Operation Manual

13
WERKING
Zorg dat de ON/OFF schakelaar aan de onderzijde van de
alarmcentrale in de positie ON staat.
In- / uitschakelen alarm:
Het in- en uitschakelen van de alarmcentrale geschiedt via
de meegeleverde afstandsbedieningen.
Inschakelen met uitstapvertraging:
Druk op de afstandsbediening op toets ON om de alarm-
centrale in te schakelen. Een korte beeptoon klinkt en het
ARM-lampje gaat knipperen. U heeft nu 30 seconden de
tijd om het pand te verlaten zonder dat u het alarm acti-
veert. Na 30 seconden klinkt weer een beeptoon en licht
het lampje continu op. Het alarm is nu geactiveerd.
Inschakelen zonder uitstapvertraging:
Druk op de afstandsbediening kort na elkaar (binnen 3
seconden) eerst op toets ON (een beeptoon klinkt) en
dan op toets ALARM (er klinkt weer een beeptoon) om de
alarmcentrale direct in te schakelen, dus zonder de uitstap-
vertraging. Het lampje ARM licht continu op en het alarm is
direct geactiveerd.
Uitschakelen:
Druk op de afstandsbediening op toets OFF om het alarm
uit te schakelen. Een beeptoon klinkt en het ARM-lampje
dooft.
Ook bij een alarm-situatie kunt u het alarm op deze wijze
uitschakelen. De sirene stopt dan en de telefoon-kiezer
verbreekt de verbinding.