Operation Manual

29
ACA10
Druk nog eenmaal op de toets SELECT (13) om de BALANCE-regeling te
bereiken. Draai voor aanpassing van het niveau de draaiknop VOLUME
(13) tot het gewenste niveau is bereikt.
Druk nog eenmaal op de toets SELECT (13) om de FADER-regeling te
bereiken. Draai voor aanpassing van het niveau de draaiknop VOLUME
(13) tot het gewenste niveau is bereikt.
Plaats de stekker van de kabel in de AUX-aansluiting (20) om een extern
audio-apparaat aan te sluiten.
i
Het selecteren van de USB-of de geheugenkaartmodus werkt alleen
als een USB-apparaat of een geheugenkaart in de sleuf is geplaatst.
Radiofuncties5.3
Druk op de toets BD (6) om de radiobandbreedte te selecteren door tussen
FM1, FM2, FM3 te schakelen.
Om een vooraf ingesteld radiostation te selecteren, drukt u de betreffende
toets PRESET STATION (25) kort in.
Druk voor het zoeken naar een specieke frequentie herhaaldelijk op de toets
PREV (3) of op de toets NEXT (2) tot de gewenste frequentie is ingesteld.
Houd de toets PREV (3) of de toets NEXT (2) ingedrukt om automatisch
te zoeken. Het apparaat zoekt naar het volgende beschikbare station.
Om automatisch naar vooraf ingestelde radiostations te zoeken, gebruikt
u de AUTO SEEK-functie (9). Kort indrukken om naar alle vooraf ingestelde
stations in het geheugen van de huidige band te zoeken en gedurende
5 seconden op ieder station in het geheugen te blijven. Lang indrukken
om de stations met goede ontvangst automatisch op te slaan en ieder
station gedurende 5 seconden te scannen.
Om automatisch vooraf ingestelde radiostations te scannen, gebruikt u de
SCAN-functie (8). Indrukken om alle vooraf ingestelde stations in het
geheugen van de huidige band te scannen en gedurende 5 seconden op
ieder station in het geheugen te blijven.
Druk op de toets DISP (10) voor extra informatie over een radiostation
(programmatype/naam van het radiostation/radiotest).