Operation Manual

32NL
4. De motor start niet
5. De motor slaat af
6. Een moeilijke start of een onregelmatige
werking van de motor
7. Krachtverlies van de motor tijdens
het maaien
8. Bij het inschakelen van het mes, slaat de
motor af
9. Een onregelmatig maaibeeld
en onvoldoende opvang van gras
een onderbroken aardaansluiting van
de microschakelaars
geen toestemming tot starten
geen toevoer van benzine
storing bij start
een onderbroken aardaansluiting van
de microschakelaars
brandstofprobleem
rijsnelheid te hoog ten opzichte van
de maaihoogte
geen toestemming tot inschakelen
het maaidek dat niet parallel loopt met
het grasveld
controleer de aansluitingen
controleer of aan de nodige voorwaarden werd
voldaan om de motor te starten ( 5.2.a)
controleer het niveau in de brandstoftank
( 5.3.3)
controleer de bekabeling voor de opening van de
brandstofklep
controleer de benzinefilter
controleer of de dop van de bougie bevestigd is
controleer de netheid en de correcte afstand tus-
sen de elektroden
controleer de aansluitingen
reinig of vervang de luchtfilter
maak het bakje van de carburateur schoon
maak het bakje van de carburateur schoon
controleer en vervang eventueel de benzinefilter
vertraag en/of zet het maaidek in een hogere
stand ( 5.4.5)
controleer of de veiligheidsvoorschriften werden
nageleefd ( 5.2.b)
controleer de bandenspanning ( 5.3.2)
PROBLEMEN MOGELIJKE OORZAAK OPLOSSING
Manuele start