Operation Manual

Veiligheid
2
8 Adria Vans
2.5.1 Gasstel
2.5.2 Gaskast
Voor elk gasgebruik controleren:
Gasflessen uitsluitend in de gaskast opslaan. Ze moeten overeind staan en beveiligd
tegen kantelen en draaien vastgebonden zijn.
De gaskast moet tegen de binnenruimte van het voertuig zijn afgedicht en op de vloer
respectievelijk direct erboven voorzien zijn van een ventilatieopening. Deze ventilatie-
opening moet minimaal een doorsnede van 100 cm
2
hebben en mag nooit worden afge-
dekt.
Alleen drukregelaars met veiligheidsventielen gebruiken! Andere regelaars zijn niet toe-
gestaan!
Regelaar op de gasfles zorgvuldig met de hand aansluiten. De schroefverbindingen op
de gasregelaar hebben een linkse schroefdraad. Geen gereedschap zoals b.v. een
sleutel of tang gebruiken.
Uitzondering: de hogedrukslangen van de Truma SecuMotion/MonoControl CS (spe-
ciale uitrusting) dienen met de bijgevoegde kunststofsleutel te worden aangedraaid.
Wij adviseren bij temperaturen onder 5 °C een vorstbeveiliger voor regelaars (b.v. toe-
behoren Eis-Ex) te gebruiken.
Geen stroomvoerende apparaten (b.v. accu's) of ontstekingsbronnen vormende appa-
raten in de gaskast in werking stellen of opslaan.
Elektrische leidingen alleen geïsoleerd door de gaskast voeren en niet met klemmen
verbinden; werkzaamheden door een geautoriseerde werkplaats laten uitvoeren.
De gaskast niet als opbergruimte gebruiken.
Gaskast beveiligen tegen onbevoegde toegang.
Gevaar!
Verstikkingsgevaar
Bij het gebruik van het gasstel in regulier bedrijf bestaat acuut levensgevaar door zuur-
stofgebrek en het eventueel ontstaan van reukloos en giftig koolmonoxide (CO)!
Bij het gebruiken van het gasstel altijd voor goede ventilatie zorgen. Altijd een raam,
dakluik of deur open houden.
Het gasstel nooit als verwarming gebruiken.
Gevaar!
Vergiftigingsgevaar
Als een vlam van het gasstel uitgaat, komt tot het aanspreken van de ontsteker korte
tijd onverbrand gas vrij, wat samen met de zuurstof in het voertuig een explosief meng-
sel vormt!
Tijdens het koken de vlammen in de gaten houden!
Na het koken de betreffende snelsluitkraan sluiten.