Operation Manual

11
Houd de thermometer 2 3 cm van de meetplek. Druk op de SCAN-toets
en beweeg de thermometer heen en weer over het voorhoofdgebied
(Afb. 8).
dens de meting hoort u mogek pieptonen (alleen wanneer de waar-
schuwingstoon is ingeschakeld), die u waarschuwen dat de thermome-
ter een nieuwe hoogste meetwaarde heeft gevonden.
Het einde van de meettijd wordt aangegeven met een lange pieptoon.
Laat de toets SCAN los.
Nu kunt u de gemeten waarde aezen.
Daarnaast geeft het display afhankelijk van het meetresultaat het pictogram Koorts
of
Geen koorts
weer:
Het pictogram Geen koorts
geeft aan dat de lichaamstemperatuur binnen het normale
bereik ligt, het pictogram Koorts
geeft aan dat een gemeten waarde boven de 38 °C ligt,
dat betekent een koortsalarm.
De meettd bedraagt normaal 2 seconden, maar deze kan ook tot 30 seconden duren.
De thermometer geeft met twee korte pieptonen en een niet meer knipperend voorhoofd-
pictogram
aan dat het apparaat klaar is voor een volgende meting.
De gemeten waarde wordt automatisch opgeslagen samen met de datum/tijd en de classi-
catie “koorts”
/“geen koorts” .
6.1 Opgeslagen gemeten waarden laten weergeven
De thermometer slaat uitsluitend waarden op in de modus Voorhoofdtemperatuur . De
thermometer slaat automatisch de gemeten waarden van de laatste 60 metingen op.
Wanneer de 60 geheugenplaatsen zijn gevuld en er een nieuwe waarde moet worden opge-
slagen, wordt de oudste waarde gewist.
Het geheugen kan op de volgende wze worden opgeroepen:
Houd de MODE/MEM-toets vf seconden ingedrukt wanneer de thermometer is ingescha-
keld.
De laatste gemeten waarde wordt weergegeven.
Afb. 8