Operation Manual

VEILIGHEID
Voordat u het apparaat begint te gebruiken, moet u controleren of het voltage van het apparaat
overeenstemt met het voltage van uw netvoeding.
Bij het verwijderen van de stekker uit het stopcontact moet u de stekker vastnemen. Nooit aan het
snoer trekken.
Wanneer de stekker van het apparaat in een stopcontact zit, blijft het apparaat ook wanneer u de
stroom uitschakelt onder stroomspanning zelfs wanneer u de stroom uitschakelt.
Verwijder de stekker uit het stopcontact wanneer een vloeistof of voorwerp in de behuizing heeft
kunnen binnendringen. Het apparaat mag dan niet meer worden gebruikt tot het door ervaren
vakmensen werd onderzocht.
Maak de behuizing niet open. Eventuele herstellingen mogen uitsluitend door gekwalificeerde
technici worden uitgevoerd.
DE PLAATSING
Installeer het apparaat waar een goede ventilatie mogelijk is, om oververhitting te voorkomen.
Plaats het apparaat nooit in rechtstreeks zonlicht of vlakbij warmtebronnen.
Plaats het apparaat horizontaal, en zet er nooit zware voorwerpen bovenop.
Plaats het apparaat niet in zeer stoffige ruimtes.
HET SCHOONMAKEN
Gebruik een z achte doek met een weinig neutr aal detergent om de behuiz i ng, het paneel en de
bedieningstoetsen schoon te vegen.
Gebruik nooit schuurpapier, glanspoeder of chemische oplosmiddelen op basis van alcohol of
benzine.
Wanneer de spiegellens vuil is veegt u ze voorzichtig schoon met een zachte, pluisvrije doek. Raak
het lensoppervlak niet aan en maak er geen krassen in.
• Gebruik uitsluitend batterijen van het aanbevolen type en afmetingen.
Let erop dat u de batterijen volgens de correcte polariteit inzet als aangeduid in het batterijenvak.
Batterijen die omgekeerd zijn ingezet kunnen het apparaat schade toebrengen.
• Gebruik nooit batterijen van verschillende types (bijv. alkaline en koolstofzink) of oude en nieuwe
batterijen samen.
•Verwijder de batterijen wanneer u het apparaat lange tijd niet gaat gebruiken. Dit om te voorkomen dat
de batterijen gaan lekken, wat schade en verwondingen kan veroorzaken.
• Probeer nooit batterijen die niet voor het herladen bestemd zijn op te laden; zij kunnen gaan
oververhitten en barsten (volg altijd de richtlijnen van de fabrikant van de gebruikte batterijen).
• Zwakke batterijen kunnen gaan lekken en het apparaat ernstig beschadigen.
• Verwijder altijd batterijen zodra ze leeg raken.
• De batterijen van de afstandsbediening gaan ongeveer een jaar mee, afhankelijk van de intensiteit van
uw gebruik van de afstandsbediening.
•Voor de beste performance is het aan te raden de batterijen op jaarlijkse basis te vervangen, of telkens
wanneer de afstandsbediening niet goed functioneert.
2. VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET APPARAAAT
3. VOORZORGSMAATREGELEN IN VERBAND MET BATTERIJEN
D-5