User Manual

20 Bediening
4. Als u om een wachtwoord wordt gevraagd, drukt u op de pijltoetsen om een wachtwoord van 6
cijfers in te voeren. Zie
De wachtwoordbeveiliging gebruiken op pagina 22.
5. Schakel alle aangesloten apparatuur in.
6. De projector zoekt naar ingangssignalen. Het huidige ingangssignaal dat gescand wordt verschijnt.
Als de projector geen goed signaal waarneemt, blijft het bericht "Geen signaal" op het scherm staan
totdat er een ingangssignaal wordt gevonden.
U kunt ook op SOURCE drukken om het gewenste ingangssignaal te selecteren. Zie
Schakelen
tussen ingangssignalen op pagina 24
.
Stap 3:
Geef de Ver ticale keystone aan.
Zie
Keystone corrigeren voor meer
informatie over verticale keystone.
Stap 4:
Geef de Auto-ingang aan.
Selecteer Aan en de projector zoekt altijd
automatisch naar beschikbare signalen als
de projector wordt ingeschakeld.
Stap 5:
Geef de Menutype aan.
Zie
De menu's gebruiken voor meer
informatie over menutypes.
De eerste instellingen zijn nu voltooid.
• Gebruik de originele accessoires (zoals het netsnoer) om mogelijk gevaar, zoals een elektrische schok of brand,
te voorkomen.
• Als de projector nog warm is van de vorige sessie, gaat de ventilator ongeveer 90 seconden draaien voordat de
lamp wordt ingeschakeld.
• De Setupwizard-afbeeldingen dienen slechts ter referentie en kunnen afwijken van het daadwerkelijke ontwerp.
• Als de frequentie/resolutie van het ingangssignaal buiten het bereik van de projector valt, wordt het bericht
"Buiten bereik"
weergegeven op een leeg scherm. Selecteer een ingangssignaal dat compatibel is met de resolutie
van de projector of stel het ingangssignaal op een lager niveau in. Zie Timingdiagram op pagina 47.
• Als gedurende 3 minuten geen signaal wordt gedetecteerd, wordt automatisch de spaarmodus geactiveerd.