Operation Manual

17
APRC6
Batterijstroom3.2
Het apparaat kan tevens worden gebruikt
op batterijstroom. Hiervoor maakt het
apparaat gebruik van zes batterijen (C).
i
Batterijen worden niet bij het apparaat
meegeleverd.
Batterijen zijn niet nodig voor normale
bediening.
Batterijen plaatsen
Verwijder de deksel van de
batterijhouder.
Plaats de batterijen in
overeenstemming met de (+) en (-)
polariteitsmarkeringen.
Plaats de deksel weer terug.
!
VOORZICHTIG
Verkeerde plaatsing van
batterijen kan lekkage van of
roestvorming op de batterijen
veroorzaken en het apparaat
beschadigen. In geval van
roestvorming, oxidatie,
lekkende batterijen en andere
soortgelijke defecten waarbij
geleidelijk zuur wordt gevormd,
komt de garantie te vervallen.