Operation Manual

18
Radiofuncties5.2
Schuif de schakelaar AM/FM (11) naar de AM-positie of de FM-positie om
de radiobandbreedte te selecteren.
Draai de draaiknop TUNING (2) naar de gewenste frequentie om een
frequentie of radiostation te selecteren.
i
Leg de etherantenne uit voor een betere ontvangst van de
FM-frequentie. Draai het apparaat voor een betere ontvangst van
de AM-frequentie.
De functie SLEEP instellen5.3
Schuif de AUTO-OFF-ON (1)-schakelaar naar de positie AUTO.
Selecteer het gewenste radiostation.
Druk op de toets SLEEP (13). De slaaptijd (59 min) knippert op de display.
Druk op de toets HOUR (10) of op de toets MIN (9) totdat de gewenste tijd
is ingesteld (1:59, 1:58, 1:57 .. 0:01).
Het apparaat stopt met afspelen na het verstrijken van de gekozen tijd.
Druk op de toets SNOOZE (8) om de functie SLEEP te annuleren.
Alarmfunctie5.4
Deze functie is beschikbaar in radio-, AUX- en toonmodus.
Bij radioalarm:
Schakel het apparaat in.
Selecteer het gewenste radiostation.
Stel het volume af.
Voor AUX-alarm:
Sluit de audiobron aan op het apparaat. Schakel de audiobron in.
Schakel het apparaat in.
Stel het volume af.
Bij het toonalarm:
Draai de draaiknop VOLUME (3) naar de positie OFF. De draaiknop
wordt op de positie vastgezet wanneer u een klik hoort.
Om het alarm te activeren, zet u de schakelaar AUTO-OFF-ON (1) in de
positie AUTO.
Om het alarm op te heffen, zet u de schakelaar AUTO-OFF-ON (1) in de
positie OFF.