Operation Manual

Opstel- en aansluitaanwijzing
29
OPSTEL- EN AANSLUITAANWIJZING
Opstellen van de afwasautomaat
De afwasautomaat moet stabiel en waterpas op een vlakke vloer
worden opgesteld.
Schroefvoeten met de meegeleverde schroefsleutel uitdraaien om
oneffenheden in de vloer te compenseren en de hoogte van het
apparaat aan andere meubelen aan te passen. Bij onderbouw- en
geïntegreerde afwasautomaten kunnen de achterste voeten m.b.v.
een schroevendraaier aan de voorzijde van het apparaat worden
versteld.
Afvoerslang, toevoerslang en aansluitsnoer moeten binnen de
sokkeluitsparing achter vrij beweeglijk liggen, opdat de slangen
en het snoer niet geknikt of platgedrukt worden.
De afwasautomaat moet bovendien vast aan het doorlopende werk-
blad of aan de meubelen ernaast geschroefd worden. Deze maatregel
is absoluut noodzakelijk, opdat de volgens de voorschriften vereiste
kiepveiligheid gewaarborgd is.
Afhankelijk van de bouwvorm moeten de afwasautomaten als volgt
worden opgesteld:
Geïntegreerde afwasautomaten
(zie meegeleverd montagesjabloon)
3
De apparaatdeur kan worden voorzien van een decorplaat met de vol-
gende afmetingen:
breedte: 591 594 mm
dikte: 16 24 mm
hoogte:
(variabel)
afhankelijk van nishoogte
sokkelhoogte
aanpassing aan keukenmeubelen naast de
afwasautomaat
De precieze hoogtemaat moet op de plek van opstelling
van de keukenmeubelen gemeten worden.
gewicht: max. 8 kg