GEBRUIKSAANWIJZING Draadloos Alarm Systeem DA-100
ATTENTIE Waarschuwing bij installatie in België: Plaatselijke (politie) verordeningen kunnen eisen dat u deze alarminstallatie door een erkende installateur laat installeren of, indien u de centrale zelf heeft geïnstalleerd, deze door een erkende installateur laat controleren en in gebruik laat nemen. Daarnaast kunnen er plaatselijke beperkingen zijn met betrekking tot het plaatsen van de sirene. Raadpleeg hiervoor de lokale autoriteiten op dit gebied.
INTRODUCTIE Met het Alecto DA-100 alarmsysteem, heeft u een volledig beveiligingssysteem in huis gehaald. Het systeem wordt geleverd met een draadloze bewegingsdetector om bijvoorbeeld de hal of de woonkamer te beveiligen en met de meegeleverde draadloze deur/raamcontacten kunt u deuren en ramen bewaken. Dankzij de draadloze afstandsbedieningen kunt u de centrale uit het zicht plaatsen en toch bedienen.
INSTALLATIE Algemeen: Het is raadzaam eerst een schets te maken van het te beveiligen object en daarin de alarmcentrale en de diverse sensoren in te tekenen. Om een zo optimaal mogelijke dekking te verkrijgen is het te adviseren de alarmcentrale centraal in het pand te plaatsen. Houd rekening met een maximale afstand van de diverse onderdelen naar de alarmcentrale van 50 meter; zie ook ‘Tips betreffende het bereik’ op pagina 2.
Aansluiten telefoons: Omdat in geval van alarm de alarmcentrale de geprogrammeerde alarmnummers moet kunnen kiezen, moet de alarmcentrale de telefoonlijn vrij kunnen maken. Dit is alleen mogelijk als u ALLE telefoons in uw huis, inclusief fax, draadloze telefoons en een eventuele huistelefooncentrale, verbindt met aansluiting ‘TELEPHONE’ op de alarmcentrale.
Meestal volstaat het om het meegeleverde verbindingssnoertje in aansluiting ‘TELEPHONE’ van de alarmcentrale te doen en de andere zijde van dit snoertje in uw bestaand telefoontoestel te pluggen. Controleer na deze installatie de telefoonverbinding door de hoorn van uw telefoon op te nemen en een nummer te kiezen. Voeding: De alarmcentrale wordt gevoed door de meegeleverde 9V DC voedingsadapter. Sluit deze aan de linkerzijde van de alarmcentrale aan (aansluiting ‘9V DC’).
De accu wordt automatisch opgeladen zodra u de voedingsadapter aansluit en in een 230V stopcontact steekt. Let op dat de accu pas volledig is opgeladen nadat de adapter 3 dagen onafgebroken aangesloten is geweest. Sirene: De sirene is voorzien van een vast aansluitsnoer met stekker. De sirene verbindt u met de centrale door het stekkertje in de aansluiting ‘Alarm out’ aan de achterzijde van de centrale te pluggen. De sirene kan met schroeven of door middel van dubbelzijdige tape bevestigd worden.
Hang de bewegingsdetector op in de woonkamer of in de gang en richt de sensor op de ingang van deze ruimte of op het object dat u wilt beveiligen. Let op dat de sensor reageert op bewegingen. Vermijd vals alarm, veroorzaakt door bijvoorbeeld bewegende gordijnen en huisdieren. Tip: Het is te adviseren om de bewegingssensor pas definitief te plaatsen nadat de centrale is aangesloten en op de correcte werking van de diverse componenten is getest.
Let op dat als de deur en/of het raam gesloten is, de afstand tussen de magneet en de deur/raamcontact minder dan 3 mm moet bedragen. Dubbelzijdige tape ten behoeve van de bevestiging is reeds aangebracht.
INSCHAKELEN U kunt nu de voedingsadapter van de centrale in het stopcontact doen en de centrale inschakelen door de ON OFF schakelaar aan de achterzijde van de centrale in de positie ON te schuiven, 3 Korte beeptonen klinken en het lampje POWER licht op. Bij 1e keer inschakelen: Indien de alarmcentrale voor de eerste maal ingeschakeld wordt, is er nog geen alarmboodschap ingesproken en zijn er geen alarm telefoonnummers ingeprogrammeerd.
Let op dat tijdens het programmeren het nummer tevens daadwerkelijk gekozen wordt. Hiermee kan de juistheid van het nummer worden gecontroleerd. Alarmnummers programmeren: 1. neem de hoorn van de telefoon op die achter de alarmcentrale is aangesloten 2. druk 2x kort op toets RECORD van de alarmcentrale 3. voer via het toetsenbord van de telefoon het als eerste te kiezen alarmnummer in en sluit dit af met ‘* # 1’ 4. uit de alarmcentrale klinken 2 beeptonen en het nummer is vastgelegd 5.
Alarmnummers wissen: 1. neem de hoorn van de telefoon op die op de alarmcentrale is aangesloten 2. druk 2x kort op toets RECORD (linkerzijde alarmcentrale) 3. druk achtereenvolgens *, # en het volgnummer van het te wissen nummer (voorbeeld: druk * # 5 om het alarmnummer met volgnummer 5 te wissen). 4. uit de alarmcentrale klinkt een dubbele beeptoon en het nummer is gewist. Alarmtekst: Dit is de tekst die via de telefoon afgespeeld espeeld wordt in geval van alarm.
WERKING Zorg dat de ON/OFF schakelaar aan de onderzijde van de alarmcentrale in de positie ON staat. In- / uitschakelen alarm: Het in- en uitschakelen van de alarmcentrale geschiedt via de meegeleverde afstandsbedieningen. Inschakelen met uitstapvertraging: Druk op de afstandsbediening op toets ON om de alarmcentrale in te schakelen. Een korte beeptoon klinkt en het ARM-lampje gaat knipperen. U heeft nu 30 seconden de tijd om het pand te verlaten zonder dat u het alarm activeert.
Bewegingsdetector: Zodra de bewegingsdetector een beweging constateert, stuurt deze detector een signaal naar de alarmcentrale. Indien de alarmcentrale is ingeschakeld en de uitstapvertraging is verstreken, dan zal het alarm worden geactiveerd en het alarm zal afgaan. Let op: zodra de bewegingsdetector een beweging detecteert, wordt onmiddellijk een signaal naar de centrale gestuurd. Indien er continue beweging plaatsvindt, wordt pas na 30 seconden opnieuw een melding naar de centrale gestuurd.
Let op dat de ingebouwde sirene in het deur/raamcontact niet automatisch na 3 minuten stopt. Dit signaal kunt u uitschakelen door de deur of raam te sluiten of de schakelaar in positie OFF te schuiven. In het geval de schakelaar in de positie OFF staat, dan is het betreffende deur/raamcontact geheel uitgeschakeld en zal dus geen alarm kunnen geven. Paniekalarm: Druk op de afstandsbediening op toets ALARM om de alarmcentrale direct in de alarmtoestand te brengen.
ALARM Alarm-afhandeling door de alarmcentrale: Zodra de alarmcentrale van een van de detectoren een alarmmelding ontvangt of op de afstandsbediening wordt toets ALARM ingedrukt, dan reageert de centrale als volgt: 1. de sirene gaat af (deze stopt automatisch na 3 minuten) 2. tegelijkertijd maakt de alarmcentrale de telefoonlijn vrij door de telefoontoestellen die op de alarmcentrale zijn aangesloten, af te schakelen 3.
Via mobiele telefoons (GSM’s), die niet op uw alarmcentrale zijn aangesloten, kunt u wel normaal blijven telefoneren. Alarmsituatie opheffen: Druk op de afstandsbediening op toets OFF om de alarmsituatie op te heffen. De sirene stopt (voor zover de 3 minuten nog niet verstreken waren) en de telefoonkiezer verbreekt de verbinding. Alarm-afhandeling door u, indien u opgebeld wordt: Indien u tijdens een alarmsituatie door de alarmcentrale gebeld wordt, dan kunt u als volgt handelen: 1. u hoort de alarmtekst 2.
SPECIAAL Systeemuitbreiding: U kunt de alarmcentrale uitbreiden met extra afstandsbedieningen, deur/raamcontacten of bewegingsdetectors. Als volgt dient u deze aan de centrale aan te melden: 1. zorg dat de alarmcentrale in de ruststand staat 2. druk kort op toets ‘CODE’ en laat deze toets weer los 3. druk binnen een seconde opnieuw op toets ‘CODE’ en houd deze nu ingedrukt totdat na ruim 2 seconden een beeptoon klinkt 4.
Wijzigen sensorcodes: Zowel de bewegingsdetector, de raam/deurcontacten en de afstandsbedieningen sturen de signalen gecodeerd naar de alarmcentrale. Vanaf de fabriek zijn alle sensoren en de centrale reeds van een unieke code voorzien en is het niet nodig deze te wijzigen. Alleen in het geval van een mogelijke systeemstoring of vermeende sabotage wordt geadviseerd alle componenten van uw alarmsysteem te voorzien van een nieuwe, unieke, code: 1. zorg dat het alarm in de ruststand staat 2.
Let op dat u tussen het aanmelden van 2 sensoren niet langer dan 40 seconden wacht. Wacht u langer, dan klinkt een dubbele beeptoon en sluit de centrale het programmeren van de sensorcodes af. U dient dan opnieuw te beginnen. Attentie: indien u bij de voorgaande procedure een of meer sensoren of afstandsbedieningen vergeet, dan is/zijn deze NIET voorzien van de nieuwe code en zal/zullen dus ook niet meer functioneren. Het is dus van belang dat u alle sensoren bij deze procedure activeert.
MOGELIJKE PROBLEMEN EN OPLOSSINGEN Uit de centrale klinken regelmatig beeptonen: * Geen alarmnummers geprogrammeerd * Geen alarmtekst ingesproken Lampjes bij de centrale lichten niet op: * De centrale staat uitgeschakeld met de hoofdschakelaar. Schakel deze in (zie de ON/OFF schakelaar aan de achterzijde van de centrale). * De adaptervoeding was uitgevallen en de accu is leeg. Controleer de adapteraansluiting en herstel de voeding.
Afstandsbediening doet het niet: * Batterij leeg; vervang deze. * De afstandsbediening is niet aangemeld aan de centrale; meld deze aan (zie het hoofdstuk ‘systeemuitbreiding’ op pagina 18) Alarm gaat niet af: * Het alarm staat uitgeschakeld; schakel deze in. * Het alarm staat in de uitstapvertraging; wacht totdat het lampje ‘ARM’ stopt met knipperen, pas nu is het alarm daadwerkelijk ingeschakeld.
* U bent aangesloten op een telefooncentrale, anders dan die van de Nederlandse of Belgische PTT, en deze telefooncentrale herkent de kiessignalen niet die uw alarmcentrale verstuurt. Neem contact op met uw telefoonmaatschappij of met de Alecto servicedienst. Vals alarm: * De PIR-bewegingsdetector reageert op huisdieren, wapperende gordijnen of veranderende hitte van kachels. Richt de bewegingsdetector opnieuw waarbij deze objecten vermeden worden.
SPECIFICATIES Alarmcentrale & sirene: Voeding: 9V DC, via voedingsadapter Noodvoeding: ingebouwde accu Stroomafname in rust: <9mA Stroomafname in stand-by: <12mA Stroomafname bij alarm: <160mA Geluidsdruk sirene: >105dB / 0.5m Ontvangstfrequentie: 433.5MHz ~ 434MHz PIR-bewegingsdetector: Voeding: 6V DC, via 4x 1,5V batterij, formaat AA penlite Stroomafname in rust: <0.
VOEDING SENSOREN EN AFSTANDSBEDIENING Zowel de sensoren als de afstandbedieningen worden door middel van batterijen gevoed. Indien Alkaline batterijen zijn geplaatst en bij normaal gebruik hebben deze batterijen een levensduur van ruim een jaar. Het veelvuldig activeren van de sensoren (ongeacht of de alarmcentrale is in- of uitgeschakeld) en het bedienen van de afstandsbediening verkort de levensduur van de batterijen.
VERKLARING VAN CONFORMITEIT Het toestel voldoet aan de essentiële voorwaarden en voorzieningen zoals omschreven in de Europese richtlijn 1999/5/EC. De verklaring van conformiteit is beschikbaar op de website WWW.ALECTO.INFO INHOUDSOPGAVE ATTENTIE Waarschuwing bij installatie in België ....................................... 2 Telefoonmaatschappij ................................................................. 2 Tips betreffende het bereik .........................................................
PROGRAMMEREN Alarmnummer(s): Belangrijke tips .......................................................................... 10 Alarmnummer(s) programmeren ............................................... 11 Alarmnummer wijzigen .............................................................. 11 Alarmnummers wissen .............................................................. 12 Alarmtekst ....................................................................................
Service Help Aziëlaan 12 ‘s-Hertogenbosch WWW.HESDO-SERVICE.NL INFO@HESDO-SERVICE.NL +31 (0) 73 6411 355 ver 3.