User manual

VOOR HET EERSTE GEBRUIK
1. Controleer of het ingestelde niveau
van de waterontharder juist is voor de
waterhardheid in uw omgeving. Als
dat niet het geval is, dan stelt u de wa-
terontharder in. Neem contact op met
uw plaatselijke waterinstantie voor in-
formatie over de hardheid van het wa-
ter in uw omgeving.
2. Het zoutreservoir vullen.
3. Vul het glansmiddeldoseerbakje.
4. Draai de waterkraan open.
5. Er kunnen wasmiddelen in het appa-
raat achtergebleven zijn. Start een
programma om ze te verwijderen. Ge-
bruik geen wasmiddel en gebruik de
mandjes niet.
Activeer de multitabfunctie als u
gecombineerde vaatwastabletten
gebruikt. Deze tabletten bevatten
vaatwasmiddel, glansspoelmiddel
en andere middelen. Zorg ervoor
dat deze tabletten geschikt zijn
voor de waterhardheid in uw om-
geving. Zie de instructies op de
verpakking van de producten.
DE WATERONTHARDER
INSTELLEN
Hard water bevat een grote hoeveelheid
mineralen die schade aan het apparaat en
slechte schoonmaakresultaten kan veroor-
zaken. De waterontharder neutraliseert
deze mineralen.
Het vaatwaszout houdt de waterontharder
schoon en in goede staat. Zie de tabel om
de waterontharder af te stellen op het
juiste niveau. Dit zorgt ervoor dat de wa-
terontharder de juiste hoeveelheid rege-
nereerzout en water gebruikt.
U moet de waterontharder hand-
matig en elektronisch instellen.
Waterhardheid
Waterontharder
afstelling
Duits
graden
(°dH)
Nederlands
graden
(°fH)
mmol/l Clarke
graden
Handma-
tig
Elek-
troni-
sche
51 - 70 91 - 125 9.1 - 12.5 64 - 88
2
1)
10
43 - 50 76 - 90 7.6 - 9.0 53 - 63
2
1)
9
37 - 42 65 - 75 6.5 - 7.5 46 - 52
2
1)
8
29 - 36 51 - 64 5.1 - 6.4 36 - 45
2
1)
7
23 - 28 40 - 50 4.0 - 5.0 28 - 35
2
1)
6
19 - 22 33 - 39 3.3 - 3.9 23 - 27
2
1)
5
1)
15 - 18 26 - 32 2.6 - 3.2 18 - 22 1 4
11 - 14 19 - 25 1.9 - 2.5 13 - 17 1 3
4 - 10 7 - 18 0.7 - 1.8 5 - 12 1 2
< 4 < 7 < 0.7 < 5
1
2)
1
2)
1)
Fabrieksinstelling.
2)
Gebruik geen zout op dit niveau.
NEDERLANDS
11