Operation Manual

NL-35
Nederlands
Ingangsconfiguratie
De audio- en video-instellingen op deze pagina van het
instelmenu kunnen speciek en onaankelijk op de
huidige geselecteerde ingang worden afgestemd.
Wanneer een andere ingang is geselecteerd op de
ingangregel, dan worden alle ingangsspecieke
instellingen voor die ingang hieronder weergegeven.
Deze instellingen worden uitsluitend toegepast voor
de vermelde ingang en worden in een geheugen
opgeslagen en opgeroepen zodra het systeem wordt
ingeschakeld en wanneer die ingang wordt geselecteerd.
Ingang – De huidige geselecteerde ingangsconnectors
waar de instellingen hieronder betrekking op hebben.
Naam – De weergegeven naam van de ingang. U kunt
de naam van een ingang veranderen om deze af te
stemmen op uw instelling. Als u bijvoorbeeld twee
satellietontvangers bezit, dan kunt u de hoofdontvanger
aansluiten op de Sat audio- en video-ingangsconnectors
en de naam veranderen in ‘SAT 1’. U kunt de tweede
satellietontvanger hierna aansluiten op de VCR
audio- en video-ingangsconnectors, en de VCR naam
veranderen in ‘SAT 2’. Hierna is het duidelijker voor
gebruikers van uw AVR360 welke ingangen ze moeten
selecteren wanneer ze hier doorheen bladeren.
Lipsynchronisatie – Elke ingang kan een eigen
instelling krijgen om een tijdvertraging in te voeren
tussen de audio- en videosignalen en op deze manier
te compenseren voor asynchroon geluid en beeld.
Dit is normaal vereist wanneer videoverwerking
in het systeem wordt gebruikt voor het aanpassen
of vervangen van videolijnen. Het bereik van de
lipsynchronisatie vertraging is 0 tot 250 milliseconden.
De lipsynchronisatie aanpassing kan uitsluitend
vertraagde videobeelden corrigeren. Stel de
lipsynchronisatie in op minimum als de audio
vertraagd is.
Modus – Stelt de oorspronkelijke audio
decodeermodus in voor stereogeluid op deze ingang.
<Laatste Modus roept de laatst gebruikte instelling
voor deze ingang op wanneer stereogeluid wordt
weergegeven. Zie de sectie “2-kanaals bronmodi”
op paginaNL-40 voor meer informatie.
Uitbreidingsmodus – Stelt de oorspronkelijke audio
decodeermodus in voor meerkanaals digitale bronnen
op deze ingang.
<Laatste Modus roept de laatst gebruikte instelling
voor deze ingang op wanneer stereogeluid
wordt weergegeven. Zie de sectie “Meerkanaals
bronmodi” op paginaNL-41 voor meer informatie.
Hoge tonen -
Lage tonen -
Deze stellen u in staat om de lagetonen- en
hogetonenweergave voor alle huidige actieve
luidsprekers, voor elke individuele ingang, te
veranderen. Als de lage tonen van uw PVR-bron
bijvoorbeeld te licht klinken, dan kunt u dit
corrigeren door PVR te selecteren, op de Ingangsregel
bovenaan het menu, en 2 of 3 dB toevoegen aan de
lagetonenregeling. Hierna worden de lage tonen
automatisch versterkt wanneer de PVR-ingang wordt
geselecteerd voor de volledige duur van de selectie.
Kamer EQ – Wanneer de automatische
luidsprekerinstelling functie wordt uitgevoerd, dan
worden de kameregalisatie coëciënten berekend om
enkele van de ergste resonantiefrequenties in de kamer
op de luisterpositie te elimineren. De kamer EQ wordt
standaard niet op de broningangen toegepast, maar u
kunt deze voor elke ingang individueel instellen.
<Niet berekend: (uitsluitend informatie) De
automatische luidsprekerinstelling werd niet
uitgevoerd of is verkeerd zodat selectie onmogelijk
is.
<Aan: de kamer EQ wordt op de huidige bron
toegepast.
<Uit: de kamer EQ wordt niet op de huidige bron
toegepast.
Ingangsniveau – Stelt het maximale analoge
ingangssignaalniveau (gevoeligheid) voor deze ingang
in voordat de ADC (analoog/digitaal-omvormer)
signaalweg wordt afgekapt. De opties zijn eectieve,
maximale 1, 2 en 4 Volt ingang. De standaardwaarde is
2 eectieve Volt maximum.
Analoge bronnen met lage uitgangsniveaus kunnen
bijvoorbeeld baat hebben bij het kiezen van de 1V
maximale instelling. Dit garandeert een optimale
signaal-ruisverhouding van het systeem en zorgt er
tevens voor dat de verschillende analoge bronnen
hetzelfde geluidsniveau weergeven voor een bepaalde
volumeregeling.
Dolby Volume –Dolby Volume is een intelligent
systeem dat de waargenomen audiofrequentieweergave
bij lagere luisterniveaus verbetert en volumeverschillen
tussen bronnen (b.v. een bepaald radiostation en een
BD) en programma’s (b.v. een TV show en reclames)
corrigeert.
<On: Op deze ingang wordt Dolbyvolume toegepast.
<O: (standaard) Op deze ingang wordt geen
Dolbyvolume toegepast.
Dolby Leveller (automatische volumeregeling) – Deze
instelling van Dolby volume bepaalt hoe zachte en
luide bronnen en programma’s op elkaar afgestemd
kunnen worden gebaseerd op de waargenomen
geluidssterkte door het oor. Het bereik van de waarden
is 0 (minimale regeling) tot 10 (maximale regeling).
De standaardinstelling is 2, maar wij raden u echter
aan om met lagere waarden te experimenteren als
het niveau van uw bronapparatuur vrijwel hetzelfde
is. Als de automatische volumeregeling functie is
uitgeschakeld, dan wordt er geen niveauaanpassing
tussen de bronnen en het programma uitgevoerd.
Wij wijzen u er echter op dat het op ‘Uit’ zetten
van de Dolby Leveller instelling van Dolby Volume
niet hetzelfde is als de volledige functie van Dolby
Volume op ‘Uit’ zetten omdat het verwerken van de
volumegerelateerde frequentieweergave nog steeds
actief is. Zie “Dolbyvolume” op paginaNL-42 voor meer
informatie..
DV Calib. Oset – De kalibratie osetparameters van
Dolby Volume stellen u in staat om te compenseren
voor luidsprekereciëntie en luisterposities. De
standaardwaarde is 0 die normaal een goed resultaat
oplevert wanneer de luidsprekerniveaus van de
AVR360 worden ingesteld door gebruik van een
geluidsdrukniveaumeter.
Zie de sectie “Dolbyvolume” op paginaNL-42 voor
verdere informatie over kalibratie oset.
Surround EX – Stelt in hoe het systeem de
decodeermode moet congureren na ontvangst van
van een Dolby Digital EX bitstream. Wij wijzen u erop
dat deze instelling uitsluitend van toepassing is als u
surround luidsprekers achter hee. Het kan zijn dat u
met deze twee decodeermodi wilt experimenteren om
vast te stellen aan welke modus u de voorkeur gee met
Dolby Digital EX gecodeerd materiaal. De opties zijn
Auto DD EX, Auto PLIIx en Handmatig.
< Auto DD EX: Wanneer een Dolby Digital EX
agged bitstream wordt gedetecteerd, dan schakelt
de decodeermodus automatisch over op Dolby
Digital EX. Deze kan tijdelijk worden overbrugd
door op de
MODUS toets op de afstandsbediening of
het frontpaneel te drukken.
< Auto PLIIx Movie: Wanneer een Dolby Digital EX
agged bitstream wordt gedetecteerd, dan schakelt
de decodeermodus automatisch over op Pro Logic
IIx Movie. Deze kan tijdelijk worden overbrugd
door op de
MODUS toets op de afstandsbediening of
het frontpaneel te drukken.
< Handmatig: De ontvangen Dolby Digital Ex
wordt behandeld als een gewone Dolby Digital
stroom zodat de EX of PLIIx decodeermodi niet
automatisch worden geselecteerd. In plaats hiervan
wordt de vorige, gebruikte decodeermodus voor
een meerkanaals digitale bron op deze ingang
toegepast. De EX of PLIIx decodeermodi kunnen
echter handmatig worden toegepast door op de
MODUS toets te drukken.
Stereomodus – Als uw systeem over een
subwoofer beschikt, dan kunt u kiezen hoe de
lagetonenweergave verdeeld wordt tussen de linker
en rechter voorluidsprekers en de subwoofer
wanneer u naar (uitsluitend 2-kanaals) analoge
en digitale stereobronnen luistert. Kies de optie
waarmee u de meest solide, gelijkmatig klinkende
lage tonen bereikt. Als u een subwoofer voor
stereogeluid gebruikt, raadpleeg dan tevens
Substereo hieronder om het niveau van de
subwoofer in te stellen. Test met een test CD of een
actief programma voor de beste resultaten. Deze
instelling kan worden gebruikt om uw standaard
luidsprekerinstellingen in het Spkr Types menu
te overbruggen wanneer het systeem stereogeluid
weergee. Het is vrij gebruikelijk om vast te
stellen dat het luisteren naar 2-kanaals stereoaudio
het beste is met een enigszins andere sub/
luidsprekerinstelling dan voor surround lms.
< Zoals voor Type luidspreker: Uw standaard
luidsprekerconguratie (zoals in Spkr Types menu)
wordt gebruikt om het signaal te sturen wanneer er
een analoge of digitale stereobron wordt gespeeld.
< Links/Rechts: Volledige frequentie stereo
informatie. Het audiogeluid wordt naar de linker
en rechter voorluidsprekers gestuurd zonder het
omleiden van de lage tonen. U kunt deze instelling
gebruiken indien u meent dat uw linker/rechter
voorluidsprekers het volledige frequentiebereik
van de audio kunnen weergeven. Als u uw grootte
van de linker/rechter voorluidsprekers als Klein
hebt ingesteld op de Spkr Types (Type luidspreker)
instelpagina, dan kunt u deze optie gebruiken
om de instelling te overbruggen naar Groot voor
het luisteren naar stereoaudio als u linker/rechter