Operation Manual

29
1. Het apparaat werkt niet
Is de stroom uitgevallen?
Is de hoofdschakelaar wel ingeschakeld?
Is de zekering doorgebrand?
Staat de thermostaat wel in goede stand?
Is het apparaat wel goed in werking gesteld?
2. Overmatige ijsvorming.
Is de afvoer voor het dooiwater wel correct
teruggeplaatst?
Is de deur wel goed gesloten?
3. De gele, rode en groene controlelampjes
gaan niet aan. Controleer eerst de onder 1
aangegeven en
Wend u vervolgens tot onze Consumenten
Service.
Opmerkingen:
als de voorste rand van de koelkast warm
is, is er geen sprake van een defect, dit is
een normaal verschijnsel, het voorkomt
condensvorming.
Het koelcircuit kan vreemde geluiden
voortbrengen als gorgelen, inspuitgeluid
etc. deze zijn normaal.
Voordat u de Service inschakelt:
1.
Ga na of u de storingen niet zelf kunt
verhelpen (Zie "storingen opsporen").
2.
Zet het apparaat opnieuw aan om te zien of
het ongemak is verholpen. Is dit niet het
geval, schakel het apparaat opnieuw uit en
herhaal de operatie na een uur.
3.
Als dit ook niet helpt, wend u dan tot de onze
Service.
Vermeld de volgende gegevens:
de aard van de storing
het model
het servicenummer (dat is vermeld onder het
woord SERVICE op het typeplaatje dat zich
aan de binnenkant van het apparaat bevindt).
uw volledige adres
uw telefoonnummer
Opmerking:
het omkeren van de deuren van het apparaat
door de onze Consumenten Service wordt
niet beschouwd als een ingreep die onder de
garantie valt.
Installeer het apparaat niet in de buurt van
een warmtebron. Installatie in een warme
omgeving, blootstelling aan direct zonlicht of
plaatsing van het apparaat in de buurt van
een warmtebron (kachels,fornuizen)
verhogen het energieverbruik en dienen te
worden voorkomen.
Mocht dit niet mogelijk zijn, dan moeten de
volgende minimumafstanden in acht worden
genomen:
30 cm tot kolen- of petroleumfornuizen.
3 cm tot gas- of elektrische fornuizen.
Zet het apparaat op een droge en goed
geventileerde plaats.
Maak het apparaat aan de binnenkant
schoon (Zie het hoofdstuk "Ontdooien en
reinigen van de vrieskast")
Monteer de bijgeleverde accessoires.
Elektrische aansluiting
De elektrische aansluitingen moeten
overeenkomstig de plaatselijke
voorschriften worden uitgevoerd.
De gegevens met betrekking tot de spanning en
het opgenomen vermogen staan vermeld op het
typeplaatje aan de binnenzijde van het apparaat.
De aarding van het apparaat is
volgens de wet verplicht.
De fabrikant aanvaardt geen enkele
aansprakelijkheid voor eventueel letsel
aan personen of dieren en/of voor schade
aan voorwerpen die veroorzaakt zijn door
het niet in acht nemen van
bovengenoemde voorschriften.
Indien de stekker en het stopcontact niet van
hetzelfde type zijn, moet de stekker of het
stopcontact door een gekwalificeerd
technicus worden vervangen.
Gebruik geen verlengingen of meervoudige
adapters.
Afkoppeling van het elektriciteitsnet
Het apparaat moet stroomloos kunnen worden
gemaakt door het los trekken van de stekker of
via de tweepolige schakelaar die voor het
stopcontact is geplaatst.
STORINGEN OPSPOREN
CONSUMENTEN SERVICE
INSTALLATIE