User Guide

3-12
Hoofdstuk 3: Algemene gebruiksaanwijzing
3.3 Probleemoplossing (Veelgestelde vragen)
Probleem Mogelijke oplossing
Stroom-LED brandt niet
Druk op de knop om te controleren of de monitor
aan staat.
Controleer of de stroomkabel goed is aangesloten
op de monitor en de netvoeding.
Controleer de functie Voedingsindicator in het
OSD-hoofdmenu. Selecteer "Aan" om de voedings-
LED in te schakelen.
De stroom-LED brandt
amberkleurig en er is geen
schermbeeld
Controleer of de monitor en de computer aan staan.
Controleer of de signaalkabel goed is aangesloten
op de monitor en de computer.
Controleer de signaalkabel op gebogen pennen.
Sluit de computer aan op een andere beschikbare
monitor en controleer of de computer goed werkt.
Het schermbeeld is te licht of te
donker
Stem de instellingen van het Contrast en de
Helderheid af via OSD.
Het beeld beweegt of een
golfpatroon is aanwezig in het
beeld
Controleer of de signaalkabel goed is aangesloten
op de monitor en de computer.
Verwijder elektrische apparatuur die de elektrische
interferentie kunnen veroorzaken.
Het schermbeeld heeft verkeerde
kleuren (wit ziet er niet uit als wit)
Controleer de signaalkabel op gebogen pennen.
Opnieuw instellen via OSD.
Stem de R/G/B-kleurinstellingen af of selecteer de
kleur via OSD.
Geen geluid of zacht geluid Controleer of de audiokabel goed is aangesloten op
de monitor.
Stem de volume-instellingen af van zowel uw
monitor als de computer.
Controleer of het stuurprogramma van de
geluidskaart van de computer goed is geïnstalleerd
en geactiveerd.
Controleer of de geluidsbron correct is in de OSD.