Operation Manual

6
3 INSTALLATIE
3.1 OUDER-UNIT:
De ouder-unit betrekt zijn voeding uit de 2 meegeleverde oplaadbare
batterijen. Deze batterijen worden opgeladen via de meegeleverde opla-
der met adapter
ATTENTIE: ALLEEN OPLAADBARE BATTERIJEN PLAATSEN!
NORMALE BATTERIJEN KUNNEN NIET OPGELADEN WORDEN EN
KUNNEN MOGELIJK EXPLODEREN INDIEN TOCH GEPLAATST.
1. neem de riemclip af door met een kleine schroeven-
draaier het borglipje opzij te drukken en de riemclip
naar boven weg te klikken
2. druk het geribbelde vlakje aan de onderzijde van de
ouder-unit zachtjes in en neem de batterijdeksel van de
ouder-unit
3. plaats de 2 meegeleverde oplaadbare batterijen zoals
in het batterijcompartiment staat aangegeven, let daar-
bij op de polariteit (+ en -); plaats alleen de meegele-
verde batterijen met de volgende specificaties:
spanning / capaciteit: 1.2V / 750mAh of meer
soort / formaat: NiMH, AAA, HR03
4. schuif de batterijdeksel terug en plaats desgewenst ook de riemclip
terug op de ouder-unit
5. doe de voedingsadapter van de bijgeleverde oplader in een 230Volt
stopcontact en plaats de ouder-unit op de oplader; het batterijlampje
CHARGE op de oplader en het lampje
op de ouder-unit lichten op;
de batterijen worden nu opgeladen
Let op: de lampjes CHARGE op de oplader en op de ouder-unit blijven
opgelicht, ook als de batterijen geladen zijn. Lege batterijen zijn na ongeveer
24 uur opgeladen waarna u de ouder-unit van de oplader kunt afnemen.
3.2 BABY-UNIT:
De baby-unit betrekt zijn voeding uit de meegeleverde voedings-
adapter. Sluit alleen de meegeleverde adapter aan met de volgende
specificaties:
Input: 100-240VAC 150mA; Output: 9VDC 500mA