Setup and user guide

OPSLAAN VAN ETENSWAAR EN DRANKEN
Legenda
DIEPVRIESVAK
GEMATIGDE ZONE
Aanbevolen voor het bewaren van tropisch fruit,blikjes,
dranken, eieren, sauzen, augurken, boter, jam
KOELZONE
Aanbevolen voor het bewaren van kaas, melk,
zuivelproducten, delicatessen, yoghurt
KOUDSTE ZONE
Aanbevolen voor het bewaren van vis, vlees, vleeswaren
FRUIT & GROENTELADE
PROBLEEMOPLOSSING
Wat moet u doen als... Mogelijke oorzaken Oplossingen
Het bedieningspaneel is
uitgeschakeld, het apparaat
werkt niet.
Er kan een probleem zijn met de
stroomtoevoer naar het apparaat zijn.
Ga na of:
er geen stroomstoring is;
de stekker goed in het stopcontact gestoken is en de dubbele
polaire schakelaar (indien aanwezig) in de juiste stand staat (d.w.z.
de schakelaar voorziet het apparaat van spanning);
de beschermingstoestellen voor huishoudelijke elektrische
systemen correct werken;
de voedingskabel niet is gebroken.
Het apparaat kan in de stand Aan/stand-
by staan.
Schakel het apparaat in door kort op de knop “Temp.” te drukken (zie
de functie Aan/Stand-by).
Het interieurlampje werkt
niet.
Het lampje moet mogelijk vervangen
worden.
Storing van een technische component.
Koppel het apparaat los van het elektriciteitsnet en neem contact op
met het Technische Servicecentrum als u een vervanging nodig hebt.
Het interieurlampje
knippert.
Deuralarm actief.
Het alarm wordt geactiveerd wanneer
de deur van het koelkastcompartiment
langere tijd open blijft.
Sluit de koelkastdeur om het alarm te stoppen.
Controleer of het lampje werkt door de deur weer te openen.
De temperatuur binnenin
de compartimenten is niet
laag genoeg.
Dit kan verschillende oorzaken hebben
(zie 'Oplossingen').
Ga na of:
de deuren goed sluiten;
het apparaat niet is geïnstalleerd in de buurt van een warmtebron;
de ingestelde temperatuur voldoende is;
de circulatie van lucht door de ventilatieroosters onderin het
apparaat niet belemmerd wordt (zie de installatiehandleiding).
Er bevindt zich
water onderin het
koelkastcompartiment.
De afvoer voor dooiwater is
geblokkeerd.
Maak het gaatje van de dooiwaterafvoer schoon (zie "Onderhoud en
Reiniging").
Er bevindt zich te veel ijs in
het diepvriescompartiment.
De deur van het diepvriescompartiment
sluit niet goed.
Ga na of niets verhindert dat de deur goed sluit.
Ontdooi het diepvriescompartiment.
Ga na of het apparaat correct geïnstalleerd is.
De voorste rand van het
apparaat, bij de afdichtingen
van de deur, is heet.
Dit is geen defect. Hierdoor wordt de
vorming van condens voorkomen.
Een oplossing is niet nodig.
Een of meer groene lampjes
knipperen constant.
Storingsalarm.
Het alarm duidt een storing in een
technische component aan.
Contacteer het Technisch Servicecentrum.
De temperatuur van het
koelvak is te laag.
De ingestelde temperatuur is te
laag.
Er is mogelijk een grote
hoeveelheid verse etenswaar in het
diepvriescompartiment geplaatst.
Probeer een minder lage temperatuur in te stellen.
Als verse etenswaar in het diepvriescompartiment geplaatst is,
wacht dan tot de etenswaar volledig ingevroren is.
Schakel de ventilator uit (als er een is) volgens de procedure
beschreven in de bovenstaande paragraaf “VENTILATOR”.
400011023378
001
U kunt de Veiligheidsinstructies, de Handleiding, de Productche en de Energiegegevens
downloaden:
Bezoek onze website docs . bauknecht . eu
Gebruik makend van de QR-code
Anders, contacteer onze Klantenservice (Het telefoonnummer staat in het garantieboekje).
Wanneer u contact neemt met de Klantenservice, gelieve de codes te vermelden die op het
identicatieplaatje van het apparaat staan.