Operation Manual

Verbinding met een andere gekoppelde mobiele telefoon
Lees eerst de informatie in de inleiding en de veiligheidsaanwijzingen
op pagina 41 en volg deze op.
Indien men het apparaat met een andere gekoppelde telefoon wil verbinden,
hoeft de actuele verbinding niet te worden afgebroken. Door de verbinding met
een andere telefoon wordt de verbinding met de bestaande mobiele telefoon au-
tomatisch afgebroken.
In het hoofdmenu Telefoon op de functietoets
B
» Afbeelding 22 op pagina
39 drukken.
Er verschijnt een lijst met eerder gekoppelde telefoons.
De gekoppelde, met het apparaat te verbinden telefoon selecteren.
Op het apparaatbeeldscherm verschijnen de melding ... Deze verbinding door ...
vervangen? en de volgende functietoetsen.
Annuleren - Beëindiging van het menu voor het wisselen van telefoon
Vervangen - Verbinding met gekozen telefoon
Na een succesvolle verbinding verschijnt op het apparaatbeeldscherm de mel-
ding ... Gebruiker is verbonden en vervolgens het hoofdmenu » Afbeelding 22 op
pagina 39.
Als de gewenste telefoon niet in de lijst met eerder gekoppelde telefoons is ge-
vonden, dan moet de telefoon met het apparaat worden gekoppeld » pagina 42.
Bluetooth
®
-profiel in-/uitschakelen
Lees eerst de informatie in de inleiding en de veiligheidsaanwijzingen
op pagina 41 en volg deze op.
Op de toets
Bluetooth Gekoppelde appar. drukken.
Er verschijnt een lijst met gekoppelde apparaten.
Door indrukken van de functietoets van het aangesloten Bluetooth
®
-apparaat
wordt er een menu met mogelijk ondersteunde verbindingsprofielen op het geko-
zen apparaat geopend.
Door indrukken van de functietoets met de naam en het symbool van het verbin-
dingsprofiel, verschijnt op het apparaatbeeldscherm contextafhankelijk de mel-
ding ... Wilt u het profiel werkelijk verbreken? en een menu met functietoetsen.
Verbreken - Door indrukken van de functietoets wordt het gekozen profiel uit-
geschakeld.
Of
Vervangen - Is het apparaat al met een andere telefoon verbonden, dan wordt
door indrukken van de functietoets het bestaande profiel door een nieuw pro-
fiel vervangen.
Op het apparaatbeeldscherm verschijnt de melding ... Verbinding met … wordt
gemaakt… en het gekozen Bluetooth
®
-profiel wordt ingeschakeld.
In elk menu wordt door indrukken van de functietoets Annuleren de profielwissel
beëindigd.
Mogelijke profielsymbolen:
Symbool Betekenis
Apparaten die de functie van de handsfreeset (Bluetooth
®
-
profiel HFP)
a)
ondersteunen
Apparaten die met het apparaat via het Bluetooth
®
-profiel
HFP
a)
zijn verbonden
Bluetooth
®
-speler (Bluetooth
®
-profielen A2DP en AVRCP)
b)
Bluetooth
®
-speler die met het apparaat via de Bluetooth
®
-
profielen A2DP en AVRCP
b)
is verbonden
a)
HFP is een Bluetooth
®
-profiel dat de functie van de handsfreeset ondersteund.
b)
A2DP en AVRCP zijn Bluetooth
®
-profielen die multimediafuncties ondersteunen.
Is er al een Bluetooth
®
-apparaat via een profiel met het apparaat verbonden, dan
wordt, als dat profiel op een ander apparaat wordt ingeschakeld, het profiel op
het actieve apparaat beëindigd en naar het nieuw gekozen apparaat omgescha-
keld.
Alleen het nieuw gekozen profiel wordt omgeschakeld, de andere profielen blij-
ven met het oorspronkelijke apparaat verbonden.
Aan het apparaat kunnen meerdere telefoons (of Bluetooth
®
-apparaten) worden
gekoppeld, er kan er echter maar één actief via het profiel HFP en één via het
profiel A2DP resp. AVRCP verbonden zijn.
44
Telefoon