Installation Instructions

Installatievoorschrift ATAG A-Serie
13
6.6 Warmwatervoorziening
Monteer de drinkwaterinstallatie volgens de huidige regelgeving.
De ATAG A is voorzien van een roestvaststalen platenwisselaar voor bereiding van
warmwater. De ketel heeft geen warmwatervoorraad en zal bij warmwatervraag het
doorstromende water direkt verwarmen.
In gebieden met een waterhardheidswaarde hoger dan 15°D dient de platenwis-
selaar frequenter van kalkaanslag ontdaan te worden. Een verkalkte platenwis-
selaar valt niet onder garantie.
Indien er zich problemen voordoen bij toepassing van sanitair water met een
hoger chloridegehalte dan 150 mg/l kan er geen aanspraak gemaakt worden op
de garantievoorwaarden.
Om verkalking te voorkomen adviseert ATAG het toepassen van een ATAG Descale
waterontharder.
ATAG adviseert voor het reinigen van platenwisselaars het gebruik van bv. AlphaPhos.
De hardheid van het water loopt in Nederland uiteen. De waterleidingmaatschappij kan
hieromtrent exacte informatie verschaffen.
De ketelleidingen van de warmwatervoorziening moeten door middel van een kneltting
aangesloten worden op de installatie. De ketel moet voorzien worden van een inlaat-
combinatie met een veiligheidsventiel van 8 bar. De overstort van het veiligheidsventiel
moet aangesloten worden op de rioolleiding.
In de koudwaterleiding in de ketel is een doseerventiel gemonteerd. Het doseerven-
tiel zorgt ervoor dat er een hoeveelheid water geleverd wordt die een gegarandeerde
temperatuur van 60°C heeft (uitgaande van een koudwatertemperatuur van 10°C). De
hoeveelheid water wordt nagenoeg niet beïnvloed door de waterdruk.
Controleer na installatie het warmwaterdebiet bij volledig geopende warmwaterkraan,
Indien het debiet te laag blijkt kan deze verhoogd worden door het uitnemen van de O-
ring in het doseerventiel:
- Sluit de watertoevoer door het dichtdraaien van de inlaatcombinatie;
- Open een warmwaterkraan om de warmwaterleiding drukloos te maken;
- Verwijder de mantel van de ketel;
- Draai met dop- of ringsleutel 15 de dop van het doseerventiel;
- Haal de kunststofbus met doseerventiel uit het huis;
- Verwijder het O-ringetje uit het kunststof deel van het doseerventiel;
- Plaats alles terug in omgekeerde volgorde.
Doseerventiel
Figuur 5