Operation Manual

Veiligheid 2
Adria Vans 5
2.2 Algemene veiligheidsinstructies
Voor vertrek alle voorwerpen veilig opbergen. Alle kleppen, deuren, ramen en luiken goed
sluiten. Vloeistoffen in morsvrije containers bewaren.
Bij verblijf in het voertuig ventilatieroosters en -openingen altijd open houden en nooit
afdekken, daar anders door verhoogde koolmonoxide gevaar voor verstikking dreigt.
De gebruiksaanwijzingen van het voertuig en alle ingebouwde apparatuur (b.v. gasstel,
koelkast, toilet) en speciale uitrustingen (b.v. fietsdrager) altijd binnen handbereik in het
voertuig houden en in acht nemen.
Kinderen nooit zonder toezicht in het voertuig achterlaten.
Tijdens het rijden rekening houden met de hoogte van het voertuig.
Bij het verlaten van het voertuig alle ramen, deuren en dakluiken goed afsluiten.
Hoogte van de doorgang aan de toegangsdeur in acht nemen.
2.3 Veiligheidsinstructies voor de deelname aan het
wegverkeer
Het voertuig moet officieel toegelaten zijn.
De bestuurder moet in het bezit zijn van een voor deze voertuigklasse geldig rijbewijs.
Door de aanbouw van toebehoren veranderen de afmetingen, het totale gewicht en het rij-
gedrag van het voertuig. In sommige gevallen dient de aanbouw geregistreerd te worden.
Let bij het beladen van het voertuig op het toegestane totale gewicht en de toegestane
asbelasting (zie kentekenbewijs deel I).
Verdeel de bijlading gelijkmatig in het voertuig (hoofdstuk 5.1).
Voordat u gaat rijden bandenspanning controleren, wielbouten aandraaien. Na 50 km en
daarna regelmatig controleren of de wielbouten nog vastzitten.
Het functioneren van het remsysteem en de signaal- en verlichtingsinstallatie controleren.
Vuilwatertank legen.
Alle deuren, kastdeuren, schuiflades, kleppen, ramen en dakluiken sluiten. De koelkast-
deur vergrendelen.
Spoelbakafdekking (speciale uitvoering), hoogbedladder (speciale uitvoering), tafel en/of
andere losse uitrustingsvoorwerpen veilig opbergen.
Antennes (speciaal toebehoren) inschuiven of inklappen.
Buitenlamp (speciaal toebehoren) uitschakelen.
Opstaptrede (speciaal toebehoren) inklappen.
Alle buitendeuren en -luiken sluiten en vergrendelen.
In de winter voordat u gaat rijden het dak sneeuw- en ijsvrij maken.
Het verblijf van personen en meereizende huisdieren in het voertuig tijdens het rijden is uit-
sluitend toegestaan op stoelen met daarvoor geschikte veiligheidsgordels.
Voertuigen van 3,5 t tot 7,5 t zijn ontworpen voor een maximale snelheid van 100 km/u.
Deze maximale snelheid mag niet worden overschreden, ook niet wanneer in het reisland
een hogere snelheid is toegestaan.
Bij het parkeren van het voertuig de handrem tot de uiterste eindpositie aantrekken.
Bij het parkeren van het voertuig op hellingen wielkeggen (speciaal toebehoren) gebruiken.
Het remsysteem van het voertuig alleen door een geautoriseerde werkplaats laten contro-
leren en eventueel laten repareren.
Het voertuig moet bij transport op een autotrein of vrachtwagen in de rijrichting worden
geladen.