Operation Manual

15NL
«
STARTER» (indien
aanwezig) = koud starten
«LANGZAAM» laagste
toerental van de motor
«SNEL» hoogste toerental
van de motor
De «STARTER» stand (indien voorzien) veroorzaakt een verrijking
van het mengsel en dient alleen te worden gebruikt bij de start
met een koude motor, alléén voor zolang dit minimaal nodig is.
Voor het rijden kiest de bestuurder een stand tussen
«LANGZAAM» en «SNEL».
Zet de gashendel tijdens het maaien in de stand «SNEL».
4.22