Gebruiksaanwijzing – Alde Compact 3020 HE
Gebruiksaanwijzing 3 Controle van het verwarmingssysteem voor gebruik 3 De eerste keer dat het verwarmingssysteem wordt gestart 3 Starten van de verwarmingsketel 4 Ruststand 4 Instellingenmenu 4 Geactiveerde functies 7 Gereedschapsmenu 8 Servicemenu 11 Lokaliseren van storingen 11 Foutmeldingen 12 Reset 12 Het activeren van geïnstalleerde functies 13 Verzorging en onderhoud 14 Belangrijke informatie 15 Garantie 15 Kabelaansluiting tussen verwarmingsketel en bedieningspaneel e
GEBRUIKSAANWIJZING ALDE COMPACT 3020 HIGH EFFICIENCY Lees deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig door voordat de verwarmingsketel in gebruik wordt genomen. Voor installatie-instructies zie aparte handleiding. Deze instructie is goedgekeurd voor verwarmingsketel Alde Compact 3020, gemonteerd in het voertuig conform CE 0402 nr. SC0653-13 en heeft een E5 markering voor installatie in voertuigen conform R122 en R10. Installatie en reparatie mogen alleen worden uitgevoerd door een specialist.
3. STARTEN EN AFZETTEN VAN DE VERWARMINGSKETEL Het bedieningspaneel en de verwarmingsketel zijn afgezet. Het bedieningspaneel en de verwarmingsketel zijn aangezet. 1. Om de verwarmingsketel te starten drukt u op de On-/Off-knop en de opstartafbeelding wordt getoond. De verwarmingsketel start met de laatst gekozen instellingen. 3020 High Efficiency 2. Om de verwarmingsketel af te zetten, drukt u op de On-/Off-knop. 4.
:1 STEL DE GEWENSTE TEMPERATUUR INR De temperatuur kan worden ingesteld van +5°C tot +30°C met intervallen van 0,5°C. NB: Als de nacht- of dagautomaat is geactiveerd, zie paragraaf 7:1 punt 1 en 2 is het niet mogelijk temperatuurinstellingen te doen. De plus- en minsymbolen zijn dan grijs. 1. De temperatuur die wordt getoond, is de temperatuur die momenteel is ingesteld. 1 kW 5:2 2. Verhoog de temperatuur door te drukken op +. Verlaag de temperatuur door te drukken op -. 3.
5:3 OPWARMING MET ELEKTRICITEIT Ga op de volgende manier te werk om de opwarming met elektriciteit te activeren. Hoe hoger het vermogen is dat u kiest, des te sneller wordt de opwarming.Bij de keuze van zowel elektriciteit als gas kan de prioriteit worden ingesteld, zie paragraaf 7:1 punt 3. De verwarmingsketel gebruikt niet meer vermogen dan nodig zelfs als er 3kW gekozen wordt. +22°C 1 kW 1. Start en ga door de verschillende vermogenstanden (Off, 1kW, 2kW of 3kW) met + of –.
6. GEACTIVEERDE FUNCTIES A Door te drukken op het A symbool (zie Figuur 1) is het mogelijk verder te gaan naar de geactiveerde functies (zie afbeelding 2). Deze pagina laat de verschillende functies die geactiveerd zijn zien. Van hieruit zijn de respectievelijke functies die zijn geactiveerd bereikbaar en kunnen nieuwe instellingen worden gedaan. NB: Het symbool A is alleen zichtbaar als een van de functies die beneden getoond worden geactiveerd en/of geïnstalleerd zijn.
7. GEREEDSCHAPSMENU Vanuit het instellingsmenu is het mogelijk verder te gaan naar het gereedschapsmenu. 1. Bedieningspaneel in instellingenmenu. Druk op het gereedschapssymbool om in het gereedschapsmenu te komen. +22°C 1 kW 7:1 GEREEDSCHAPSMENU - FUNCTIES Als u zich in het gereedschapsmenu bevindt, zijn er de volgende gereedschappen. Als een functieknop grijs is, is de functie niet geïnstalleerd en/of geactiveerd. 1 2 3 4 9 Settings 8 7 1. 6 3.
Pijlsymbolen Blader tussen de verschillende gereedschapsvelden door te drukken op de pijlsymbolen omhoog of omlaag. Verlaat het gereedschapsmenu met de MENU-knop of de retourknop. 8. Achtergrondverlichting Ruststand (Standb. Screen) kan worden ingesteld in drie verschillende standen, Donker, Licht en Geïnverteerd. Donker (Dark): Zet de achtergrondverlichting af.
17. Circulatiepompsinstellingen Pompkeuze: (Select) Keuze van pomp. *12 V pomp, de capaciteit is stapsgewijs instelbaar met een knop van een potentiometer op de achterkant van de pomp (1-5), normale stand is 2, wat in de meeste gevallen werkt. Zit op de ketel gemonteerd. *PWM gestuurde 12 V pomp, dat is een toerental gestuurde pomp die ingesteld kan worden in vijf verschillende standen (Level 1-5) via het paneel, normale stand is 2, wat in de meeste gevallen werkt. Zit op de ketel gemonteerd.
8. SERVICEMENU Door op Service te drukken (zie figuur 1) komt u in het Servicemenu. De functie toont de waarden van de verwarmingsketel op het scherm (Figuur 2 en 3). Update van de waarden vindt iedere seconde plaats. Figuur 2 Figuur 3 Service Settings Glycol Temp: 80° C Water Temp: Fan rotation: Current: 55° C 0RPM 0.0A Overheat: Deact Service PCB Temp: 20° C Ext Switch: deact Boiler: XXXX Panel: XXXX NL Figuur 1 9.
9:1 FOUTMELDINGEN Low battery: Als het voertuig een accuspanning hebben lager dan 10,5 V, slaat de verwarmingsketel af. Dit wordt automatisch hersteld als de spanning weer boven 11 V komt. Als de spanning lager wordt kunnen verschillende foutmeldingen ook opduiken. Dit zijn geen echte storingen. Controleer dan of de verwarmingsketel de juiste spanning krijgt. Fan restarts: Verkeerde ventilatorsnelheid. Er wordt een nieuwe startpoging oindernomen. Bij herhaalde storingen ontstaat een Fan failure.
11. HET ACTIVEREN VAN GEÏNSTALLEERDE FUNCTIES Controleer de eerste keer dat het verwarmingssysteem wordt gebruikt of de toebehorenfuncties zijn geactiveerd. Dit geldt ook als het verwarmingssysteem wordt aangevuld met toebehorenfuncties. Activeer de toebehorenfuncties door te drukken op Installed Accessoiries, (zie Figuur 1) en boek de respectievelijke functie / toebehoren in om te activeren.
12. VERZORGING EN ONDERHOUD • • • • • 14 Controle en verversen van het glycolmengsel. Controleer regelmatig het vloeistofniveau van het verwarmingssysteem in het expansievat. Het niveau moet ca. 1 cm boven de minimale lijn liggen bij koud verwarmingssysteem. Het verwarmingssysteem moet zijn gevuld met een vloeistofmengsel dat bestaat uit water en glycol. Gebruik volledig gemengde glycol van hoge kwaliteit (met inhibitoren) bedoeld voor verwarmingssystemen van aluminium.
• Schakel altijd de hoofdschakelaar van de verwarmingsketel uit als het voertuig niet gebruikt wordt. • Bij het wassen van het voertuig, niet direct tegen de schoorsteen aan spoelen. • Bij winterkamperen opletten datschoorsteen en ontluchtingsventielen vrij van sneeuw en ijs gehouden worden. • Opwarming van het voertuig kan plaatsvinden zonder dat de boiler is gevuld met zoet water. • De gasketel en het verwarmingselement kunnen gelijktijdig werken. Er wordt niet meer vermogen gebruikt dan nodig.
15. KABELAANSLUITING COMPACT 3020 HE EN BEDIENINGSPANEEL 3020 HE Sluit de toebehoren van het bedieningspaneel aan volgens onderstaande tekening. NB: Klem 12V-kabels of kabels voor sensoren niet samen vast met 230V kabels. Plaats de kabels bij voorkeur niet tegen elkaar. Als de kabels samen worden gebonden, neemt het risico van gebruiksstoringen toe.
NL 17
Box 11066 • S-291 11 Färlöv • Sweden Tel: +46 (0)44 712 70 info@alde.se • www.alde.