Operation Manual

Water en afvalwater
12
72 Adria Vans
12.2.2 Vuilwatertankverwarming (speciale uitrusting)
Bij sommige modellen is de vuilwatertank uitgerust met een elektrische verwarming.
Schakel de 12 V-voeding in.
Schakel de tankverwarming in op het controle- en schakelpaneel.
De tankverwarming schakelt bij temperaturen onder +5 °C automatisch in, wanneer
deze geactiveerd is.
12.3 Waterinstallatie legen
Als het voertuig langere tijd niet wordt gebruikt of bij vorstgevaar niet wordt verwarmd, de
gehele waterinstallatie legen, reinigen en laten drogen. Alle water- en afvoerkranen en aftap-
ventielen open laten.
Waterinstallatie legen:
Waterpomp en boiler uitschakelen.
Alle waterkranen openen in de middelste stand.
Watertank legen (hoofdstuk 12.1.1).
Veiligheidsventiel van de boiler openen (hoofdstuk 13.1.9).
Tank doorspoelen, reinigen en laten drogen.
Bij voertuigen met drukpomp: pomp kort inschakelen om restwater te verwijderen.
Alle waterkranen tot de volgende inbedrijfstelling van het voertuig geopend laten in de
middelste stand. Waterpomp pas weer inschakelen wanneer de watertank gevuld is.
Vuilwaterinstallatie legen:
Afvalwater in de vuilwatertank laten lopen.
Vuilwatertank op een daarvoor bestemde plaats legen.
Fecaliëntank legen.
Attentie!
Beschadiging van de tankverwarming
Gebruik van de tankverwarming zonder water kan resulteren in beschadiging van de
verwarming.
De tankverwarming op het paneel deactiveren wanneer de tank geleegd is.
Attentie!
Schade door vorst
Vorstschade aan de waterinstallatie vermijden.
Wanneer het voertuig bij vorstgevaar (overwinteren) niet wordt verwarmd, kan door ijs-
vorming schade aan de componenten van de water- respectievelijk vuilwaterinstallatie
ontstaan. Alle watertransporterende componenten legen.