User Manual

77
STORINGEN VINDEN EN VERHELpEN
  
Het apparaat
werkt niet
Onderbreking in de electrische installatie
- controleer of de stekker goed in het stopcontact
zit
- controleer of de spanningskabel niet beschadigt
is
- controleer of er spanning op het stopcontact
staat door bv. een ander toestel aan te sluiten bv.
een nachtlamp
- controleer of het apparaat aan staat door de
thermostaat op meer dan 0 te zetten
Binnenverlichting
werkt niet
De gloeilamp is los of doorgebrand ( In
apparaten met gloeilampen verlichting).
- Controleer het vorige puntHet apparaat werkt niet”-
draai de gloeilamp aan of vervang de doorgebrande
(In apparaten met gloeilampen verlichting).
Vries-/koeltempe-
ratuur is niet laag
genoeg
Slechte instelling van de temperatuurre-
gelaar
- draai de draaiknop op een hogere positie
De omgevingstemperatuur is hoger of
lager dan de temperatuur welke aange-
geven staat op de tabel met technische
gegevens van het apparaat.
Het apparaat is bestemd voor werking in een
temperatuur welke aangegeven is op de tabel met
technische gegevens van het apparaat.
Het apparaat staat in de zon of te dicht bij
een warmtebron
- verander de opstelling van het apparaat volgens
de gebruiksaanwijzing
In het apparaat werd te grote hoeveelhe-
id warme levensmiddelen per een keer
gelegd
- 72 uur wachten tot de producten gekoeld (inge-
vroren) worden en de temperatuur terug naar het
gewenste niveau gaat
De ventilatie binnen de cel is belemmerd
- controleer of de levensmiddelen en dozen de
achterwand van de koelkast niet aanraken
De ventilatie aan de achterkant van het
apparaat is belemmerd
- van de wand schuiven voor de afstand van min.
30 mm
De deur van de koelkast/vriezer wordt te
vaak geopend of blijft te lang open staan
- de deur minder vaak openen en/of de tijd van
open staan verkorten
De deur is niet goed gesloten
- levensmiddelen en vakken zo leggen, dat ze het
sluiten van de deur niet belemmeren
De compressor werkt niet vaak genoeg
- controleer of de omgevingstemperatuur niet
lager is dan het bereik van de klimaatklasse.
De dichting van de deur zit los - dichting vastmaken
Het apparaat
werkt continue
Slechte instelling van de temperatuurre-
gelaar
- temperatuur met de draaiknop naar beneden
draaien
Andere redenen in het punt „Vries-/koel-
temperatuur is niet laag genoeg”
- controleren volgens punt „Vries-/koeltemperatuur
is niet laag genoeg”
Er ontstaat water
in de onderste
deel van de ko-
elkast
De waterafvoeropening is verstopt
- maak de verstopte opening schoon (zie hoofd-
stuk - „Ontdooien van de koelkast”)
De ventilatie binnen de cel is belemmerd
- controleer of de levensmiddelen en dozen de
achterwand van de koelkast niet aanraken
Ongewone of ster-
kere geluiden
Het apparaat staat niet waterpas en
stabiel
- het apparaat waterpas opstellen
Het apparaat raakt aan wanden, meubels
of andere elementen
- het apparaat zo opstellen, dat er geen andere
elementen aanraakt en zelfstandig staat
Bij het normale gebruik van het koeltoestel kunnen er verschillende soorten geluiden ontstaan, die geen enkele invloed
hebben op de correcte werking van de koelkast.

lLawaai doordat de koelkast niet waterpas staat – regel de opstelling met behulp van de regelvoetjes vooraan. Leg
eventueel zacht materiaal onder de wieltjes achteraan, in het bijzonder bij een tegelvloer.
lWrijving tegen de aanpalende meubelen – verschuif de koelkast.
lKnarsen van schuiven of schappen – neem de schuif of het schap weg en plaats het daarna terug.
lGeluid van tegen elkaar stotende essen – plaats de essen uit elkaar.
Geluiden die hoorbaar zijn tijdens het normale gebruik van het toestel, worden veroorzaakt door de werking van de
thermostaat, de compressor (aanslaan), het koelsysteem (krimpen en uitzetten van het materiaal onder invloed van
temperatuurverschillen en doorstroom van koelvloeistof).
NL