Operation Manual

NL DEEL VOOR DE INSTALLATEUR
Voedingskabel: De verkoper-importeur-installateur is verplicht om de isolatie
klasse van de
voedingskabel aan te passen aan de geldende technische normen en de
omgevingsfactoren.
1.4 Temperatuurregeling
Indien noodzakelijk kan de temperatuur van het was- en spoelwater worden ingesteld met
behulp van de instelschroeven van de respectievelijke thermostaten.
De aanbevolen temperaturen bedragen 5C voor het a fwaswater (wastank) en 85-90°C
voor het spoelwater (boiler).
Apparaten met een boiler in de wastank zijn slechts uitgerust met een thermostaat, die
ingesteld moet worden op 75-80°C.
1.5 Gebruik van de naspoelmiddeldispenser
Technische gegevens
Werking: Er wordt gebruikgemaakt van het gecombineerde drukverschil dat ontstaat door
het in- en uitschakelen van de zeeppomp en de spoeldruk.
Wateraansluiting
1) Sluit de dispenser met de aanslu
iting (A) en de in het apparaat ingebouwde gummislang
aan op de pomp (pompdruk).
2)
Sluit de zwarte gummislang met de messing drukaansluiting (B) aan op de aansluitstuk
dat zich in de buurt van de boiler bevindt (injectie).
3) Zorg ervoor dat het groene aanzuig
slangetje van het apparaat in het overeenkomende
verbindingsstuk (C) wordt geleid en dat het kleine filter en de ballast in de container met
naspoelmiddel zijn gedaan.
Inbedrijfname:
Het volstaat om het apparaat in te schakelen en enkele complete wascycli
uit te voeren of de instelschroef D tijdens de wascyclus in te drukken en de gecombineerde
deur te openen en te sluiten door op de pin D te drukken. Hierdoor is het mogelijk een
snellere herstart uit te voeren.
Om de naspoelmiddeldispenser, code 10799/G, i
n te schakelen is het voldoende om
simpelweg tijdens de wascyclus de deur te openen en te sluiten.
Instelling:
Bij iedere spoeling neemt de dispenser een hoeveelheid naspoelmiddel, die in te
stellen is van 0 tot 4 cm³, overeenkomstig de aangezogen lengte i
n het slangetje van 0 tot
30
cm. De minimale hoeveelheid stelt u in door de instelschroef volledig dicht te draaien
(met de wijzers van de klok mee) en de maximale hoeveelheid verkrijgt u door de
instelschroef ca. 20 slagen los te draaien (tegen de wijzers van de klok in).
Voor de instelling van de juiste hoeveelheid product verwijzen we u naar het hoofdstuk
"Toepassing van het naspoelmiddel"(paragraaf 5.2).
P.S.: Iedere draai van de schroef verandert de hoeveelheid naspoelmiddel die wordt
aangezogen in het slangetje met 1,6 cm, wat overeenkomt met 0,2 cm³/draai (ca. 0,21
g/draai bij een dichtheid van het naspoelmiddel van 1,05 g/cm
3
). Om de werking van de
naspoelmiddeldispenser storingsvrij te laten verlopen, mag het hoogteverschil tussen de
bodem van het apparaat en de container met het naspoelmiddel niet meer zijn dan 80 cm.
B
C
A
D
code 10799
Afb. 2
A
B
D
C
code 10799/G
Afb. 3
DE DISPENSERS ZIJN BIJ DE FUNCTIECONTROLE BIJ DE AFNAME INGESTELD OP EEN AANZUIGING IN HET SLANGETJE VAN 5
CM (ca. 0,65 g). DEZE WAARDE KAN ALTIJD ALS FUNCTIE VAN DE NASPOELINSTALLATIE EN DE WATERHARDHEID
VERANDERD WORDEN.
STORINGEN OORZAKEN EN OPLOSSING
Er loopt water uit het
aanzuigslangetje van het
naspoelmiddel
De zuigventielen 10805-10705/D en drukventielen zijn lek omdat vreemde lichamen het
sluiten ervan beïnvloeden. Maak de ventielen 10805-10705/D schoon; controleer of het
aanzuigfilter voor het naspoelmiddel is geplaatst en filter het water dat de afwasmachine
binnenkomt.
De dispenser zuigt geen
naspoelmiddel aan
a) Het drukventiel 10805-10705/D is lek omdat vreemde lichamen het sluiten ervan
beïnvloeden. Maak de ventielen 10805-10705/D schoon; controleer of het aanzuigfilter
voor het naspoelmiddel is geplaatst en filter het water dat de afwasmachine binnenkomt
.
b) Het afdichtingsrubber 10806 van de zuiger is beschadigd en veroorzaakt het lekken.
Vervang het afdichtingsrubber 10806 door een nieuw origineel afdichtingsrubber.
c) Controleer de toestand van het membraan 10807-10705/O.
Pagina 62