Operation Manual

Ontvanger:
De ontvanger mag alleen gevoed worden door oplaadbare
batterijen.
Het gebruik van normale, niet oplaadbare, batterijen is NIET TOEGE-
STAAN en kan leiden tot brand of explosie gevaar.
De ontvanger wordt gevoed door 2 oplaadbare batterijen van het type Nikkel-
Metal-Hydride (NiMH), formaat AA (penlite). Deze batterijen worden opgeladen
via de meegeleverde oplader.
1. Open het batterij compartiment van de ontvanger en
plaats de meegeleverde oplaadbare batterijen.
Let op de polariteit (+ en -), deze is in het batterij-
compartiment aangegeven. Sluit het batterij compartiment.
2. Sluit de 4.5V / 300mA adapter aan de op lader en doe de
adapter in een 230V stopcontact.
3. Plaats de ontvanger in de oplader om de batterijen op te
laden, het rode 'CHARGE' lampje licht op en de batterijen
worden opgeladen.
Zodra de ontvanger in de lader geplaatst wordt, verzorgt
de voedingsadapter de voeding van de ontvanger èn
worden de batterijen opgeladen.
WANDMONTAGE:
Wordt de zender of de ontvanger aan een wand gehangen, boor dan een gat in
de wand en plaats hierin een plug en een schroef; laat de kop van de schroef
enkele millimeters uitsteken.
Hang de zender en/of de ontvanger op door de uitsparing in de riemclip over de
schroef in de muur te schuiven en de zender en/of de ontvanger licht naar bene-
den te drukken.
RIEMCLIP:
Met behulp van de riemclip kunnen de zender en/of ontvanger
aan een broekriem worden meegedragen. De riemclip kan
verwijderd worden door het borglipje iets omhoog te trekken
en de riemclip naar beneden te schuiven.
5