ÖKO_SANTO Elektronische koel-/vriescombinaties Gebruiksaanwijzing 818 17 60-00/3
Geachte klant, Lees eerst aandachtig de gebruiksaanwijzing door voordat U Uw nieuwe koelapparaat in gebruik neemt. Hierin staat belangrijke informatie over een veilig gebruik, over het opstellen en over het onderhoud van het apparaat. De gebruiksaanwijzing s.v.p. bewaren voor latere naslag. Aan eventuele volgende bezitters van het apparaat doorgeven. Deze gebruiksaanwijzing is voor meerdere, technisch vergelijkbare modellen in diverse uitvoeringen bestemd. S.v.p.
Inhoud Veiligheid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5 Weggooien . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7 Informatie over de verpakking van het apparaat . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7 Weggooien van oude apparaten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7 Transport apparaat . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Inhoud Interieur . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Legvlakken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Variabele binnendeur . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Flessenrek . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Schalen en houders . . . . . . . . . .
1 Veiligheid De veiligheid van onze apparaten voldoet aan de Europese en Nederlandse normen. Desondanks zien wij ons genoodzaakt u met de volgende veiligheidsaanwijzingen vertrouwd te maken: Juist gebruik • Het apparaat is voor huishoudelijk gebruik bedoeld. Geschikt voor het koelen, invriezen en bewaren van diepgevroren levensmiddelen alsmede voor de bereiding van ijs. Als het apparaat voor andere doeleinden gebruikt wordt kan de fabrikant geen verantwording nemen voor eventuele schaden.
Veiligheid wordt voorkomen dat spelende kinderen in het apparaat opgesloten worden (verstikkingsgevaar!) of in andere levensgevaarlijke situaties terechtkomen. • Kinderen zien de gevaren die in het omgaan met huishoudelijke apparaten schuilen vaak niet. Zorg daarom voor het nodige toezicht en laat kinderen niet met het apparaat spelen! Bij dagelijks gebruik • Houders met brandbare gassen of vloeistoffen kunnen door bevriezing lek raken.
Bij storing • Bij storing aan het apparaat eerst in deze handleiding onder "Wat te doen als..." kijken. Als de daar genoemde aanwijzingen niet verder helpen, niet zelf reparaties uitvoeren. • Elektrische apparaten mogen alleen door vaklieden gerepareerd worden. Door ondeskundige reparaties kunnen grote gevaren ontstaan. Wendt u zich voor reparaties s.v.p. tot de AEG klantenservice.
Transport apparaat Er zijn twee personen nodig om het apparaat te transporteren. Voor een betere grip zijn voor aan de onderkant en achter aan de bovenkant van het apparaat twee grepen aanwezig. 0 1. Het apparaat vastpakken aan de grepen op de plaatsen zoals op de tekening afgebeeld en transporteren. 2. Om het apparaat op de definitieve plaats te schuiven voorzichtig boven aan de bovenste deur duwen en het apparaat iets naar achteren kantelen.
Transportbescherming verwijderen 2. Transportbescherming van de deurlagers bij geopende deur verwijderen. 3. Transportbeschermdeel van het deurlager bij geopende deur verwijderen. Transportbeveiliging van de planken verwijderen: 4. Beveiligingsdelen tot aan de verdikking aan de rand van de plank naar voren schuiven. 5. Plank zo ver naar voren trekken, tot hij naar beneden gekiept kan worden en de beveiligingsdelen uit de geleidingen genomen kunnen worden.
Opstellen Opstelplaats Het apparaat in een goed geventileerde en droge ruimte neerzetten. De omgevingstemperatuur heeft invloed op het stroomverbruik en het onberispelijk functioneren van het apparaat. Het apparaat daarom – niet aan directe straling van de zon blootstellen; – niet bij radiatoren, naast een kachel of andere warmtebronnen plaatsen; – alleen op een plaats neerzetten waarvan de omgevingstemperatuur overeenkomt met de klimaatcategorie waarvoor het apparaat is ontworpen.
Opstellen Het apparaat heeft lucht nodig Lucht wordt onder de deur toegevoerd via de ventilatieopeningen in de sokkel en gaat dan via de ontluchting langs de achterwand naar boven. Deze ventilatieopeningen nooit afdekken of versperren zodat de lucht kan circuleren. Let op! Als het apparaat bijv. onder een kast geplaatst wordt, dient een afstand van minstens 10 cm tussen de bovenkant van het apparaat en het daarboven aangebrachte meubel aangehouden te worden. Apparaat uitlijnen 0 1.
Elektrische aansluiting Voor de elektrische aansluiting is een overeenkomstig de voorschriften geïnstalleerd, randgeaard stopcontact vereist. De elektrische beveiliging dient minstens 10 Ampère te bedragen. Als het stopcontact na het opstellen van het apparaat niet meer bereikbaar is, dient een passende maatregel in de elektrische installatie ervoor te zorgen dat het apparaat van het lichtnet afgekoppeld kan worden (bijv. zekering, LS-schakelaar, foutstroomveiligheidsschakelaar e.d.
Draairichting van de deur wisselen 2. Schroef bij gesloten deur van de vriesruimte de kruiskopschroeven uit het onderste deurlager en haal het deurlager er naar onderen toe af. 3. Sluit de deur van de vriesruimte. Open de deur van de koelruimte en schroef de bevestigingsschroef voor het zelfsluitmechanisme boven op de deur van de vriesruimte eraf. 4. Zet de scharnierstiften van het rechter in het linker gat. Haal de deur van de vriesruimte er voorzichtig naar voren toe uit en zet hem opzij. 5.
Draairichting van de deur wisselen 7. Schroef de bevestigingsschroef voor het zelfsluitmechanisme onder op de koelruimtedeur eraf. 8. Zet de bovenste scharnierstift naar links om. 9. Handgrepen en afdekdopjes volgens afbeelding overzetten. 10. Schroef het zelfsluitmechanisme linksonder op de deur van de koelruimte vast. 11. Schuif de deur van de koelruimte voorzichtig op de bovenste deurtap en sluit hem.
Draairichting van de deur wisselen 12. Schuif het middelste deurlager linksonder in de deur van de koelruimte en schroef het aan de behuizing vast. 13. Schroef het zelfsluitmechanisme linksboven op de deur van de vriesruimte vast. 14. Schuif de deur van de vriesruimte voorzichtig op de middelste lagerbout en sluit hem. 15. Zet het onderste deurlager met lagertap linksonder in de deur van de vriesruimte en schroef het vast. 16. Open de deur van de vriesruimte en zet de sokkelplaat erop.
Beschrijving apparaat Vooraanzicht (diverse modellen) Bedieningspaneel en controle-elementen Boter-/kaasvak met klep Deurvakken Variabele box (niet bij alle modellen) Flessenvak Fruit-/groenteladen Legvlakken Lade voor diepvriesproducten (alleen voor bewaren) Bij het ontdooien dient de onderste lade ook als dooiwateropvang Laden voor diepvriesproducten (voor bewaren en invriezen) Diepvriesplateau ë 16 Typeplaatje (naargelang model linksboven of -beneden) 818 17 60-00/3
Beschrijving apparaat Diepvriesplateau Onder de bovenste lade in de vriesruimte bevindt zich een diepvriesplateau met twee ijsbakjes. Op het diepvriesplateau kunt u bijv. bessen apart invriezen. Voordeel: de bessen worden niet platgedrukt, ze behouden hun natuurlijke vorm. De bevroren bessen kunt u daarna, in porties verpakt, in de laden leggen.
Beschrijving apparaat Bedieningspaneel 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 Controlelampje voor koelruimte (groen) Toets AAN/UIT voor koelruimte Temperatuurindicatie voor koelruimte Toetsen voor temperatuurinstelling voor koelruimte Indicatie voor ingeschakelde COOLMATIC-functie (geel) • COOLMATIC voor intensief koelen in de koelruimte Toets COOLMATIC Controlelampje voor vriesruimte (groen) Toets AAN/UIT voor vriesruimte Temperatuurindicatie voor vriesruimte Toetsen voor temperatuurinstelling voor vriesruimt
Beschrijving apparaat • Door weer te drukken op één van de twee toetsen gaat de GEWENSTE temperatuur steeds 1 stap omhoog resp. omlaag. • Als geen toets wordt ingedrukt, schakelt de temperatuurindicatie na korte tijd (ca. 5 sec.) automatisch weer op de WERKELIJKE temperatuur terug. GEWENSTE temperatuur betekent: De temperatuur die in de koel- resp. vriesruimte moet heersen, kan op de op het display aanwezige temperaturen ingesteld worden. De GEWENSTE temperatuur wordt knipperend aangegeven.
Voor ingebruikneming 1 Laat het apparaat, voordat u het op het elektriciteitsnet aansluit en voor de eerste ingebruikname, 30 minuten staan, als het rechtop vervoerd is. Als het liggend vervoerd is, moet het apparaat voor ingebruikname eerst 4 uur staan, zodat de olie naar de compressor kan terugstromen. Anders kan de compressor beschadigd worden. 0 1. Het interieur van het apparaat en alle accessoires schoonmaken voor het eerste gebruik (zie hoofdstuk “Reiniging en Onderhoud”).
Ingebruikneming Koelruimte en diepvriesruimte kunnen apart van elkaar bediend en geregeld worden. 0 1. Stekker in het stopcontact stoppen. Koelruimte in bedrijf nemen 0 1. AAN/UIT toets voor de koelruimte indrukken. Het groene lichtnetlampje voor de koelruimte gaat branden. 2. Gewenste temperatuur voor de koelruimte instellen (zie hoofdstuk "Temperatuur instellen"). 3 Aangezien de bewaartemperatuur in de koelruimte snel bereikt wordt, kunnen direct na inschakeling producten opgeborgen worden.
2. Druk op de toets „+“ (WARMER) om hogere temperaturen in te stellen. Druk op de toets „-“ (KOUDER) om lagere temperaturen in te stellen. Met elke toetsdruk wordt de temperatuur steeds 1 stap verder ingesteld. Aanwijzing: Uit voedingswetenschappelijk oogpunt is een bewaartemperatuur van ca. +5 °C in de koelruimte en -18 °C in de diepvriesruimte in de regel koud genoeg. 3 Als na het instellen van de temperatuur de toetsen niet meer ingedrukt worden, schakelt de temperatuurindicatie na korte tijd (ca.
FROSTMATIC-toets De FROSTMATIC-functie versnelt het invriezen van verse levensmiddelen en beschermt tegelijkertijd de reeds ingevroren waren tegen ongewenste verwarming. 0 1. Door te drukken op de FROSTMATIC toets wordt de FROSTMATIC-func- tie ingeschakeld. Het gele lampje gaat branden. 2. Door opnieuw op de FROSTMATIC toets te drukken kan de FROSTMATIC-functie te allen tijde handmatig beëindigd worden. Het gele lampje gaat uit.
Controle- en informatiesysteem Het controle- en informatiesysteem bestaat uit temperatuurindicatie, optische waarschuwingsindicaties en akoestische waarschuwingsinrichting. Het systeem waarschuwt: – als de temperatuur in de vriesruimte te hoog wordt; – bij functiestoringen aan het apparaat. Temperatuurwaarschuwing Het rode waarschuwingslampje knippert en er klinkt een alarm zodra de temperatuur in de vriesruimte warmer dan -12 °C is.
Interieur Legvlakken Eén legvlak moet in ieder geval in de onderste geleiders boven de fruiten groenteladen geschoven worden. Dit dient altijd op die plaats te zitten zodat fruit en groenten langer fris blijven. De overige legvlakken zijn in hoogte verstelbaar: 0 1. Daartoe het legvlak zover naar voren trekken tot het naar boven of onderen bewogen kan worden en eruit gehaald kan worden. 2. Om de legvlakken op een andere hoogte te zetten in omgekeerde volgorde te werk gaan.
Interieur Flessenrek (niet bij alle modellen) Flessen met de flessenhals naar voren in het vak leggen. Let op: Alleen ongeopende flessen horizontaal neerleggen. Om aangebroken flessen op te bergen kan het flessenrek schuin opgesteld worden. 0 1. Trek daartoe het flessenrek zover naar voren tot het naar boven gedraaid kan worden en schuif dan het voorste vak in het volgend hogere niveau.
Juiste manier van bewaren In de koelruimte heersen verschillende temperaturen. Het koudst is het op de onderste legvlakken boven de fruit- en groenteladen. Warmer is het op de bovenste legvlakken en in de deurvakken. Waar in de koelruimte de juiste temperatuur heerst voor de diverse soorten levensmiddelen laat het voorbeeld hiernaast zien. In de onderste lade van de diepvriesruimte niet invriezen, alleen diepvriesproducten bewaren.
Invriezen Behalve de onderste lade, die alleen voor bewaaren bestemd is, kunnen alle andere vakken en laden voor invriezen gebruikt worden. Let op! • Voor het invriezen van levensmiddelen moet de WERKELIJKE temperatuur in de diepvriesruimte -18 °C of kouder zijn. • Let op het invriesvermogen op het merk- en type-aanduidingsplaatje. Het invriesvermogen is de maximale hoeveelheid verse producten die binnen 24 uur ingevroren kan worden.
• Voor het sluiten van zakken en folie zijn geschikt: plastic klemmen, elastiekjes of plakband. • Voor het sluiten de lucht uit zakken en folie strijken, omdat lucht het uitdrogen van de diepvriesproducten bevordert. • Maak platte pakjes, deze bevriezen sneller. • Diepvriesdozen niet tot aan de bovenrand vullen met (half)vloeibare diepvriesproducten omdat vloeistof tijdens het invriezen uitzet. Aanwijzing voor testinstituten: Stapelschema’s ter vaststelling van de diepvriesprestatie resp.
Symbolen bewaarde producten/Diepvrieskalender (niet bij alle modellen) • De symbolen op de laden geven de diverse soorten diepvriesproducten aan. • De getallen geven voor ieder soort diepvriesproduct de bewaartijd in maanden aan. Of de hoogste of de laagste waarde van de aangegeven bewaartijd geldt, hangt af van de kwaliteit van de levensmiddelen en de behandeling voorafgaand aan het invriezen. Voor levensmiddelen met een hoog vetgehalte geldt altijd de laagste waarde.
Ontdooien Het apparaat ontdooien als de rijplaag een dikte van ca. 4 mm bereikt heeft; in ieder geval minimaal één maal per jaar. Een goed tijdstip om te ontdooien is als het apparaat leeg of praktisch leeg is. 1 Waarschuwing! • Geen elektrische verwarmingsapparaten en andere mechanische of kunstmatige hulpmiddelen gebruiken om het ontdooien te versnellen, met uitzondering van de hulpmiddelen die in deze gebruiksaanwijzing aanbevolen worden.
Reiniging en onderhoud Om hygiënische redenen dient het apparaat aan de binnenkant met toebehoren geregeld gereinigd te worden. 1 Waarschuwing! • Het apparaat mag tijdens het schoonmaken niet op het lichtnet aangesloten zijn. Gevaar voor elektrische schok! Voor het schoonmaken het apparaat uitschakelen en de stekker uit het stopcontact halen of de zekering uitschakelen er resp. uithalen. • Het apparaat nooit met stoomapparaten schoonmaken.
2 Stof op de condensor vermindert het koelvermogen en verhoogt het energieverbruik. Daarom eenmaal per jaar de condensor aan de achterkant van het apparaat met een zachte borstel of met de stofzuiger voorzichtig schoonmaken. 7. Als alles droog is het apparaat weer in gebruik nemen. 2 Tips voor energiebesparing • Het apparaat niet bij kachels, verwarmingen of andere warmtebronnen zetten. Bij een hoge omgevingstemperatuur werkt de compressor vaker en langer.
Wat te doen als ... Hulp bij storingen Het kan zich bij een storing om een klein defect handelen dat u zelf met behulp van de volgende aanwijzingen kunt oplossen. Geen verdere actie ondernemen als de volgende informatie in concrete gevallen niet verder helpt. 1 Waarschuwing! Reparaties aan het koelapparaat mogen alleen door vakmensen uitgevoerd worden. Door verkeerd uitgevoerde reparaties kunnen grote gevaren voor de gebruiker ontstaan. Wend u voor reparaties tot de AEG klantenservice.
Wat te doen als ... Storing Mogelijke oorzaak Hulp Lamp is kapot. Attentie: na 20 minuten schakelt de binnenverlichting automatisch uit. Nalezen in dit hoofdstuk onder "Lamp verwisselen". Sterke rijpvorming in het Deurafdichting is lek apparaat, eventueel ook op (eventueel na verwisseling de deurafsluiting. van deurdraairichting). Op lekkende plaatsen de deurafsluiting voorzichtig met een haardroger verwarmen (niet warmer dan ca. 50 °C).
Wat te doen als ... Lamp verwisselen 3 De binnenverlichting wordt bij geopende deur om veiligheidsredenen na 20 minuten automatisch uitgeschakeld. Als de deur de volgende keer weer geopend wordt, wordt hij weer ingeschakeld. 1 Waarschuwing! Gevaar voor elektrische schok! Voor het verwisselen van de lamp het apparaat uitzetten en de stekker uit het stopcontact trekken of de zekering uitschakelen c.q. eruit draaien. Lampgegevens: 220-240 V, max. 25 W, fitting: E 14 0 1.
Geluiden als het apparaat in bedrijf is De volgende geluiden zijn karakteristiek voor koelapparaten: • Klikken Altijd als de compressor in- of uitgeschakeld wordt, is een klikgeluid te horen. • Zoemen Zodra de compressor werkt, is een zoemgeluid te horen. • Borrelen/kabbelen Als koelvloeistof door dunne buisjes stroomt, is een borrelend of kabbelend geluid te horen. Ook na het uitschakelen van de compressor is dit geluid nog korte tijd te horen.
Vaktermen • Koelmiddelen Vloeistoffen die voor het opwekken van koude gebruikt kunnen worden noemt men koelmiddelen. Ze hebben een verhoudingsgewijs laag kookpunt, zo laag, dat de warmte van de in het koelapparaat opgeslagen levensmiddelen het koelmiddel tot koken resp. verdampen kan brengen. • Koelmiddelcircuit Gesloten circuit, waarin zich het koelmiddel bevindt. Het koelmiddelcircuit bestaat in principe uit een verdamper, een compressor, een condensor en pijpleidingen.
Klantenservice Als u vragen hebt waar deze gebruiksaanwijzing geen antwoord op geeft, kunt u de volgende afdelingen raadplegen: Consumentenbelangen (voor algemene, productof gebruiksinformatie) tel. fax 0172 - 468 172 0172 - 468 470 Storingen / Reparaties (voor bezoek servicetechnicus tel. fax 0172 - 468 300 0172 - 468 255 Belangrijk! Houd bij het opgeven van een storing altijd het PNC- en S-nummer van uw apparaat bij de hand.
AEG Hausgeräte GmbH Postfach 1036 D-90327 Nürnberg http://www.aeg.hausgeraete.