Operation Manual

33
BELANGRIJK: Dit apparaat moet geïnstalleerd worden in overeenstemming met de nationale bestaande normen en moet
alleen in goed geventileerde lokalen gebruikt worden.
ATTENTIE : Het verbindingsstuk van ingang van het gas is voorzien van een 1/2 gas cilindrische schroefdraad volgens UNI-
ISO 228-1 (zie fig.6).
AANPASSING OP DE VERSCHILLENDE SOORTEN GAS
Alvorens over te gaan tot onderhoudswerkzaamheden, schakel het apparaat elektrisch uit en maak het los van het gasnet.
VERVANGING VAN DE GASPITTEN VOOR FUNCTIONERING MET ANDER SOORT GAS:
Om de gaspitten van de branders te vervangen, ga als volgt te werk:
Trek de branders omhoog en schroef de gaspitten los (fig.7) door middel van een engelse sleutel van 7 mm. en vervang ze met die die
voor het nieuwe gassoort geschikt zijn volgens de gegevens van de hieronder staande TABEL n.2.
ATTENTIE: Na de hierboven genoemde vervangingen verricht te hebben, dient de technicus het typeplaatje met het nieuw
gassoort op het apparaat te plaatsen ter vervanging van het voorgaande.Het typeplaatje bevindt zich in het zakje van de
reservegaspitten.
TABEL N. 2 : Aanpassing op de verschillende soorten gas APPARATEN VAN CATEGORIE: II2E+3+
Brander
Soort gas
Druk
Diameter
gaspit
Nominaal draagvermogen
Gereduceerd
draagvermogen
Diameter by-pass 1/100mm
mbar
1/100mm.
g/h
l/h
kw
Kcal/h
kw
kcal/h
Niet
thermokoppel
thermokoppel
Aardgas G20
20
77
-
95
1
860
0,3
258
27
27
Hulp-branner
Aardgas G25
25
77
-
111
1
860
0,3
258
27
27
Butaan G30
28
50
73
-
1
860
0,3
258
27
27
Propaan G31
37
50
71
-
1
860
0,3
258
27
27
Aardgas G20
20
101
-
167
1,75
1505
0,44
378
34
31
Semi-snelle
Aardgas G25
25
101
-
194
1,75
1505
0,44
378
34
31
Butaan G30
28
66
127
-
1,75
1505
0,44
378
34
31
Propaan G31
37
66
125
-
1,75
1505
0,44
378
34
31
Aardgas G20
20
129
-
286
3
2580
0,75
645
44
42
Snelle
Aardgas G25
25
129
-
332
3
2580
0,75
645
44
42
Butaan G30
28
87
218
-
3
2580
0,75
645
44
42
Propaan G31
37
87
214
-
3
2580
0,75
645
44
42
Aardgas G20
20
In 70
-
476
4,2
3612
0,48
413
N.A.
In 34reg
out 110
out 65reg
Aardgas G25
25
In 70
-
554
5
4300
0,48
413
N.A.
In 34reg
Dual
out 110
out 65reg
Butaan G30
28
In 46
334
-
4,6
3956
0,48
413
N.A.
In 34reg
out 69
out 65reg
Propaan G31
37
In 46
328
-
4,6
3956
0,48
413
N.A.
in 34reg
out 69
out 65reg
REGELING VAN DE BRANDERS
1) Regeling van de "MINIMUMSTAND" van de branders
Om tot een regeling van de minimumstand van de branders over te gaan ga als volgt te werk:
1) Steek de brander aan en zet de knop op positie MINIMUM (kleine vlam).
2) Verwijder de knop (fig.8) van de kraan die door een gewone druk op het staafje van dezelfde is bevestigd.
3) Gebruik een kleine schroevedraaier langs het staafje van de kraan op het werkvlak bij de (vergulde) schroef die zich op de onderste
kant van de kraan bevindt (Hulp-branner, Semi-snelle, Snelle fig.8) (dual fig.9) en draai naar rechts of naar links de vernauwingsschroef
totdat de vlam van de brander passend op de MINIMUMSTAND is geregeld.
4) Zie dat de vlam niet uitgaat bij het snel passeren van de MAXIMUMSTAND naar de MINIMUMSTAND.
ATTENTIE: De genoemde regeling moet verricht worden bij branders die op aardgas en stadsgas lopen (waar voorzien),
terwijl bij branders die op vloeibaargas lopen, de schroef volledig naar rechts gedraaid en geblokkeerd moet worden.
ELEKTRISCHE AANSLUITING VAN HET APPARAAT:
De elektrische aansluiting moet verricht worden met inachtneming van de bestaande normen en wetsbepalingen.
Alvorens tot de elektrische aansluiting over te gaan, controleer:
- of het elektrisch draagvermogen van de installatie en van het stopcontact passend is bij het maximum vermogen van het apparaat
(zie het typeplaatje dat op de onderkant van de kas is geplaatst)
- of het stopcontact of de installatie voorzien zijn van een behoorlijke aardverbinding volgens de bestaande normen en
wetsbepalingen.Elke aansprakelijkheid wordt afgewezen bij niet nakoming van deze voorschriften.
Wanneer de aansluiting op het elektrischnet gedaan wordt door
middel van een stopcontact:
- breng op het snoer (indien niet voorzien) een genormaliseerde stekker aan geschikt voor het dragen van het op het typeplaatje
aangegeven vermogen.Sluit de kabeltjes aan volgens het schema van fig.10 en respecteer de volgende verhoudingen:
letter L (fase) = bruin kabeltje
letter N (neutraal) = blauw kabeltje
symbool aard = geel-groen kabeltje
- Het elektrisch snoer moet geplaatst worden zodat het in geen enkel punt een overtemperatuur bereikt van 75 K.
- Gebruik nooit voor de aansluiting reducteurs, aanpasbare-of afleidingselementen daar deze valse contacten kunnen veroorzaken met
consequente gevaarlijke oververwarmingen.
Wanneer de aansluiting rechtstreeks op het elektrisch net is gedaan:
- Het is noodzakelijk om een dispositief te voorzien die de onderbreking van het netwerk verzekert met een openingsafstand van de
contacten die een volledige onderbreking mogelijk maakt bij de voorwaarden van de overspanningscategorie III, overeenkomstig de
installatievoorschriften.
- plaats tussen het apparaat en het net een omnipolaire schakelaar, passend op het draagvermogen van het apparaat, met een
minimum opening tussen de contacten van 3 mm.