User manual

Beschrijving apparaat
818 17 60-00/3 19
Door weer te drukken op één van de twee toetsen gaat de GEWENSTE
temperatuur steeds 1 stap omhoog resp. omlaag.
Als geen toets wordt ingedrukt, schakelt de temperatuurindicatie na
korte tijd (ca. 5 sec.) automatisch weer op de WERKELIJKE tempera-
tuur terug.
GEWENSTE temperatuur betekent:
De temperatuur die in de koel- resp. vriesruimte moet heersen, kan op
de op het display aanwezige temperaturen ingesteld worden. De
GEWENSTE temperatuur wordt knipperend aangegeven.
WERKELIJKE temperatuur betekent:
De temperatuurindicatie geeft de temperatuur aan die op dat moment
werkelijk in de koel- resp. vriesruimte heerst. De WERKELIJKE tempera-
tuur wordt door het branden van een lampje aangegeven.
Temperatuurindicatie
De temperatuurindicatie kan meerdere soorten informatie aangeven.
Bij normaal gebruik wordt de temperatuur aangegeven die op dat
moment in de koel- c.q. vriesruimte heerst (WERKELIJKE tempera-
tuur), het betreffende lampje brandt.
Als de temperatuur in de vriesruimte hoger is dan het indicatiebereik
van de temperatuurindicatie, knippert het rode waarschuwingslampje
en alle lampjes van de temperatuurindicatie zijn uit.
Als de temperatuur in de koel- c.q. vriesruimte lager is dan het indi-
catiebereik van de temperatuurindicatie, knippert het lampje voor de
laagste indicatie (+2, -24) verder.
Tijdens de temperatuurinstelling wordt de op de moment ingestelde
temperatuur knipperend aangegeven (GEWENSTE temperatuur).
Als er een storing in het apparaat zit waardoor de temperatuur niet
meer vastgelegd kan worden, knipperen alle lampjes van de tempera-
tuurindicatie.