alleen van invloed op het formaat van de afbeelding op het scherm, maar ook op de afbeeldingskwaliteit en op de afmetingen en de afbeeldingsresolutie van de afgedrukte uitvoer.
156 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Foto's uitsnijden, vergroten, verkleinen, retoucheren en transformeren methode is dat oneffen effecten kunnen ontstaan, die zichtbaar worden wanneer een afbeelding wordt vervormd of geschaald of wanneer u meerdere bewerkingen uitvoert op een selectie. Bilineair Gemiddelde kwaliteit. Bicubisch Langzaam, maar nauwkeuriger. Dit resulteert in de meest vloeiende kleurovergangen. Bicubisch vloeiender Gebruik deze methode wanneer u afbeeldingen vergroot.
157 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Foto's uitsnijden, vergroten, verkleinen, retoucheren en transformeren U corrigeert rode ogen door het oog te selecteren (boven) of door te klikken op het oog (midden) 1 Als u handmatig rode ogen wilt corrigeren, selecteert u het gereedschap Rode ogen verwijderen in de gereedschapset van Volledig bewerken of in het deelvenster Retoucheren van Snel repareren. 2 Stel de schuifregelaars Pupilgrootte en Hoeveel donkerder op de optiebalk in.
158 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Foto's uitsnijden, vergroten, verkleinen, retoucheren en transformeren 3 Kies op de optiebalk een van de volgende tekstopties: Afstemmen op omgeving Bij deze methode worden de pixels langs de rand van de selectie gebruikt om te zoeken naar een gedeelte dat kan worden gebruikt voor het herstellen van het geselecteerde gedeelte. Als deze optie geen afdoende oplossing biedt, kiest u Bewerken > Ongedaan maken en probeert u de optie Structuur maken.
159 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Foto's uitsnijden, vergroten, verkleinen, retoucheren en transformeren Grote onvolkomenheden corrigeren Met het retoucheerpenseel corrigeert u grote gebieden met onvolkomenheden door eroverheen te slepen. U kunt met dit penseel ook tegen een uniforme achtergrond geplaatste objecten verwijderen, zoals een object in een grasveld. Voor en na het toepassen van het retoucheerpenseel. 1 Selecteer het gereedschap Retoucheerpenseel in de werkruimte Bewerken.
160 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Foto's uitsnijden, vergroten, verkleinen, retoucheren en transformeren Afbeeldingen of gebieden in een afbeelding klonen Met het gereedschap Kloonstempel tekent u met een monster van een afbeelding dat u gebruikt om objecten te dupliceren, om onvolkomenheden uit de afbeelding te verwijderen of om over objecten in de foto te tekenen.
161 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Foto's uitsnijden, vergroten, verkleinen, retoucheren en transformeren 3 Plaats de aanwijzer op het gebied van een geopende afbeelding waarvan u een monster wilt nemen en druk op Alt (of Option in Mac OS) en klik. Met dit gereedschap worden de pixels uit het kloongebied gedupliceerd terwijl u tekent. 4 Sleep of klik om met het gereedschap te tekenen.
162 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Foto's uitsnijden, vergroten, verkleinen, retoucheren en transformeren Meer Help-onderwerpen “De tint van huidskleuren aanpassen” op pagina 136 Randen vervagen of verzachten Met het gereedschap Vervagen maakt u harde randen of gebieden in een afbeelding vager, zodat er details verloren gaan. Als u een drukke achtergrond vervaagt, kunt u meer nadruk leggen op de doelafbeeldingen. U kunt in plaats van het gereedschap Vervagen ook vervagingsfilters gebruiken.
163 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Foto's uitsnijden, vergroten, verkleinen, retoucheren en transformeren Cameravervorming corrigeren 1 Selecteer Filter > Cameravervorming corrigeren. 2 Schakel het selectievakje Voorvertoning in. 3 Stel de volgende opties naar wens in om uw afbeelding te corrigeren en klik op OK: Vervorming verwijderen Hiermee worden vervormingen als korrelvorming en speldenkusseneffect gecorrigeerd.
164 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Foto's uitsnijden, vergroten, verkleinen, retoucheren en transformeren Raster tonen Als deze optie is ingeschakeld, wordt het raster getoond. Als deze optie is uitgeschakeld, wordt het raster niet weergegeven. Zoomen Zoom in voor een gedetailleerdere weergave en zoom uit voor een algemenere weergave. Kleur Hiermee geeft u de rasterkleur op.
165 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Foto's uitsnijden, vergroten, verkleinen, retoucheren en transformeren Het venster Photomerge-groepsfoto Opmerking: Photomerge-groepsfoto biedt geen ondersteuning voor de PSE-bestandsindeling. Als u een Photomergegroepsfoto probeert te maken met een PSE-bestand, wordt er een foutbericht weergegeven. Dit is een bekend probleem. Photomerge-gezichten gebruiken Een video over de Photomerge-functies is beschikbaar op www.adobe.com/go/lrvid2342_pse9_nl.
166 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Foto's uitsnijden, vergroten, verkleinen, retoucheren en transformeren 3 Kies de gezichtsfoto die u als uitgangspunt wilt gebruiken en sleep deze van het Projectvak naar het venster Definitief. 4 Klik op een andere afbeelding in het Projectvak en klik op het gereedschap Uitlijnen. Plaats de drie uitlijningsmarkeringen op de ogen en de mond van de bronafbeelding en de definitieve afbeelding en klik op Foto's uitlijnen.
167 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Foto's uitsnijden, vergroten, verkleinen, retoucheren en transformeren Photomerge-scènecorrectie gebruiken Met Photomerge-scènecorrectie kunt u de perfecte natuurfoto samenstellen op basis van verschillende foto's. U kunt ongewenste elementen verwijderen, zoals toeristen die in de weg van het mooie uitzicht staan. Opmerking: U bereikt de beste resultaten met Photomerge-scènecorrectie als de bronfoto's vanuit dezelfde hoek zijn genomen.
168 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Foto's uitsnijden, vergroten, verkleinen, retoucheren en transformeren A B C Photomerge-scènecorrectie A. Een foto naar het venster Definitief slepen B. Gereedschap Potlood gebruiken voor het markeringsgebied dat moet worden vervangen in het venster Definitief C. Resultaat in het venster Definitief Photomerge-belichting Een video over de Photomerge-functies is beschikbaar op www.adobe.com/go/lrvid2342_pse9_nl.
169 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Foto's uitsnijden, vergroten, verkleinen, retoucheren en transformeren Photomerge-belichting Automatische Photomerge-belichting U kunt de gewenste foto's selecteren in de Elements Organizer en foto's selecteren en deselecteren via het Projectvak. 1 Voer een van de volgende handelingen uit: • Selecteer minimaal twee en maximaal tien foto's in de Elements Organizer en selecteer Bestand > Nieuw > Photomerge-belichting.
170 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Foto's uitsnijden, vergroten, verkleinen, retoucheren en transformeren Handmatige Photomerge-belichting Opmerking: Wanneer u Photomerge-belichting gebruikt voor foto's die u met flits hebt gemaakt, is Handmatige Photomerge-belichting de standaardmodus. 1 Voer een van de volgende handelingen uit: • Selecteer minimaal twee en maximaal tien foto's in de Elements Organizer en selecteer Bestand > Nieuw > Photomerge-belichting.
171 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Foto's uitsnijden, vergroten, verkleinen, retoucheren en transformeren Afbeelding nadat de stijl van de stijlafbeelding is toegepast 1 Open de afbeelding en voer een van de volgende handelingen uit: • Selecteer Bestand > Nieuw > Photomerge-stijlovereenkomst. • Selecteer Photomerge > Stijlovereenkomst in de werkruimte Bewerken met instructies. 2 Voeg de afbeeldingen waaruit u de stijl wilt overbrengen toe aan het Stijlenvak.
172 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Foto's uitsnijden, vergroten, verkleinen, retoucheren en transformeren Kleurtonen overbrengen Hiermee brengt u de kleurtonen van de stijlafbeelding over. Als de stijlafbeelding bijvoorbeeld in zwart-wit of sepia is en de afbeelding waarop u Photomerge-stijlovereenkomst wilt toepassen is in kleur, brengt u met de optie Kleurtonen overbrengen de kleurtoon van de stijlafbeelding (zwart-wit of sepia) aan op de gekleurde afbeelding.
173 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Foto's uitsnijden, vergroten, verkleinen, retoucheren en transformeren • Verscherp de afbeelding meerdere keren in geringe mate. Voer de eerste verscherping uit om een door een scanner of digitale camera vastgelegde vervaging te corrigeren. Verscherp de afbeelding nogmaals nadat u de kleur hebt gecorrigeerd en de grootte van uw afbeelding hebt gewijzigd. • Indien mogelijk evalueert u de verscherpte afbeelding door deze uit te voeren.
174 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Foto's uitsnijden, vergroten, verkleinen, retoucheren en transformeren Gebieden van een afbeelding verscherpen Oorspronkelijke afbeelding (boven), twee gezichten die correct zijn verscherpt (linksonder), en twee gezichten die te veel zijn verscherpt (rechtsonder) 1 Selecteer het gereedschap Verscherpen. 2 Stel opties in op de optiebalk: Menu Penselen Hiermee stelt u het penseeluiteinde in.
175 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Foto's uitsnijden, vergroten, verkleinen, retoucheren en transformeren Hoek Hiermee stelt u de bewegingsrichting in voor de optie Bewegingsonscherpte van de instelling Verwijderen. Typ een getal in het vak of sleep de hoekschijf om het hoekpercentage linksom (tegen de klok in) of rechtsom (met de klok mee) te wijzigen. Verfijnder Hiermee wordt het bestand langzamer verwerkt en wordt de vervaging op nauwkeuriger wijze verwijderd.
176 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Foto's uitsnijden, vergroten, verkleinen, retoucheren en transformeren Transformeren Een afbeelding roteren of draaien U kunt een selectie, een laag of een hele afbeelding roteren of draaien. Zorg dat u de juiste opdracht kiest, afhankelijk van het item dat u wilt roteren of draaien. 1 Selecteer in de werkruimte Bewerken de foto, laag, selectie of vorm die u wilt roteren of draaien.
177 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Foto's uitsnijden, vergroten, verkleinen, retoucheren en transformeren Trek de afbeelding recht met de opdracht Laag vrij roteren en klik op de knop Huidige bewerking vastleggen om de rotatie toe te passen. 1 Selecteer in de werkruimte Bewerken de laag of de selectie die u wilt roteren. 2 Kies Afbeelding > Roteren > Laag vrij roteren of Selectie vrij roteren. Er verschijnt een selectiekader in de afbeelding.
178 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Foto's uitsnijden, vergroten, verkleinen, retoucheren en transformeren 3 Voer een van de volgende handelingen uit om de mate van schaling op te geven: • Als u de relatieve verhoudingen wilt behouden (en afbeeldingsvervorming wilt vermijden) terwijl u schaalt, selecteert u Verhoudingen behouden en sleept u een hoekgreep. U kunt ook op Alt drukken (of op Option in Mac OS) terwijl u een hoekgreep sleept.
179 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Foto's uitsnijden, vergroten, verkleinen, retoucheren en transformeren Oorspronkelijke afbeelding (links) en de afbeelding nadat perspectief is toegepast (rechts). 1 Selecteer in de werkruimte Bewerken het item dat u wilt transformeren. 2 Kies Afbeelding > Transformatie > Perspectief. Als u een vorm transformeert terwijl het vormgereedschap is geselecteerd, kiest u Afbeelding > Vorm transformeren > Perspectief.
180 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Foto's uitsnijden, vergroten, verkleinen, retoucheren en transformeren • Als u een object wilt schuintrekken, houdt u Ctrl+Shift ingedrukt (Command+Shift in Mac OS) en sleept u een greep in het midden van een zijde van het selectiekader. Wanneer de cursor op een zijgreep staat, verandert de aanwijzer in een grijze pijlpunt met een kleine dubbele pijl. • Druk op Ctrl+Alt+Shift (Command+Option+Shift in Mac OS) en sleep een hoekgreep om perspectief toe te passen.
181 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Foto's uitsnijden, vergroten, verkleinen, retoucheren en transformeren Voor (links) en na het opnieuw samenstellen Als u een afbeelding schaalt en specifieke gebieden wilt behouden of verwijderen, kunt u met Opnieuw samenstellen bepaalde inhoud tijdens het wijzigen van het formaat op een intelligente manier beschermen. A B C A. Geselecteerde foto die u opnieuw wilt samenstellen B. Gemarkeerde gebieden die u wilt beschermen (groen) en die u wilt verwijderen (rood) C.
182 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Foto's uitsnijden, vergroten, verkleinen, retoucheren en transformeren 4 Voer een van de volgende handelingen uit om ongewenste gemarkeerde gebieden (groene gebieden) te wissen: • Wis deze gebieden met gebruik van het groene gummetje. • Klik met de rechtermuisknop op de foto en selecteer Markeringen voor beschermen wissen. 5 Markeer de gebieden die u wilt verwijderen (gebieden die niet belangrijk zijn) met gebruik van het verwijderpenseel.
183 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Foto's uitsnijden, vergroten, verkleinen, retoucheren en transformeren Klik met de rechtermuisknop op de foto en selecteer Alle markeringen wissen om beveiligde en niet-beveiligde gemarkeerde gebieden te wissen. 5 Voer een van de volgende handelingen uit om delen van ongewenste gemarkeerde gebieden (rode gebieden) te wissen: • Wis de gebieden met gebruik van het rode gummetje. • Klik met de rechtermuisknop op de foto en selecteer Markeringen voor verwijderen wissen.
184 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Foto's uitsnijden, vergroten, verkleinen, retoucheren en transformeren Voorinstelling Hiermee kunt u de verhouding opgeven die u voor het wijzigen van het formaat wilt gebruiken. Voorinstelling is van invloed op de verhoudingen van de foto, niet op de afmetingen ervan. Als u bijvoorbeeld een vooraf ingestelde verhouding van 8 x 13 cm gebruikt, wordt het formaat van de afbeelding aan de hand van deze verhouding aangepast.
185 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Foto's uitsnijden, vergroten, verkleinen, retoucheren en transformeren samenstellen. Als de foto's elkaar met 50% of meer overlappen, zijn ze moeilijk te verwerken en werkt de functie voor het overvloeien niet correct. Gebruik steeds dezelfde brandpuntsafstand Vermijd het gebruik van de zoomfunctie van uw camera wanneer u foto's maakt.
186 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Foto's uitsnijden, vergroten, verkleinen, retoucheren en transformeren Perspectief Met deze optie wordt een consistente compositie bereikt doordat een van de bronafbeeldingen (standaard de middelste afbeelding) wordt toegewezen als de referentieafbeelding. De overige afbeeldingen worden vervolgens getransformeerd (verplaatst, uitgerekt of schuingetrokken, indien nodig) zodat overlappende inhoudslagen gelijk zijn.
187 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Foto's uitsnijden, vergroten, verkleinen, retoucheren en transformeren 3 Sleep de afbeeldingen in het werkgebied en rangschik deze handmatig. 4 Klik op OK nadat u de compositie hebt ingesteld om het panorama te genereren als een nieuw bestand. De compositie wordt vervolgens in Photoshop Elements geopend.
188 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Foto's uitsnijden, vergroten, verkleinen, retoucheren en transformeren Het perspectiefpunt wijzigen in een Photomerge-panorama Met het gereedschap Perspectiefpunt instellen selecteert u de afbeelding waarop het perspectiefpunt is gebaseerd en wijzigt u het perspectief van de Photomerge-panoramacompositie. 1 Selecteer Perspectief in het gedeelte Instellingen van het dialoogvenster Photomerge. De middelste afbeelding is de standaardafbeelding voor het perspectiefpunt.
189 Hoofdstuk 9: Kleur begrijpen In Adobe® Photoshop® Elements 9 maakt u gebruik van twee kleurmodellen om kleuren te bewerken. Eén model is gebaseerd op de menselijke waarneming van een kleur aan de hand van de kleurtoon, verzadiging en helderheid (hue, saturation en brightness, HSB) en het andere model is gebaseerd op de wijze waarop een kleur wordt weergegeven door een computermonitor (in waarden voor rood, groen en blauw ofwel RGB).
190 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Kleur begrijpen Het RGB-model Een groot deel van het zichtbare spectrum kan worden getoond door rood, groen en blauw (RGB) licht in bepaalde verhoudingen en sterkten te vermengen. Deze drie kleuren worden ook wel de additieve primaire kleuren genoemd. Door rood, groen en blauw licht samen te voegen ontstaat wit licht. Waar twee kleuren elkaar overlappen, ontstaan cyaan, magenta of geel. De additieve primaire kleuren worden gebruikt bij belichting, video en monitoren.
191 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Kleur begrijpen Afbeeldingsmodi en kleurentabellen gebruiken Afbeeldingsmodi Een afbeeldingsmodus bepaalt het aantal kleuren dat in een afbeelding kan worden weergegeven en is tevens van invloed op de bestandsgrootte van de afbeelding. Photoshop Elements heeft vier afbeeldingsmodi: RGB, Bitmap, Grijswaarden en Geïndexeerde kleur. A B C D Afbeeldingsmodi A. De bitmapmodus B. De grijswaardenmodus C. De modus Geïndexeerde kleur D.
192 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Kleur begrijpen hebt en u wilt de foto inkleuren, moet u de foto omzetten in de RGB-modus. Tref de volgende voorbereidingen voordat u bestanden gaat omzetten: • Bewerk de foto zoveel mogelijk in de RGB-modus. • Maak een back-up vóór de omzetting. Het is van belang dat u een kopie van de afbeelding met alle lagen maakt, zodat u de oorspronkelijke versie nog kunt bewerken na de omzetting. • Voeg alle lagen van het bestand samen tot één laag voordat u het omzet.
193 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Kleur begrijpen in zwart. Aangezien de oorspronkelijke pixel bijna nooit zuiver wit of zuiver zwart is, is het ontstaan van fouten niet te voorkomen. Deze fout wordt overgedragen op de omliggende pixels en verspreid over de hele afbeelding. Dit resulteert in een korrelige, filmachtige structuur. Gebruik deze optie voor het weergeven van afbeeldingen op een zwartwitscherm.
194 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Kleur begrijpen 4 Geef desgewenst de volgende omzetopties op en klik op OK. Palet Hiermee geeft u het kleurenpalet op dat u wilt toepassen op de geïndexeerde-kleurenafbeelding. U kunt uit tien kleurenpaletten kiezen: • Exact Met deze optie maakt u een palet met de exacte kleuren uit de RGB-afbeelding. Deze optie is alleen beschikbaar bij afbeeldingen met 256 kleuren of minder. Aangezien het palet alle kleuren in de afbeelding bevat, is er geen sprake van dithering.
195 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Kleur begrijpen Primaire kleuren voegt u rood, groen, blauw, cyaan, magenta, geel, zwart en wit toe. Met Web voegt u de 216 webveilige kleuren toe en met Aangepast bepaalt u welke aangepaste kleuren u wilt toevoegen. Transparantie Hiermee geeft u aan of transparante gebieden moeten worden bewaard tijdens het omzetten. Als u deze optie inschakelt, wordt een speciale indexingang voor een transparante kleur toegevoegd aan de kleurentabel.
196 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Kleur begrijpen 6 Klik op OK in het dialoogvenster Kleurentabel om de nieuwe kleuren toe te passen op de afbeelding met geïndexeerde kleuren. Transparantie aan één kleur in een geïndexeerde-kleurentabel toewijzen 1 Kies Afbeelding > Modus > Kleurentabel in de werkruimte Bewerken. 2 Kies het pipet en klik op de gewenste kleur in de tabel of de afbeelding. Het kleurmonster wordt in de afbeelding vervangen door transparantie. Klik op OK.
197 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Kleur begrijpen RGB CMYK A B Photoshop Elements C De kleuromvang van verschillende apparaten en documenten A. Lab-kleurruimte (gehele zichtbare spectrum) B. Documenten (werkruimte) C. Apparaten Kleurbeheer zet de afbeeldingskleuren om, zodat elk apparaat deze op dezelfde manier kan reproduceren en de kleuren die u op de monitor ziet, dicht in de buurt liggen van de kleuren in de afgedrukte afbeelding.
198 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Kleur begrijpen Monitoren Het is heel belangrijk dat u uw monitor kalibreert en er een profiel voor instelt. Wanneer u een laptop of een andere LCD-monitor gebruikt, kunt u het profiel van de fabrikant gebruiken. Als u over een colorimeter en de bijbehorende software voor het maken van profielen beschikt, kunt u deze profielen gebruiken in Photoshop Elements. Printers Door een profiel voor inkjetprinters in te stellen worden de resultaten aanzienlijk beter.
199 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Kleur begrijpen Kleurprofiel omzetten Het komt zelden voor dat u het kleurprofiel voor een document moet wijzigen. Dit komt omdat Photoshop Elements het kleurprofiel automatisch toewijst op basis van de instellingen die u in het dialoogvenster Kleurinstellingen hebt geselecteerd. U kunt een kleurprofiel handmatig wijzigen wanneer u een document voor een ander uitvoerdoel voorbereidt of wanneer u een beleidsregel corrigeert die u niet meer in het document wilt gebruiken.
200 Hoofdstuk 10: Filters, effecten, stijlen en illustraties U kunt afbeeldingen verbeteren met behulp van een groot aantal filters, effecten, stijlen en illustraties. Met de filters De-Interlace en NTSC-kleur kunt u lijnen in een video verzachten of de video geschikt maken voor weergave op een televisie. Ook kunt u plug-infilters van derden installeren en gebruiken en kunt u zelf filters maken. Effecten Het deelvenster Effecten gebruiken Vanuit het deelvenster Effecten kunt u effecten toepassen.
201 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Filters, effecten, stijlen en illustraties B A C Het deelvenster Inhoud A. Categorie B. Het menu Meer C. Voorbeeldminiaturen De volgende secties in het deelvenster Inhoud bevatten verschillende opties waarmee u uw afbeeldingen kunt verfraaien: Filter voor achtergronden Filter voor kaders Hiermee kunt u uit een aantal decoratieve achtergronden kiezen. Hiermee kunt u uit kant-en-klare kaders kiezen waarmee u afbeeldingen en projecten kunt verfraaien.
202 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Filters, effecten, stijlen en illustraties Meer Help-onderwerpen “Vormen” op pagina 273 “Een vorm selecteren of verplaatsen” op pagina 276 Een artistieke achtergrond aan een afbeelding toevoegen Wanneer u een artistieke achtergrond toevoegt aan een afbeelding, wordt de bestaande achtergrondlaag vervangen.
203 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Filters, effecten, stijlen en illustraties Foto-effecten Met Foto-effecten kunt u snel verschillende varianten van uw afbeeldingen maken. Klik in het deelvenster Effecten op Foto-effecten en kies een van de subcategorieën, zoals Vervaagde foto, Kader, Diverse effecten, Monotone kleur, Oude foto of Ouderwetse foto. Kader Hiermee kunt u diverse effecten toepassen op de randen van een geselecteerde laag of op een gedeelte van een laag.
204 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Filters, effecten, stijlen en illustraties Een afbeeldingseffect naar een foto slepen Meer Help-onderwerpen “Foto-effecten” op pagina 203 “Prestaties verbeteren met filters en effecten” op pagina 210 “Lagen begrijpen” op pagina 59 Gestileerde tekst aan een afbeelding toevoegen Als u tekst toevoegt aan een afbeelding, wordt er een tekstlaag gemaakt, zodat u de tekst kunt wijzigen terwijl de oorspronkelijke afbeelding behouden blijft.
205 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Filters, effecten, stijlen en illustraties Meer Help-onderwerpen “Tekst” op pagina 265 “Tekst bewerken in een tekstlaag” op pagina 267 “De richting van een tekstlaag wijzigen” op pagina 271 Illustraties of effecten toevoegen aan Favorieten Als u illustraties of effecten ziet die u in de toekomst snel wilt kunnen gebruiken, voegt u ze toe aan de sectie Favorieten van het deelvenster Effecten.
206 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Filters, effecten, stijlen en illustraties om het gewenste effect te bereiken. De Filtergalerie is bijzonder flexibel en is daarom vaak de beste manier om filters toe te passen. In de Filtergalerie zijn echter niet alle filters beschikbaar die in het menu Filter staan. Het deelvenster Effecten Hier worden miniatuurvoorbeelden weergegeven van het resultaat van elk filter in het menu Filter. Met dit palet kunt u ook effecten en laagstijlen toepassen.
207 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Filters, effecten, stijlen en illustraties Een filter toepassen 1 Kies het gebied waarop u het filter wilt toepassen: • Als u een filter wilt toepassen op een gehele laag, deselecteert u geselecteerde gebieden en selecteert u vervolgens de laag in het deelvenster Lagen. • Als u een filter wilt toepassen op een gedeelte van een laag, gebruikt u een selectiegereedschap om een gebied te selecteren. 2 Geef aan hoe u het filter wilt toepassen.
208 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Filters, effecten, stijlen en illustraties Meer Help-onderwerpen “Het deelvenster Effecten gebruiken” op pagina 200 Filtercategorieën U kunt de volgende categorieën filters toepassen: Cameravervorming corrigeren Hiermee corrigeert u gebruikelijke lensfouten, zoals korrel- en speldenkussenvervorming en vignettering. Het filter roteert afbeeldingen ook en corrigeert het afbeeldingsperspectief dat door verticaal of horizontaal kantelen van de camera wordt veroorzaakt.
209 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Filters, effecten, stijlen en illustraties A B C Filters toepassen met de Filtergalerie A. Originele foto B. Foto's waarop één filter wordt toegepast C. Drie filters achtereenvolgens toegepast Niet alle filters zijn echter beschikbaar vanuit de Filtergalerie. Sommige filters kunt u alleen kiezen als afzonderlijke opdracht in het menu Filter. Bovendien kunt u effecten en laagstijlen niet toepassen met de Filtergalerie, maar wel met het deelvenster Effecten.
210 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Filters, effecten, stijlen en illustraties Opties voor structuur- en glasoppervlakken De filters Conté crayon, Glas, Ruw pastel, Structuurmaker en Voorbewerking hebben structuuropties. Met deze opties kunt u afbeeldingen eruit laten zien alsof ze zijn geschilderd op structuren zoals schildersdoek of steen, of alsof ze door glazen blokken worden bekeken. Structuur Hiermee geeft u het type structuur aan dat u wilt toepassen.
211 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Filters, effecten, stijlen en illustraties Knipsel Het filter Knipsel geeft een afbeelding weer alsof die van onregelmatig uitgeknipte stukjes gekleurd papier is gemaakt. Afbeeldingen met veel contrast verschijnen in silhouet en afbeeldingen in kleur worden opgebouwd uit diverse lagen gekleurd papier. U kunt het aantal toonniveaus, de eenvoud van de rand en de precisie van de rand instellen.
212 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Filters, effecten, stijlen en illustraties Posterranden Hiermee beperkt u het aantal kleuren in een afbeelding volgens de door u ingestelde optie voor het beperken van waarden en zorgt u dat de randen van de afbeelding worden getekend met zwarte lijnen. Grote, brede gedeelten van de afbeelding krijgen een eenvoudige schaduw, terwijl over de hele afbeelding fijne donkere details worden aangebracht.
213 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Filters, effecten, stijlen en illustraties Vaag en Vager De vervagingsfilters verzachten een selectie of een afbeelding en zijn handig bij retoucheerwerkzaamheden. Hiermee maakt u overgangen vloeiend door het gemiddelde te nemen van de kleurwaarden van pixels naast de harde randen van gedefinieerde lijnen en schaduwpartijen. Vaag Met dit filter verwijdert u ruis op plaatsen met scherpe kleurovergangen.
214 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Filters, effecten, stijlen en illustraties Slim vervagen Met dit filter kunt u een afbeelding nauwkeurig vervagen. U kunt de volgende instellingen opgeven: een straal om te bepalen hoe ver naar pixels wordt gezocht om te vervagen, een drempel om te bepalen hoe verschillend de waarden van de pixels mogen zijn voordat ze worden verwijderd en een vervagingskwaliteit.
215 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Filters, effecten, stijlen en illustraties Spetters Met dit filter krijgt u het effect van airbrushspetters. U kunt de straal en de vloeiendheid instellen. Sproeilijn Hiermee tekent u een laag opnieuw, waarbij de dominante kleuren met hoekige sproeilijnen in kleur worden getekend. U kunt de lengte van de lijnen, de straal en de richting van de lijnen instellen.
216 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Filters, effecten, stijlen en illustraties Naast elkaar Hiermee wordt de selectie gevuld door de verplaatsingsafbeelding te herhalen in een patroon. 5 Geef aan hoe u lege gebieden in de afbeelding wilt vullen die door het filter worden gemaakt. Klik vervolgens op OK. Beeld omslaan Hiermee vult u lege gebieden met inhoud van de tegenoverliggende rand van de afbeelding.
217 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Filters, effecten, stijlen en illustraties Plooien Met het gereedschap Plooien verplaatst u pixels naar het midden van het penseelgebied wanneer u de muisknop ingedrukt houdt of sleept. Met het gereedschap Zwellen verplaatst u pixels weg uit het midden van het penseelgebied wanneer u de muisknop ingedrukt houdt of sleept. Zwellen Hiermee verplaatst u pixels opzij, haaks op de richting van de penseelstreek. Sleep om pixels naar links te verplaatsen.
218 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Filters, effecten, stijlen en illustraties 3 Sleep de schuifregelaar naar de positieve waarden aan de rechterkant om een selectie naar binnen te knijpen of naar de negatieve waarden aan de linkerkant om een selectie naar buiten te knijpen. Klik vervolgens op OK. Meer Help-onderwerpen “Filters” op pagina 205 Poolcoördinaten Met dit filter wordt een selectie omgezet van rechthoekige in polaire coördinaten en omgekeerd, afhankelijk van de geselecteerde optie.
219 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Filters, effecten, stijlen en illustraties Het filter Bol toepassen 1 Selecteer een afbeelding, laag of gebied in de werkruimte Bewerken. 2 Kies Vervorm > Bol in het menu Filter. 3 Voer een positieve waarde in bij Hoeveel om de afbeelding naar buiten te rekken alsof deze om een bol is gedraaid. Voer een negatieve waarde in om de afbeelding naar binnen te comprimeren alsof deze in een bol is geperst.
220 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Filters, effecten, stijlen en illustraties ZigZag Met het filter ZigZag vervormt u een selectie radiaal, afhankelijk van de straal van de pixels in uw selectie. Het filter ZigZag toepassen 1 Selecteer een afbeelding, laag of gebied in de werkruimte Bewerken. 2 Kies Vervorm > ZigZag in het menu Filter. 3 Sleep de schuifregelaar Hoeveel om het niveau en de richting van de vervorming in te stellen.
221 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Filters, effecten, stijlen en illustraties Mediaan Hiermee vermindert u ruis in een laag door de helderheid van pixels binnen een selectie te laten overvloeien. Het filter zoekt pixels die even helder zijn, verwijdert pixels die te veel van aangrenzende pixels verschillen en vervangt de middelste pixel door de mediaanhelderheidswaarde van de gezochte pixels.
222 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Filters, effecten, stijlen en illustraties Meer Help-onderwerpen “Filters” op pagina 205 Kristal Met dit filter tekent u een laag opnieuw met veelhoekige klonten verf. U kunt de celgrootte van de kristallen instellen. Facet Met het filter Facet tekent u een laag opnieuw als effen gekleurde blokken. Met dit filter kunt u een gescande afbeelding er handgeschilderd uit laten zien of een realistische afbeelding op een abstract schilderij laten lijken.
223 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Filters, effecten, stijlen en illustraties Vezels Hiermee verkrijgt u het effect van geweven vezels met behulp van de voorgrond- en achtergrondkleuren. U kunt de gevarieerdheid van de kleuren instellen met de optie Variantie (met een lage waarde verkrijgt u langere kleurstrepen en met een hoge waarde verkrijgt u zeer korte vezels met een gevarieerde verdeling van kleuren). Met de optie Sterkte bepaalt u de vormgeving van elke vezel.
224 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Filters, effecten, stijlen en illustraties • Lichtcirkel Voor vier spots. Wit heeft een volledige intensiteit en een geconcentreerde focus. Geel heeft een sterke intensiteit en een geconcentreerde focus. Rood heeft een gemiddelde intensiteit en een geconcentreerde focus. Blauw heeft een volledige intensiteit en een gemiddelde focus. • Gekruist Voor een witte spot met gemiddelde intensiteit en brede focus.
225 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Filters, effecten, stijlen en illustraties Structuurkanaal Dit vak bevat de volgende opties voor het maken van een structuur voor de afbeelding waarop u het belichtingseffect toepast: • Menu Structuurkanaal Hiermee kunt u rode, groene en blauwe kleurkanalen in de afbeelding selecteren, zodat u de wijze waarop het licht wordt gereflecteerd voor elk kanaal kunt wijzigen en een structuureffect kunt verkrijgen.
226 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Filters, effecten, stijlen en illustraties Krijt en houtskool Met het filter Krijt en houtskool tekent u de hooglichten en middentonen van de afbeelding opnieuw met een effen achtergrond in een grijze middentoon die met ruw krijt lijkt te zijn aangebracht. Schaduwpartijen worden vervangen door zwarte diagonale houtskoollijnen. De voorgrondkleur wordt met houtskool getekend, de achtergrondkleur met krijt. U kunt de penseeldruk en de krijt- en houtskoolgebieden instellen.
227 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Filters, effecten, stijlen en illustraties Fotokopie Met het filter Fotokopie simuleert u het effect van een fotokopie van een afbeelding. Van grote, donkere gebieden worden alleen de randen gekopieerd en de middentonen worden volledig zwart of wit weergegeven. U kunt de gedetailleerdheid en de donkerheid instellen. Gips Met dit filter modelleert u de laag in een 3D-gipseffect en geeft u het resultaat vervolgens een kleur op basis van de voorgrond- en achtergrondkleur.
228 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Filters, effecten, stijlen en illustraties Geef diepte Het filter Geef diepte geeft een driedimensionale structuur aan een selectie of laag. Het filter Geef diepte toepassen 1 Selecteer een afbeelding, laag of gebied in de werkruimte Bewerken. 2 Kies Stileer > Geef diepte in het menu Filter. 3 Stel de volgende opties in en klik op OK. Blokken Hiermee worden objecten met een vierkante voorzijde en vier zijden gemaakt.
229 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Filters, effecten, stijlen en illustraties Tegels Met het filter Tegels wordt een afbeelding verdeeld in een reeks tegels, waarbij de selectie van de oorspronkelijke positie wordt verplaatst. U kunt het aantal tegels en de maximale afstand instellen.
230 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Filters, effecten, stijlen en illustraties Gebrandschilderd glas Met dit filter wordt een afbeelding opnieuw getekend als aangrenzende cellen van één kleur die een omtrek hebben in de voorgrondkleur. U kunt de grootte van de cel, de dikte van de rand en de intensiteit van het licht instellen. Structuurmaker Hiermee kunt u verschillende structuurtypen nabootsen of een bestand selecteren om als structuur te gebruiken.
231 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Filters, effecten, stijlen en illustraties Opmerking: Als u wilt voorkomen dat de afbeelding geheel wit of zwart wordt, moet het totaal van de waarden in de matrix gelijk zijn aan 1. 5 Herhaal stap 3 en 4 voor alle pixels die u in de bewerking wilt opnemen. U hoeft niet in alle tekstvakken waarden in te voeren. 6 Voer onder Schalen de waarde in waardoor u de som van de helderheidswaarden van de pixels die in de berekening zijn opgenomen, wilt delen.
232 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Filters, effecten, stijlen en illustraties Meer Help-onderwerpen “Filters” op pagina 205 “Een filter toepassen” op pagina 207 “Plug-ins” op pagina 27 Digimarc-filter Photoshop Elements controleert geopende afbeeldingen automatisch op Digimarc®-watermerken.
233 Hoofdstuk 11: Tekenen Met de tekengereedschappen kunt u de kleur van pixels in een afbeelding wijzigen. De gereedschappen Penseel en Potlood werken net zo als hun traditionele tegenhangers en passen kleur toe aan de hand van penseelstreken. Met het gereedschap Verloop, de opdracht Vullen en het gereedschap Emmertje kunt u grote gebieden in een afbeelding kleuren. Gereedschappen zoals Gummetje, Vervagen en Natte vinger wijzigen de bestaande kleuren in een afbeelding.
234 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Tekenen Het gereedschap Gedetailleerd slim penseel maakt automatisch een aanpassingslaag als u tekent. De oorspronkelijke afbeeldingslaag wordt niet gewijzigd. U kunt de aanpassingen net zo vaak tekenen en wijzigen als u wilt zonder de kwaliteit van de oorspronkelijke foto nadelig te beïnvloeden. Zie “Kleur en tinten aanpassen met slimme penselen” op pagina 122.
235 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Tekenen De overvloeimodus Vermenigvuldigen (boven), de overvloeimodus Bleken (midden) en de overvloeimodus Lichtsterkte (onder) toegepast op de laag met de zeester U kunt de volgende overvloeimodi in het menu Modus op de optiebalk kiezen: Normaal Hiermee geeft u elke getekende of bewerkte pixel de eindkleur. Dit is de standaardmodus. (De modus Normaal wordt Drempel genoemd wanneer u met een afbeelding in de modus Bitmap of Geïndexeerde kleur werkt.
236 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Tekenen tekent, is het resultaat dat de basiskleur bij elke opeenvolgende penseelstreek donkerder wordt. Het resultaat is ongeveer wat er zou gebeuren als u met een aantal verschillende viltstiften over een afbeelding heen zou tekenen. Kleur doordrukken In deze modus wordt op basis van de kleurinformatie in elk kanaal de basiskleur donkerder gemaakt aan de hand van de werkkleur. Wit als werkkleur heeft in deze modus geen effect.
237 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Tekenen Puntlicht In deze modus worden de kleuren vervangen, afhankelijk van de basiskleur. Als de werkkleur (de lichtbron) lichter is dan 50% grijs, worden pixels die donkerder zijn dan de werkkleur vervangen en blijven pixels die lichter zijn dan de werkkleur ongewijzigd. Als de werkkleur donkerder is dan 50% grijs, worden pixels die lichter zijn dan de werkkleur vervangen en blijven pixels die donkerder zijn dan de werkkleur ongewijzigd.
238 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Tekenen U kunt met een van de volgende methoden webveilige kleuren kiezen in de Adobe Kleurkiezer: • Selecteer de optie Alleen webkleuren in de linkerbenedenhoek van de Kleurkiezer en kies vervolgens een kleur in de Kleurkiezer. Wanneer deze optie is geselecteerd, is elke kleur die u kiest een webveilige kleur. • Kies een kleur in de Kleurkiezer.
239 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Tekenen 3 Voer een van de volgende handelingen uit om een kleur te kiezen: • U selecteert een nieuwe voorgrondkleur in een afbeelding door op de gewenste kleur te klikken. U selecteert een kleur die ergens anders op het scherm wordt weergegeven door in de afbeelding te klikken en bij de afbeelding vandaan te slepen.
240 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Tekenen Meer Help-onderwerpen “Beheer voorinstellingen gebruiken” op pagina 263 Een kleur kiezen met het deelvenster Kleurstalen 1 Als het deelvenster Kleurstalen nog niet is geopend in de werkruimte Bewerken, kiest u Venster > Kleurstalen. 2 (Optioneel) Kies een naam voor een stalenbibliotheek in het menu Kleurstalen in de linkerbovenhoek van het deelvenster.
241 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Tekenen • U selecteert en laadt een bibliotheek met stalen door de opdracht Stalen laden in het menu Meer van het deelvenster te selecteren. • U vervangt de huidige bibliotheek met stalen door een andere bibliotheek door Stalen vervangen in het menu Meer van het deelvenster te kiezen en een bibliotheek te selecteren.
242 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Tekenen A B C D E F G H De Adobe Kleurkiezer A. Gewijzigde kleur B. Originele kleur C. HSB-kleurwaarden D. RGB-kleurwaarden E. Alleen webveilige kleuren worden weergegeven. F. Kleurveld G. Schuifregelaar voor kleur H. Hexadecimale kleurwaarde 1 Klik op het vakje voor de voor- of achtergrondkleur in de gereedschapset om de Kleurkiezer weer te geven. 2 Klik in het kleurveld.
243 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Tekenen 2 Selecteer het gereedschap Penseel in de gereedschapset. 3 Stel de gewenste opties voor het gereedschap Penseel in op de optiebalk en sleep in de afbeelding om te tekenen. Als u een rechte lijn wilt tekenen, klikt u in de afbeelding om het beginpunt in te stellen. Vervolgens houdt u Shift ingedrukt en klikt u op de gewenste plaats voor het eindpunt. U kunt de volgende opties voor het gereedschap Penseel opgeven: Penselen Hiermee stelt u het penseeluiteinde in.
244 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Tekenen Wissen Als u begint te tekenen en slepen in gebieden waarin de voorgrondkleur niet voorkomt, tekent u met de voorgrondkleur. Dit betekent dat als u met een andere kleur dan de voorgrondkleur begint, u alleen met de voorgrondkleur tekent. Klik op en teken in de gebieden met de voorgrondkleur; het potlood bevat de achtergrondkleur.
245 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Tekenen Meer Help-onderwerpen “Penseelopties” op pagina 249 Het gereedschap Natte vinger gebruiken Met het gereedschap Natte vinger simuleert u het slepen van een vinger door natte verf. Het gereedschap neemt de kleur over van de plaats waar de streek begint en duwt deze in de richting waarin u sleept. U kunt bestaande kleuren in een afbeelding uitsmeren of de voorgrondkleur over de afbeelding uitsmeren.
246 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Tekenen Het gereedschap Gummetje gebruiken Met het gummetje wijzigt u de pixels van een afbeelding terwijl u sleept. Als u op de achtergrondlaag of op een laag met vergrendelde transparantie werkt, nemen gewiste pixels de achtergrondkleur aan. Als dat niet zo is, worden de gewiste pixels transparant. Transparante pixels worden aangegeven door het transparantieraster. 1 Selecteer het gummetje in de gereedschapset.
247 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Tekenen Originele afbeelding (links) en na het wissen van de wolken (rechts) 1 Selecteer in het deelvenster Lagen de laag met de gebieden die u wilt uitgummen. Opmerking: Als u de achtergrond selecteert, wordt deze automatisch een laag wanneer u het tovergummetje gebruikt. 2 Selecteer het gereedschap Tovergummetje in de gereedschapset. (Als dit gereedschap niet wordt weergegeven in de gereedschapset, selecteert u het gereedschap Gummetje of Achtergrondgummetje .
248 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Tekenen “Het deelvenster Lagen” op pagina 60 “De randen van een selectie verzachten met anti-aliasing” op pagina 107 Het gereedschap Achtergrondgummetje gebruiken Met het gereedschap Achtergrondgummetje verandert u gekleurde pixels in transparante pixels. Op deze manier kunt u heel gemakkelijk een object van de achtergrond verwijderen. Als u voorzichtig te werk gaat, kunt u de randen van het object op de voorgrond behouden en de randpixels op de achtergrond verwijderen.
249 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Tekenen Meer Help-onderwerpen “Penseelopties” op pagina 249 Penselen instellen Penseelopties Realistische penseelstreken kunt u simuleren door in te stellen in welke mate de penseelstreken vager worden. U kunt instellen welke opties gaandeweg de penseelstreek dynamisch veranderen, zoals de spreiding, grootte en kleur. De penseelminiatuur op de optiebalk laat zien hoe het penseel verandert als u de opties van de penseeldynamiek wijzigt.
250 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Tekenen Penseelstreek met en zonder kleurjitter Hardheid Met deze optie bepaalt u de hardheid van het penseel, oftewel de grootte van het harde centrum. Typ een getal of stel met de schuifregelaar een waarde in die een percentage van de diameter van het penseel is. Penseelstreken met verschillende waarden voor hardheid Spreiden Met penseelspreiding geeft u op hoe de penseelsporen in een penseelstreek worden verdeeld.
251 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Tekenen penseel en een waarde van 0% in een lijnvormig penseel. Tussenliggende waarden verwijzen naar ellipsvormige penselen. Aanpassing van ronding geeft het uiteinde van het penseel een andere vorm. Meer Help-onderwerpen “Overvloeimodi” op pagina 234 Een nieuw penseel aan de penseelbibliotheek toevoegen 1 Selecteer het gereedschap Penseel . 2 Klik op de pijl naast het penseelvoorbeeld om het pop-upvenster op de optiebalk te openen.
252 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Tekenen Een aangepast penseel van een hond maken. Wanneer u met dit penseel tekent, tekent u honden. 1 Voer een van de volgende handelingen uit: • Als u een deel van de afbeelding wilt gebruiken als een aangepast penseel, selecteert u een deel van de afbeelding. • Als u de gehele laag als een aangepast penseel wilt gebruiken, deselecteert u alles. Gebruik de tekengereedschappen om de penseelvorm te tekenen. Selecteer deze vervolgens.
253 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Tekenen Opvullingen en lijnen Het gereedschap Emmertje gebruiken Met het emmertje vult u een gebied dat qua kleurwaarden overeenkomt met de pixels waarop u klikt. U kunt een gebied met de voorgrondkleur of met een patroon vullen. 1 Kies een voorgrondkleur in de werkruimte Bewerken. 2 Selecteer het gereedschap Emmertje in de gereedschapset. 3 Stel de gewenste opties in op de optiebalk en klik op het deel van de afbeelding dat u wilt vullen.
254 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Tekenen 3 Kies Bewerken > Opvullaag. 4 Stel opties in het dialoogvenster Opvullaag in en klik op OK. Inhoud Kies een kleur in het menu Gebruik. U selecteert een andere kleur door Kleur te kiezen en vervolgens een kleur in de Kleurkiezer te selecteren. Kies Patroon als u de selectie wilt vullen met een patroon. Aangepast patroon Hiermee geeft u op welk patroon u wilt gebruiken als u Patroon in het menu Gebruik kiest.
255 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Tekenen Patronen Patronen U kunt een patroon met het gereedschap Patroonstempel tekenen of een laag of selectie vullen met een patroon dat u kiest in de patroonbibliotheken. Photoshop Elements beschikt over verschillende patronen waaruit u kunt kiezen. Als u afbeeldingen wilt aanpassen of unieke plakboekpagina's wilt maken, kunt u eigen patronen maken.
256 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Tekenen Modus Hiermee stelt u in hoe de verf die u aanbrengt, overvloeit met de bestaande pixels in de afbeelding. (Zie “Overvloeimodi” op pagina 234.) Dekking Hiermee stelt u in hoe dekkend het patroon is. Bij een lage instelling zijn de pixels onder een patroonstreek nog te zien. Sleep de pop-upregelaar of voer een waarde voor de dekking in. Uitgelijnd Hiermee maakt u een ontwerp van naast elkaar liggende, uniforme tegels door het patroon te herhalen.
257 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Tekenen Verlopen Verlopen U vult een gebied met een verloop door in de afbeelding te slepen of door te selecteren met het gereedschap Verloop. De afstand tussen het beginpunt (waar u de muisknop indrukt en ingedrukt houdt) en het eindpunt (waar u de muisknop loslaat) is net zoals het type van het verloop van invloed op de vormgeving van het verloop. Met behulp van het gereedschap Verloop en de Verloopbewerker kunt u een aangepaste kleurenmix aanbrengen in uw foto's.
258 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Tekenen Een verloop toepassen 1 Als u maar een gedeelte van de afbeelding wilt vullen, selecteert u eerst het gewenste gebied met een van de selectiegereedschappen. Als u dit niet doet, wordt de verloopvulling toegepast op de hele actieve laag. 2 Selecteer het gereedschap Verloop . 3 Klik op de optiebalk op het gewenste type verloop. 4 Kies een verloopvulling in het deelvenster Verloopkiezer op de optiebalk.
259 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Tekenen A C B Het dialoogvenster Verloopbewerker A. Kleurstop B. Kleurmiddenpunt C. Dekking stop U definieert een verloop als volgt: u voegt een kleurstop toe om kleur aan het verloop toe te voegen, u sleept de kleurstop en het pictogram van het middenpunt om het bereik tussen de twee kleuren te definiëren en u past de dekkingstops aan om de gewenste transparantie voor het verloop in te stellen. 1 Selecteer in de werkruimte Bewerken het gereedschap Verloop .
260 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Tekenen 2 Klik op de linkerdekkingstop boven de verloopbalk om de uitgangsdekking in de Verloopbewerker aan te passen. Het driehoekje onder de stop wordt zwart om aan te geven dat u de uitgangstransparantie bewerkt. 3 Voer een van de volgende handelingen uit om de dekking in te stellen: • Geef een waarde op tussen 0 (volledig transparant) en 100% (volledig dekkend). • Sleep de pijl op de pop-upregelaar Dekking.
261 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Tekenen Kleuren beperken Hiermee voorkomt u oververzadigde kleuren. Transparantie toevoegen Hiermee voegt u transparantie aan willekeurige kleuren toe. 5 Als u de kleuren willekeurig wilt mengen, klikt u op de knop Willekeurig totdat het resultaat u bevalt. 6 Voer een naam in voor het nieuwe verloop. 7 Als u het verloop wilt toevoegen als voorinstelling, klikt u op Nieuw. 8 Klik op OK om het dialoogvenster te sluiten. Het nieuwe verloop wordt automatisch geselecteerd.
262 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Tekenen • Als u een verloop of patroon wilt opslaan, opent u het menu van het deelvenster, kiest u de opdracht Nieuw verloop of Nieuw patroon, geeft u een naam op in het dialoogvenster dat verschijnt en klikt u op OK. • Als u de naam van een penseel, verloop of patroon in een deelvenster wilt wijzigen, opent u het menu van het pop-upvenster en kiest u de opdracht Naam van penseel wijzigen, Naam van verloop wijzigen of Naam van patroon wijzigen.
263 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Tekenen Opmerking: Niet alle opties die hierboven zijn genoemd, zijn beschikbaar in alle pop-upvensters. Beheer voorinstellingen gebruiken In de werkruimte Volledig bewerken kunt u Beheer voorinstellingen (Bewerken > Beheer voorinstellingen) gebruiken voor het beheren van de bibliotheken met vooraf ingestelde penselen, kleurstalen, verlopen en patronen die bij Photoshop Elements worden geleverd.
264 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Tekenen De naam van een voorinstelling wijzigen 1 Voer een van de volgende handelingen uit in Beheer voorinstellingen: • Selecteer een voorinstelling in de lijst en klik op Naam wijzigen. • Dubbelklik op een voorinstelling in de lijst. 2 Voer een nieuwe naam voor de voorinstelling in. Als u meerdere voorinstellingen selecteert, wordt u gevraagd meerdere namen in te voeren.
265 Hoofdstuk 12: Tekst en vormen toevoegen U kunt tekst en vormen in allerlei kleuren, stijlen en effecten aan een afbeelding toevoegen. Gebruik in de werkruimte Bewerken de gereedschappen Horizontale tekst en Verticale tekst voor het maken en bewerken van tekst. U kunt een enkele regel met tekst of een hele alinea typen.
266 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Tekst en vormen toevoegen 2 Voer een van de volgende handelingen uit: • Als u een enkele tekstregel wilt maken, klikt u in de afbeelding om een invoegpunt in te stellen voor de tekst. • Voor het maken van alineatekst sleept u een rechthoek om een tekstvak voor de tekst te maken. Het streepje door de I-vormige aanwijzer geeft de positie aan van de basislijn van de tekst. Bij horizontale tekst bepaalt de basislijn de lijn waarop de tekst rust.
267 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Tekst en vormen toevoegen Hiermee maakt u nieuwe of bestaande tekst vet. Gebruik deze optie als u voor het lettertype geen echte stijl vet in het menu Lettertypestijl kunt kiezen. Faux vet Hiermee maakt u nieuwe of bestaande tekst cursief. Gebruik deze optie als u voor het lettertype geen echte stijl cursief of schuin in het menu Lettertypestijl kunt kiezen. Faux cursief Hiermee onderstreept u nieuwe of geselecteerde tekst. Onderstrepen. Doorhalen.
268 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Tekst en vormen toevoegen Tekens selecteren 1 Selecteer in de werkruimte Bewerken een tekstgereedschap. 2 Selecteer de tekstlaag in het deelvenster Lagen of klik in de tekst om automatisch een tekstlaag te selecteren. 3 Plaats het invoegpunt in de tekst en voer een van de volgende handelingen uit: • Sleep om een of meer tekens te selecteren. • Dubbelklik om één woord te selecteren. • Klik drie keer om een gehele tekstregel te selecteren.
269 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Tekst en vormen toevoegen 3 Op de optiebalk selecteert of typt u een nieuwe waarde voor de tekengrootte. U kunt een grootte invoeren die groter is dan 72 punten. De ingevoerde waarde wordt omgezet in de standaardmaateenheid. Als u een andere maateenheid wilt gebruiken, typt u de eenheid (in, cm, pt, px of pica) achter de waarde in het tekstvak Tekengrootte instellen. De standaardmaateenheid voor tekst is punten.
270 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Tekst en vormen toevoegen Masker voor horizontale tekst waarmee een selectie wordt gevuld 1 Selecteer in de werkruimte Bewerken de laag waarop de selectie moet verschijnen. De beste resultaten krijgt u als u het tekstselectiekader niet op een tekstlaag maakt. 2 Selecteer het gereedschap Masker voor horizontale tekst of Masker voor verticale tekst . 3 Selecteer extra tekstopties (Zie “Opties voor het gereedschap Tekst” op pagina 266) en voer uw tekst in.
271 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Tekst en vormen toevoegen De verdraaiing van tekst ongedaan maken 1 Selecteer een tekstlaag waarop verdraaiing is toegepast. 2 Selecteer een tekstgereedschap en klik op de knop Verdraaide tekst maken op de optiebalk of kies Laag > Tekst > Tekst verdraaien. 3 Kies Geen in het pop-upmenu Stijl en klik op OK. De richting van een tekstlaag wijzigen 1 Selecteer in de werkruimte Bewerken de tekstlaag in het deelvenster Lagen.
272 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Tekst en vormen toevoegen Tate-chuu-yoko in- of uitschakelen Tate-chuu-yoko (ook wel kumimoji of renmoji genoemd) is een blok met horizontale tekst dat wordt weergegeven in een regel met verticale tekst. Voor en na het toepassen van tate-chuu-yoko 1 Als u werkt met een bestaande laag, selecteert u de tekstlaag in het deelvenster Lagen en selecteert u vervolgens een tekstgereedschap. 2 Selecteer de tekens die u wilt roteren.
273 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Tekst en vormen toevoegen Vormen maken Vormen Vormen zijn in Photoshop Elements vectorafbeeldingen. Dit type afbeelding bestaat uit lijnen en curven die niet door pixels, maar door de geometrische kenmerken worden gedefinieerd. Vectorafbeeldingen zijn resolutie-onafhankelijk. Dit betekent dat een afbeelding tot elke grootte kan worden vergroot of verkleind en met elke resolutie kan worden afgedrukt zonder verlies van detail of kleurechtheid.
274 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Tekst en vormen toevoegen Proportioneel Hiermee tekent u een rechthoek gebaseerd op de getallen die u in de vakken voor breedte en hoogte hebt opgegeven. Vanuit middelpunt Hiermee tekent u een rechthoek vanuit het midden waar u begint te tekenen (doorgaans wordt een rechthoek vanuit de linkerbovenhoek getekend). Pixels magnetisch Deze optie zorgt ervoor dat randen van een rechthoek zich aan de pixelgrenzen hechten. 3 Sleep in de afbeelding om de vorm te tekenen.
275 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Tekst en vormen toevoegen 2 (Optioneel) Selecteer op de optiebalk het driehoekje Geometrische opties om de volgende opties te kunnen gebruiken: Pijlpunten Starten en Einde Maakt een lijn met pijlpunten. Selecteer Starten, Einde of beide om aan te geven aan welk uiteinde van de lijn de pijlpunten moeten komen. De vormopties verschijnen in het pop-upvenster.
276 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Tekst en vormen toevoegen Met het gereedschap Aangepaste vormen kunt u kant-en-klare lijsten om een foto slepen Meerdere vormen op dezelfde laag maken 1 Selecteer in de werkruimte Bewerken een vormlaag in het deelvenster Lagen of maak een nieuwe vormlaag. 2 Als u een ander type vorm wilt maken, selecteert u een ander vormgereedschap.
277 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Tekst en vormen toevoegen Een vorm transformeren 1 Selecteer het gereedschap Vormselectie . 2 Voer een van de volgende handelingen uit: • Selecteer de vorm die u wilt transformeren, kies Afbeelding > Vorm transformeren en kies een transformatieopdracht. • Dubbelklik op de vorm die u wilt transformeren en sleep een anker om de vorm te transformeren.
278 Hoofdstuk 13: Projecten maken in de werkruimte Bewerken U kunt creatieve projecten maken van uw foto's, zoals presentaties en fotoboeken, en deze aan uw vrienden en familie laten zien. Opmerking: De opties Diavoorstelling, VCD met menu en Flipboek kunt u in Mac OS niet gebruiken. Grondbeginselen van projecten Met de werkruimten Bewerken en Organiseren kunt u snel en gemakkelijk creatieve projecten maken van uw foto's. U kunt bepaalde projecten helemaal uitvoeren in de werkruimte Organiseren.
279 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Projecten maken in de werkruimte Bewerken Opmerking: Omdat bestanden met meerdere pagina's tamelijk groot kunnen zijn, wordt een computer met minstens één gigabit werkgeheugen aanbevolen. Wanneer u een fotoproject start, kunt u de gewenste grootte opgeven, een afdrukoptie kiezen (lokaal of via een serviceprovider) en een thema bedenken dat uniek is of dat past bij het soort project.
280 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Projecten maken in de werkruimte Bewerken Typen fotoprojecten Fotocollages Met fotocollages kunt u grote fotoprojecten zoals fotocollages en unieke fotoafdrukken maken. U kunt fotocollages thuis afdrukken, online bestellen of op de vaste schijf van uw computer opslaan en via e-mail versturen.
281 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Projecten maken in de werkruimte Bewerken Voorbeelden van een cd- en dvd-hoesje Meer Help-onderwerpen “Een fotocollage, etiket, cd- of dvd-hoesje maken” op pagina 282 Cd- en dvd-etiketten Met Photoshop Elements kunt u op een inkjetprinter zelfklevende etiketten voor cd's en dvd's afdrukken, of etiketten voor bedrukbare cd's en dvd's. U kunt de etiketten thuis afdrukken of op de vaste schijf van uw computer opslaan en per e-mail versturen als PDF-bestand.
282 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Projecten maken in de werkruimte Bewerken Een fotocollage, etiket, cd- of dvd-hoesje maken Een video over fotocollages is beschikbaar op www.adobe.com/go/lrvid910_pse_nl. 1 Selecteer in de werkruimte Organiseren de foto's die u in het project wilt gebruiken. U kunt ook de werkruimte Bewerken openen als u de foto's wilt toevoegen nadat u het project hebt gemaakt. 2 Selecteer het tabblad Maken . Hier kunt u de projecttypen zien.
283 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Projecten maken in de werkruimte Bewerken Een fotoboek maken 1 Selecteer in de werkruimte Organiseren de afbeeldingen die u in het fotoboek wilt opnemen of open de afbeeldingen in de werkruimte Bewerken. Klik op Maken en selecteer Fotoboek. 2 Kies de gewenste grootte en het thema. Opmerking: In het deelvenster Grootte vindt u de opties die geschikt zijn voor diverse onlineservices.
284 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Projecten maken in de werkruimte Bewerken Voorbeelden van wenskaarten met een foto Een video over wenskaarten is beschikbaar op www.adobe.com/go/lrvid912_pse_nl. Een wenskaart maken en afdrukken op een lokale printer 1 Klik in de werkruimte Bewerken op Maken en selecteer Wenskaart. (U kunt ook in de Elements Organizer op het tabblad Maken klikken en Wenskaart selecteren.) 2 Kies de gewenste grootte en het thema.
285 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Projecten maken in de werkruimte Bewerken Fotokalenders maken Fotokalenders maken die lokaal kunnen worden afgedrukt U kunt met Shutterfly uw foto's uploaden en fotokalenders maken en bestellen. 1 Klik in de werkruimte Bewerken op Maken en selecteer Fotokalender. (U kunt ook in de Elements Organizer op het tabblad Maken klikken en Fotokalender selecteren.) 2 Selecteer de beginmaand en het jaar. 3 Kies de gewenste grootte en het thema.
286 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Projecten maken in de werkruimte Bewerken Wanneer u een fotoproject opslaat, worden eventuele niet-opgeslagen afbeeldingen door Photoshop Elements toegevoegd aan het project. Een afbeelding met één laag wordt opgeslagen als een JPEG-bestand en een meerlagige afbeelding wordt opgeslagen als een PSD-bestand. De afbeelding wordt door Photoshop Elements als een kopie van de oorspronkelijke afbeelding opgeslagen, in dezelfde locatie.
287 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Projecten maken in de werkruimte Bewerken Er verschijnt een selectiekader dat de randen van de foto aangeeft, ook als deze randen door het kader worden bedekt. 2 Voer een van de volgende handelingen uit: • Als u de positie van de foto wilt wijzigen, klikt u op een willekeurige positie in het selectiekader en sleept u de foto. • Als u het formaat van de foto wilt wijzigen, sleept u de schuifregelaar.
288 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Projecten maken in de werkruimte Bewerken Een afbeelding roteren in een fotoproject • Plaats het gereedschap Verplaatsen op een hoek. Zodra de aanwijzer verandert in een kromme dubbele pijl , sleept u deze om de foto te roteren. Hoe verder de cursor zich bij de hoek vandaan bevindt, hoe meer controle u hebt en hoe nauwkeuriger de wijzigingen zijn die u kunt aanbrengen.
289 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Projecten maken in de werkruimte Bewerken Een vcd met een menu maken van presentaties U kunt uw presentaties op een video-cd (vcd) branden zodat u uw presentaties kunt delen met vrienden en familie. Als u een vcd wilt maken, dient u over een cd-rw- of een dvd-rw-station te beschikken en kunt u alleen cd-r/rw-schijven gebruiken. U begint in de werkruimte Bewerken en voltooit de taken voor het maken van een vcd met een menu van presentaties in de Elements Organizer.
290 Hoofdstuk 14: Optimaliseren voor het web Optimalisatie voor het web is het comprimeren van afbeeldingen en het instellen van weergaveopties voor een optimaal gebruik op het web. Wanneer u afbeeldingen op internet plaatst, speelt de bestandsgrootte een belangrijke rol, omdat de downloadtijd afhankelijk is van de grootte van de bestanden. Het bestand moet groot genoeg zijn om alle noodzakelijke kleuren en details te kunnen bevatten, maar klein genoeg om snel te kunnen worden gedownload.
291 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Optimaliseren voor het web A B C D E F G H I Dialoogvenster Opslaan voor web A. Gereedschapset B. Kleur pipet C. Optimalisatie-instellingen D. Formaat afbeelding E. Animatie-opties F. Menu voor zoomniveau G. Oorspronkelijke afbeelding H. Geoptimaliseerde afbeelding I. Menu Voorvertoning in browser Optimalisatieopties staan aan de rechterkant van het dialoogvenster Opslaan voor web.
292 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Optimaliseren voor het web Geoptimaliseerde bestandsindelingen voor het web U kunt kiezen uit vier indelingen voor het web. Gebruik de volgende richtlijnen wanneer u een indeling kiest voor uw webafbeelding: JPEG Doorgaans is deze indeling de beste keuze voor het opslaan van foto's. PNG-24 Deze indeling is net als JPEG geschikt voor het opslaan van foto's. Kies alleen PNG-24 in plaats van JPEG als de afbeelding transparantie bevat.
293 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Optimaliseren voor het web Oorspronkelijke afbeelding (links) en geoptimaliseerde JPEG met lage kwaliteitsinstelling (rechts) De JPEG-indeling biedt geen ondersteuning voor transparantie. Als u een afbeelding opslaat als een JPEG-bestand, worden transparante pixels gevuld met de mattekleur die is opgegeven in het dialoogvenster Opslaan voor web.
294 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Optimaliseren voor het web De PNG-8-indeling In de PNG-8-indeling wordt 8-bits kleur gebruikt. Net als bij de GIF-indeling worden gebieden met effen kleuren in PNG-8-bestanden op efficiënte wijze gecomprimeerd en blijven scherpe details van bijvoorbeeld lijnpatronen, logo’s en tekst behouden. Omdat PNG-8 niet door alle browsers wordt ondersteund, is het raadzaam deze bestandsindeling niet te gebruiken als de afbeelding door een groot publiek wordt bekeken.
295 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Optimaliseren voor het web Bewegende GIF's Bewegende GIF's geven de illusie van beweging door een reeks beelden, ofwel frames weer te geven binnen een bepaalde tijdsspanne. In Photoshop Elements beschikt u over een krachtige en toch eenvoudige methode om bewegende GIF's te maken op basis van een afbeelding met meerdere lagen. U maakt een bewegend GIF-bestand door met lagen te werken.
296 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Optimaliseren voor het web 2 Kies JPEG in het menu voor de optimalisatie-indeling. 3 Als u naar een bepaalde bestandsgrootte wilt optimaliseren, klikt u op de pijl rechts van het menu Voorinstelling en vervolgens klikt u op Optimaliseren naar bestandsgrootte.
297 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Optimaliseren voor het web 4 Kies onder het menu voor de optimale bestandsindeling een algoritme voor de kleurreductie om de kleurentabel te genereren: Perceptueel Hiermee wordt een aangepaste kleurentabel gemaakt waarin kleuren waarvoor het menselijke oog gevoeliger is een hogere prioriteit hebben.
298 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Optimaliseren voor het web 4 Als de afbeelding transparante gedeelten bevat, schakelt u Transparantie in om de transparante pixels ongewijzigd te laten. Schakel Transparantie uit om volledig en gedeeltelijk transparante pixels te vullen met de mattekleur. 5 U slaat de geoptimaliseerde afbeelding op door op OK te klikken. Voer in het dialoogvenster Optimaal opslaan als een bestandsnaam in en klik op Opslaan.
299 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Optimaliseren voor het web Een webknop zonder transparantie (links) en een webknop met transparantie (rechts) Bij achtergronden met een matte wordt transparantie gesimuleerd door transparante pixels te vullen of te vermengen met een mattekleur die overeenkomt met de achtergrond van de webpagina. Dit wordt ondersteund in de GIF-, PNGen JPEG-indeling.
300 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Optimaliseren voor het web 3 Selecteer Transparantie. 4 Geef bij GIF- en PNG-8-indelingen aan hoe u de gedeeltelijk transparante pixels in de oorspronkelijke afbeelding wilt behandelen. U kunt deze pixels laten overvloeien in een mattekleur of u kunt transparantie met harde randen maken.
301 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Optimaliseren voor het web 3 Selecteer Transparantie. 4 Selecteer Geen in het menu Matte. Meer Help-onderwerpen “De GIF-indeling” op pagina 293 “De PNG-8-indeling” op pagina 294 Een JPEG-afbeelding met een matte maken Alhoewel de JPEG-indeling geen transparantie ondersteunt, kunt u met een mattekleur de transparantie van de originele afbeelding simuleren. De mattekleur vult de volledig transparante pixels en vloeit over in gedeeltelijk transparante pixels.
302 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Optimaliseren voor het web Gebruik kleuren uit het webpalet om dithering van deze kleuren te voorkomen bij weergave op Windows- of Macintosh-systemen die maar 256 kleuren kunnen weergeven. Als u een oorspronkelijke afbeelding maakt, selecteert u in de Kleurkiezer webveilige kleuren.
303 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Optimaliseren voor het web • Selecteer in het dialoogvenster Opslaan voor web een browser in het menu Voorvertoning in. Meer Help-onderwerpen “Een browser toevoegen aan het menu Voorvertoning in” op pagina 303 Webafbeeldingen vooraf bekijken Een voorvertoning van een geoptimaliseerde afbeelding in een webbrowser bekijken U kunt een geoptimaliseerde afbeelding voorvertonen in elke browser die op uw computer is geïnstalleerd.
304 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Optimaliseren voor het web Variaties in de kleurenweergave voorvertonen Wanneer u een afbeelding voor het web optimaliseert, moet u er rekening mee houden dat de afbeelding niet op elke monitor gelijk wordt weergegeven. Over het algemeen lijkt een afbeelding op een computer met Windows donkerder dan op een computer met Mac OS. U kunt deze verschillen tussen platforms simuleren in het dialoogvenster Opslaan voor web.
305 Hoofdstuk 15: Foto's afdrukken en delen Met Adobe® Photoshop® Elements 9 kunt u foto's op verschillende manieren afdrukken en delen. U kunt uw foto's professioneel laten afdrukken door onlineafdrukservices via Adobe Photoshop Services, maar u kunt uw foto's ook thuis op uw printer afdrukken. U kunt afzonderlijke foto's, contactbladen (miniaturen van geselecteerde foto's), figuurpakketten (een pagina met een of meer foto's met verschillende afmetingen) en zelfs T-shirttransfers afdrukken.
306 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Foto's afdrukken en delen A B C Verschillende afdrukopties A. Afzonderlijke foto's B. Contactblad C. Figuurpakket Voordat u foto's gaat afdrukken, moet u in Photoshop Elements enkele basisgegevens over de afdruktaak opgeven, zoals het papierformaat en de afdrukstand van de pagina. Deze opties kunt u instellen in het dialoogvenster Paginainstelling. Mogelijk moet u ook maateenheden opgeven in het dialoogvenster Voorkeuren.
307 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Foto's afdrukken en delen 5 (Alleen Windows) Klik op Instellingen wijzigen om de printerinstellingen te wijzigen. In het dialoogvenster Instellingen wijzigen kunt u de volgende instellingen wijzigen: • Printer • Papiertype • Papierlade • Papierformaat • Afdrukkwaliteit 6 Selecteer het papierformaat in het menu Papiergrootte. 7 Selecteer een van de opties in het menu Selecteer type afdruk. 8 Selecteer een afdrukformaat in het menu Selecteer afdrukformaat.
308 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Foto's afdrukken en delen 3 Klik op een of meer miniaturen of klik op de knop Alles selecteren en klik vervolgens op de knop Geselecteerde foto's toevoegen. 4 Klik op Gereed.
309 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Foto's afdrukken en delen Een afbeelding schalen in het dialoogvenster Afdrukken Door een afbeelding te schalen in het dialoogvenster Afdrukken wijzigt u de grootte en resolutie van de afdruk (de bestandsgrootte van de afbeelding wordt niet gewijzigd). ❖ Selecteer Bestand > Afdrukken in de werkruimte Bewerken.
310 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Foto's afdrukken en delen Een contactblad afdrukken Met contactbladen kunt u een reeks miniatuurafbeeldingen op één pagina weergeven, zodat u een groep afbeeldingen in één keer kunt bekijken. U kunt een contactblad afdrukken vanuit de werkruimte Organiseren. U kunt het proces echter starten vanuit de werkruimte Bewerken. Selecteer Contactblad in het dialoogvenster Afdrukken. De Elements Organizer wordt geopend, zodat u het gewenste contactblad kunt afdrukken.
311 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Foto's afdrukken en delen 2 Klik in het dialoogvenster Pagina-instelling op de knop Printer en kies een printer in het menu Naam. Klik indien nodig op de knop Eigenschappen om opties voor de lay-out en het papier op te geven. U kunt op de knop Geavanceerd klikken in het dialoogvenster van het printerstuurprogramma (indien beschikbaar) om andere printeropties in te stellen.
312 Hoofdstuk 16: Photoshop Elementssneltoetsen U kunt sneltoetsen gebruiken om door de Elements Organizer te navigeren, en foto's op te zoeken, weer te geven en te bewerken in de werkruimte Organiseren. In de werkruimte Bewerken helpen sneltoetsen u bij het weergeven, selecteren, bewerken en gebruiken van de vele andere gereedschappen die beschikbaar zijn in de modus Volledig bewerken.
313 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Photoshop Elements-sneltoetsen Resultaat Windows Mac OS Geopende documenten voorwaarts doorlopen Ctrl + Tab Geopende documenten achteruit doorlopen Ctrl + Shift + Tab Afbeelding passend in venster Ctrl + 0 (of dubbelklikken op gereedschap Handje) Command + 0 100% vergroten Ctrl + Alt + 0 (of dubbelklikken op gereedschap Zoomen) Command + Option + 0 Schakelen naar gereedschap Handje (wanneer u niet in tekstbewerkingsmodus werkt) Spatiebalk Spatiebalk Schak
314 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Photoshop Elements-sneltoetsen Resultaat Windows Mac OS Gereedschap Lasso L L Gereedschap Toverstaf W W Gereedschap Selectiepenseel (of gereedschap Snelle selectie) A A Gereedschap Horizontale tekst T T C C Gereedschap Magnetische lasso Gereedschap Veelhoeklasso Gereedschap Verticale tekst Gereedschap Masker voor horizontale tekst Gereedschap Masker voor verticale tekst Gereedschap Uitsnijden Gereedschap Opnieuw samenstellen C Gereedschap Koekjesvorm
315 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Photoshop Elements-sneltoetsen Resultaat Windows Mac OS Gereedschap Vervagen R R O O Gereedschap Verscherpen Gereedschap Natte vinger Gereedschap Spons Gereedschap Tegenhouden Gereedschap Doordrukken Alle deelvensters weergeven/verbergen (exclusief Tab de deelvensters Inhoud en Lagen) Tab Standaard voor- en achtergrondkleuren D D Voor- en achtergrondkleuren wisselen X X Toetsen voor het selecteren en verplaatsen van objecten In deze niet alomvattende lijs
316 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Photoshop Elements-sneltoetsen Resultaat Windows Mac OS Kopie van selectie verplaatsen Gereedschap Verplaatsen + Alt ingedrukt houden en selectie slepen Gereedschap Verplaatsen + Option ingedrukt houden en selectie slepen Selectiegebied 1 pixel verplaatsen Een willekeurige selectie + Pijl-rechts, Pijllinks, Pijl-omhoog of Pijl-omlaag Een willekeurige selectie + Pijl-rechts, Pijllinks, Pijl-omhoog of Pijl-omlaag Selectie 1 pixel verplaatsen Gereedschap Verplaats
317 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Photoshop Elements-sneltoetsen Resultaat Windows Mac OS Perspectief wijzigen Ctrl + Shift + Alt Command + Shift + Option Toepassen Enter Enter Annuleren Esc of Ctrl + . (punt) Esc of Command + . (punt) Toetsen voor tekenen en penselen In deze niet alomvattende lijst vindt u een lijst met nuttige sneltoetsen. Aanvullende sneltoetsen vindt u in de menuopdrachten en knopinfo.
318 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Photoshop Elements-sneltoetsen Resultaat Windows Mac OS Tekst verplaatsen in afbeelding Ctrl ingedrukt houden en tekst slepen als tekstlaag is geselecteerd Command ingedrukt houden en tekst slepen als tekstlaag is geselecteerd 1 teken links/rechts of 1 regel omlaag/omhoog of 1 woord links/rechts selecteren Shift + Pijl-links/Pijl-rechts of Pijlomlaag/Pijl-omhoog, of Ctrl + Shift + Pijl-links/Pijl-rechts Shift + Pijl-links/Pijl-rechts of Pijl-omlaag/Pijl-omhoog, o
319 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Photoshop Elements-sneltoetsen Resultaat Windows Mac OS Doorsnede maken met huidige selectie Ctrl + Shift + Alt ingedrukt houden en klikken op miniatuur van laag Command + Shift + Option ingedrukt houden en klikken op miniatuur van laag Zichtbare lagen verenigen Ctrl + Shift + E Command + Shift + E Nieuwe lege laag maken met dialoogvenster Alt ingedrukt houden en klikken op knop Nieuwe laag maken Option ingedrukt houden en klikken op knop Nieuwe laag maken Ni
320 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Photoshop Elements-sneltoetsen Resultaat Windows Mac OS Vermenigvuldigen Shift + Alt + M Shift + Option + M Kleur doordrukken Shift + Alt + B Shift + Option + B Lineair doordrukken Shift + Alt + A Shift + Option + A Lichter Shift + Alt + G Shift + Option + G Bleken Shift + Alt + S Shift + Option + S Kleur tegenhouden Shift + Alt + D Shift + Option + D Lineair tegenhouden Shift + Alt + W Shift + Option + W Bedekken Shift + Alt + O Shift + Option
321 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Photoshop Elements-sneltoetsen Resultaat Windows Mac OS Nieuw staal maken van voorgrondkleur Klikken in leeg gebied van deelvenster Klikken in leeg gebied van deelvenster Achtergrondkleur selecteren Ctrl ingedrukt houden en klikken op staal Command ingedrukt houden en klikken op staal Kleur verwijderen Alt ingedrukt houden en klikken op staal Option ingedrukt houden en klikken op staal Toetsen voor het tonen of verbergen van deelvensters (Volledig bewerken) I
322 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Photoshop Elements-sneltoetsen Toetsen voor het filter Uitvloeien In deze niet alomvattende lijst vindt u een lijst met nuttige sneltoetsen. Aanvullende sneltoetsen vindt u in de menuopdrachten en knopinfo.
323 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Photoshop Elements-sneltoetsen Toetsen voor het dialoogvenster Camera Raw In deze niet alomvattende lijst vindt u een lijst met nuttige sneltoetsen. Aanvullende sneltoetsen vindt u in de menuopdrachten en knopinfo.
324 Hoofdstuk 17: Verklarende woordenlijst In deze woordenlijst kunt u onbekende termen in Adobe® Photoshop® Elements 9 en termen over het digitaal bewerken van afbeeldingen opzoeken. Als u een term hier niet kunt vinden, zoek deze dan op in de Help voor een functiespecifieke definitie. Definities van termen opzoeken ❖ Vouw de letters onder ''Terminologie voor digitale beeldbewerking'' uit in het tabblad Inhoud van de Help.
325 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Verklarende woordenlijst Adobe Fotodownloader Een functie van Photoshop Elements waarmee automatisch foto's in aangesloten kaartlezers, camera's of mobiele telefoons worden gezocht en gedownload. U kunt de automatische detectie uitschakelen in de voorkeuren voor camera's en kaartlezers.
326 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Verklarende woordenlijst bestanden koppelen Een interne engine in Photoshop Elements die de toepassing in staat stelt andere bestandsindelingen te herkennen, te wijzigen en te openen. bestandseinde De laatste regel met leesbare code in een bestand. De fout “Onverwacht einde van bestand” geeft aan dat het bestand waarmee u wilt werken beschadigd is. bestandsindelingmodule Een plug-in waarmee Photoshop Elements andere bestandsindelingen kan openen.
327 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Verklarende woordenlijst CMap-bestanden Bestanden die worden gebruikt om tekensets in double-byte lettertypen, zoals Japanse lettertypen, te kunnen gebruiken. CMYK Cyaan, magenta, geel en zwart zijn de inkten die de meeste printers gebruiken om kleurenafbeeldingen af te drukken. Photoshop Elements biedt geen ondersteuning voor de CMYK-kleurmodus, maar de meeste bureaubladprinters zetten documenten automatisch om in deze modus. ColorSync Kleurbeheersoftware van Apple.
328 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Verklarende woordenlijst doordrukken Een gedeelte van een afbeelding selectief donkerder maken. dots per inch (dpi) Een maateenheid die de printerresolutie aangeeft. Een hoge dpi-instelling resulteert in afdrukken met veel details. (Zie ook “pixels per inch (ppi)” op pagina 334.) double-byte lettertypen Een term waarmee wordt verwezen naar Aziatische lettertypen, die vaak CJK-lettertypen (Chinees, Japans, Koreaans) worden genoemd.
329 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Verklarende woordenlijst fosfor De substantie waarmee de binnenzijde van een CRT-monitor is gecoat. De substantie straalt licht uit wanneer het aan stroom wordt blootgesteld en bepaalt hoe de kleuren worden weergegeven op het scherm. Na verloop van tijd moet de monitor opnieuw worden gekalibreerd of moet het monitorprofiel worden vernieuwd als gevolg van veranderingen in het fosfor.
330 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Verklarende woordenlijst histogram Een staafdiagram waarin de verdeling van pixelwaarden in een digitale afbeelding wordt weergegeven. Op de horizontale as worden de niveaus van 0 (donkerst) tot 255 (lichtst) weergegeven en op de verticale as wordt weergegeven hoeveel pixels zich op elk niveau bevinden. historiestaat Een afbeeldingsstaat die wordt vermeld in het deelvenster Historie ongedaan maken. hooglichten De helderste elementen in een afbeelding.
331 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Verklarende woordenlijst kaderlaag Een laag die een afbeelding in een foto-ontwerp bedekt. Een kaderlaag omringt een afbeelding. U kunt deze laag op precies dezelfde manier als gewone afbeeldingen vergroten, verkleinen, roteren en verplaatsen. kanaal Een concept waarmee de kleurgegevens in een afbeelding worden beschreven. Een grijswaardenafbeelding in zwart-wit heeft één kanaal, een RGB-afbeelding heeft er drie en een CMYK-afbeelding heeft er vier.
332 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Verklarende woordenlijst klonen Tekenen met het gereedschap Kloonstempel. U moet een punt voor het pixelmonster instellen op de actieve laag voordat u begint te tekenen met het gereedschap Kloonstempel. koele kleuren De kleuren aan het blauwe uiteinde van het spectrum. kumimoji Zie “tate-chuu-yoko” op pagina 337. L laag Een mechanisme voor het boven elkaar plaatsen en het combineren van meerdere afbeeldingen.
333 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Verklarende woordenlijst moiré Een golvend streeppatroon in een afbeelding dat lijkt op het patroon van gevlamde zijde. Moiré kan een vervorming zijn die wordt veroorzaakt doordat een camera de details in een afbeelding niet kan vastleggen. mojikumi Een systeem waarmee de ruimte tussen leestekens, symbolen en cijfers in Japanse tekst wordt bepaald. monitorresolutie De resolutie van de monitor wordt beschreven in pixelafmetingen.
334 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Verklarende woordenlijst overvloeimodus Een functie die bepaalt hoe de pixels in een afbeelding reageren op een teken- of bewerkgereedschap. De werkkleur wordt toegepast op de basiskleur (oorspronkelijke kleur) om een nieuwe kleur te verkrijgen, de eindkleur. Wanneer een overvloeimodus wordt toegepast op lagen, bepaalt de overvloeimodus hoe de pixels in een laag overvloeien in de onderliggende lagen.
335 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Verklarende woordenlijst PixMap Een in het geheugen van uw computer opgeslagen bitmapafbeelding. plug-in Een klein softwareprogramma dat door Adobe of derden is ontwikkeld om functionaliteit toe te voegen aan Adobe-producten. PNG-24 Afkorting van Portable Network Graphics. Een indeling voor afbeeldingen die ondersteuning biedt voor 24bits kleuren. Evenals bij de JPEG-indeling blijven fotodetails behouden met PNG 24.
336 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Verklarende woordenlijst rasterizer De engine in Photoshop Elements die vectorgegevens, zoals tekst, omzet in bitmapgegevens. rendering Het omzetten van een vectorlaag, zoals een vormlaag of een tekstlaag, in een gewone laag. Kies Laag > Laag vereenvoudigen om een vectorlaag om te zetten in een gewone laag. renmoji Zie “tate-chuu-yoko” op pagina 337. resolutie Een waarde voor de helderheid en scherpte van een afbeelding.
337 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Verklarende woordenlijst sepia-afdruk Een foto in bruintonen. In fotobewerkingsprogramma's wordt dit antieke uiterlijk nagebootst met speciale effecten. silhouet Een donker oppervlak dat wordt weergegeven tegen een lichte achtergrond. Snelmasker Een in de snelmaskermodus van Photoshop gemaakt maskerkanaal. Photoshop Elements heeft geen snelmaskermodus en voegt alle kanalen in Photoshop-afbeeldingen samen.
338 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Verklarende woordenlijst tolerantie Een waarde voor de precisie waarmee bepaalde gereedschappen werken. Met de tolerantie wordt het verschil in waarde beschreven tussen aangrenzende pixels waarop een gereedschap wordt toegepast. Bij een hoge tolerantie worden er aanzienlijk meer pixels beïnvloed dan bij een lage tolerantie. tooncorrectie Een aanpassing in de tonen van een afbeelding: schaduwen, hooglichten of middentonen.
339 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Verklarende woordenlijst verloop Een van de verschillende methoden om een vloeiende overgang te verkrijgen tussen twee aangrenzende kleuren, waaronder zwart en wit. verloop met ruis Een verloop dat willekeurig verspreide kleuren bevat binnen een bereik van opgegeven kleuren. verscherpen In fotobewerkingsprogramma's verwijst dit naar alle functionaliteit waarmee de details worden verbeterd aan de randen van objecten en personen op foto's.
340 PHOTOSHOP ELEMENTS 9 GEBRUIKEN Verklarende woordenlijst witpunt Een referentiepunt waarmee de kleur wit wordt vertegenwoordigd. Op basis van dit referentiepunt worden alle andere kleuren in de afbeelding berekend. wizard Een gereedschap van Photoshop Elements waarmee u in stappen een ontwerpproces van het begin tot het einde doorloopt. De wizard biedt u informatie over alle functies die u kunt gebruiken in elke fase van het ontwerpproces.