Operation Manual

NL-33
Nederlands
Automatische
instelling van
luidsprekers
Een automatische luidspreker instelfunctie is in uw
AVR360 ingebouwd. De automatische luidspreker
instelfunctie van Arcam probeert om alle belangrijke
luidsprekerinstellingen van alle luidsprekers in uw
systeem te programmeren. De functie berekent tevens
de kameregalisatie (kamer EQ) lterwaarden om enkele
van de ergste eecten van resonantiefrequenties in de
luisterkamer te elimineren.
Uw AVR360 systeem wordt geleverd met een
kalibratiemicrofoon die in het
AUX-stekkercontact
op het frontpaneel moet worden aangesloten en
gericht moet worden op de hoofdluisterpositie. Deze
microfoon vangt de speciale kalibratietonen op die
door de luidsprekers worden uitgezonden wanneer de
automatische luidsprekerinstelling wordt uitgevoerd.
De AVR360 analyseert hierna het signaal en bepaalt:
<
welke luidsprekers aanwezig zijn;
<
het luidspreker type;
<
de luidsprekerafstand;
<
het luidsprekerniveau;
<
de kantelfrequentie naar de subwoofer (of de grote
voorluidsprekers als er geen subwoofer aanwezig
is);
<
storende resonantiefrequenties in de kamer die
door lteren geëlimineerd moeten worden.
Om het systeem zo nauwkeurig mogelijk te
houden tijdens het uitvoeren van de automatische
luidsprekerinstelling dient u enkele richtlijnen te
volgen:
<
Beperk achtergrondgeluid in de luisterkamer en
andere dichtstbijzijnde kamers tot een minimum.
<
Sluit alle ramen en deuren van de luisterkamer.
<
Zet alle ventilatoren inclusief aircosystemen uit.
<
Als u de microfoon in uw hand houdt in plaats van
het installeren hiervan op een statief of dergelijke
apparatuur, dan moet u uw hand en vingers stil
houden om microfoonruis te vermijden.
<
Plaats de instelmicrofoon naar boven gericht
op hoofdhoogte in de normale luisterpositie.
Het is niet nodig om de microfoon direct op de
luidspreker te richten voor het weergave van de
testtoon. (Het helpt als u de microfoon precies
kunt opstellen waar uw hoofd zich normaal zou
bevinden voor het luisteren, en met de microfoon
in een directe zichtlijnverbinding naar alle
luidsprekers).
<
Als uw systeem uitgerust is met een actieve
subwoofer, dan kunt u beginnen met het instellen
van het uitgangsniveau / versterkingsregeling op
een waarde halverwege het maximum en minimum.
Na het activeren wordt er via elk kanaal om de beurt
een kalibratietoon weergegeven, inclusief het kanaal
van de subwoofer. De kalibratietoon wordt twee
keer door elke luidspreker uitgezonden. Als u geen
volledige 7.1 luidsprekerconguratie hee, dan zijn
er stilteperioden tussen sommige luidsprekerkanalen.
Volg de ‘voortgang’ informatie op het scherm.
Na het meten van alle kanalen verschijnt er een
overzicht van de luidsprekerconguratie op het scherm.
U kunt dan beslissen of u de instellingen accepteert,
uw systeem opnieuw meet of de automatische
luidsprekerinstelling annuleert zonder de instellingen
op te slaan.
De automatische luidsprekerinstelling functie is te
vinden in het instelmenu, zie paginaNL-37. Kamer EQ
wordt standaard niet op de broningangen toegepast.
U moet kamer EQ activeren op ingangen die van deze
functie kunnen proteren door het luisteren naar het
afspelen van standaard bronmateriaal via elke ingang.
De EQ functie kan in het Ingangsconguratie menu
worden ingeschakeld.
Hoewel kameregalisatie kan helpen bij het reduceren
van problemen met de akoestiek in de luisterkamer,
is het meestal veel beter om deze problemen met de
kamer direct op te lossen. Het juist opstellen van
luidsprekers, akoestische wandbehandelingen en
het verplaatsen van de luisterpositie van de wanden
vandaan zullen in het algemeen betere resultaten
opleveren. Dit kan thuis echter moeilijk zijn en daarom
is de functie-kamer EQ uw tweede beste keuze.
Problemen
Wij raden u aan om naar de vermelde metingen op het
scherm te kijken na het uitvoeren van de automatische
luidsprekerinstelling om voor de hand liggende
onjuiste resultaten te constateren, en vooral na te
gaan of de vermelde luidsprekers zijn afgestemd op
uw conguratie en of de luidsprekerafstanden naar de
luisterpositie ongeveer juist zijn. Voer de automatische
luidsprekerinstelling opnieuw uit als de resultaten niet
aan uw verwachtingen voldoen.
De automatische luidsprekerinstelling-functie is
normaal vrij nauwkeurig maar kan bij gelegenheid
valse resultaten verstrekken. Deze problemen kunnen
het gevolg zijn van:
<
externe geluiden of dreunende geluiden /
hanteringsruis die door de microfoon worden
opgevangen.
<
geluidsreecties van harde oppervlakken (b.v.
ramen of wanden) dichtin de luisterpositie;
<
zeer sterke akoestische resonanties in de kamer.
<
obstakels (zoals een bank) tussen de luidsprekers en
de microfoon.
Als u hierna nog steeds problemen hee of als u de
meest nauwkeurige resultaten wilt bereiken voor een
ultieme surroundkwaliteit, dan raden wij u aan om de
handmatige methode te gebruiken voor het vaststellen
van luidsprekerafstanden en –niveaus.
Gebruik van de subwoofer
Als uw systeem over een actieve subwoofer beschikt,
dan kan het nodig zijn om de automatische
luidsprekerinstelling opnieuw uit te voeren met het
uitgangsniveau/versterkingsregeling van de subwoofer
ingesteld, op een hogere of lagere waarde. zodra het
overzicht op het scherm problemen meldt met het
instellen van de subwoofer.
De automatische luidsprekerinstelling functie probeert
om een kantelfrequentie te kiezen die een probleemloze
laagfrequente overgang van de hoofdluidsprekers
naar de subwoofer mogelijk maakt. Als dit geen
bevredigende resultaten oplevert, dan raden wij u
aan om andere kantelfrequenties met de hand uit te
proberen die meer aan uw voorkeur voldoen.
Zie de volgende secties voor informatie over
het met de hand invoeren of veranderen van
luidsprekerinstellingen.
OPMERKING
Automatische kalibratie is alleen mogelijk
voor luidsprekerconguratie 7.1 of 5.1. Andere
luidsprekerconguraties, zoals een 2.1-opstelling
(links, rechts en subwoofer), moeten handmatig
worden gecongureerd met behulp van de
luidsprekerconguratiemenu’s (zie paginaNL-38),
waarbij we verwijzen naar de richtlijnen voor
luidsprekertypen en luidsprekerniveaus op
paginaNL-32 .