Operation Manual

45
OPSPOREN VAN STORINGEN
KLANTENSERVICE
Voordat u contact opneemt met de
Klantenservice:
1.
Ga na of u de storingen niet zelf kunt verhelpen
(zie “Opsporen van storingen”).
2.
Zet het apparaat opnieuw aan om te zien of het
ongemak is verholpen. Is dit niet het geval,
schakel het apparaat dan opnieuw uit en
herhaal de handeling na een uur.
3.
Als ook dat niet helpt, wend u dan tot onze
Klantenservice.
Vermeld de volgende gegevens:
de aard van de storing,
het model,
het servicenummer (nummer achter het woord
SERVICE op het typeplaatje in het apparaat),
uw volledige adres,
uw telefoonnummer en netnummer.
Opmerking:
De openingsrichting van de deur kan worden
gewijzigd. Als de deur door onze Klantenservice
wordt omgekeerd, wordt dit niet beschouwd
als een ingreep die onder de garantie valt.
Defect Mogelijke oorzaak Oplossing
1. Het apparaat werkt niet
Is de stroom uitgevallen?
Controleer het elektrisch systeem.
Controleer of de stekker goed in het
stopcontact is gestoken.
Bij stroomuitval. Laat het defect repareren
door een elektricien.
Is de zekering (veiligheidsinrichting)
doorgebrand?
Vervang de zekering (veiligheidsinrichting).
Staat de thermostaatknop
misschien ingesteld op “Off” of “0”?
Stel de temperatuur in op de stand die door de
fabrikant is aangegeven.
2. De temperatuur in de vakken is
te hoog
Sluiten de deuren wel goed
gesloten of dicht de pakking wel
goed af?
Controleer of de deuren goed sluiten.
Controleer of de deurafdichtingen niet
beschadigd zijn.
Staat de thermostaatknop op de
goede stand?
Zet de thermostaatknop op de stand die door
de fabrikant is aangegeven.
Is het apparaat correct
geïnstalleerd?
Controleer of het apparaat dicht bij een
warmtebron is geïnstalleerd.
3. Er staat water op de bodem van
het koel- of vriesvak (afhankelijk
van het model).
Is de afvoer van het dooiwater
misschien verstopt?
Ontstop de afvoer. (De afvoer bevindt zich
boven de compressor of in het midden van de
afvoergoot van de koelkast).
Zijn de levensmiddelen wel correct
in het apparaat geplaatst?
De levensmiddelen mogen de wanden van de
koelkast niet raken.
4. De binnenverlichting werkt niet
Is de stroom uitgevallen? Zie punt 1.
Is het lampje doorgebrand?
Koppel het apparaat los van het
elektriciteitsnet. Verwijder het lampenkapje.
Controleer het lampje en vervang het zo nodig
door een nieuw exemplaar. Gebruik geen
lampjes van meer dan 15W.
Bij enkele modellen worden speciale lampjes
gebruikt. De aanwijzingen voor de vervanging
van het lampje vindt u in de tabel.
5. Het apparaat maakt te veel
lawaai.
Is het apparaat correct geplaatst?
Controleer of het apparaat waterpas staat
(zie de referenties aan de voorzijde voor het
afstellen)
Controleer of het apparaat tegen andere
meubels of voorwerpen aan staat.
6. Lawaai
Worden de geluiden veroorzaakt
door de expansie van het
koelcircuit?
Dit is normaal.
7. De voorste rand van de koelkast
voelt warm aan
Dit is normaal – zo wordt condensvorming
voorkomen.