Operation Manual

22
START/STOP en kunt meteen de oefening
beginnen. De weerstand wordt ingesteld door
de toetsen en .
Wanneer u de waarden van tijd, afstand,
calorieën, Watt en hartslag wilt instellen, drukt
u op MODE voordat u de oefening begint.
Telkens wanneer u op MODE drukt gaat één van
de variabelen knipperen die u met behulp van
en kunt instellen. Wanneer u alles heeft
geprogrammeerd drukt u op START/STOP.
PROGRAMMA BEDIENINGEN Wanneer u de
programma bediening hebt gekozen, drukt u op
MODE en met de knoppen en kiest u het
gewenste trainingsprofiel. Door op START/STOP
te drukken kunt u meteen de oefening beginnen.
U beschikt ook over de mogelijkheid de
variabelen tijd, afstand, calorieën, Watt en
hartslag te programmeren door gebruik van de
toets MODE en en .
GEBRUIKERS BEDIENING (USER). Deze
bediening staat de gebruiker in staat zijn eigen
trainigsprogramma te ontwerpen. Elke keer
wanneer u op MODE drukt gaat een
minutenkolom knipperen en d.m.v. en kunt
u de intensiteit van de oefening in die minuut
programmeren. Dit profiel wordt in het
geheugen opgeslagen voor later gebruik.
HARTSLAGBEDIENING (TARGET HR). Met
deze bediening kunt u de Hartfrequentie
waarmee u wilt werken, invoeren en de
intensiteit wordt automatisch aangepast,
afhankelijk van het aantal hartslagen per minuut
op elk moment. Om het aantal hartslagen in te
voeren drukt u op MODE en d.m.v. en
introduceert u het gewenste hartslagritme.
DE OEFENING STOPPEN
Training met geprogrammeerde data. Zodra
de geprogrammeerde waarden (tijd, afstand....)
de nulstand bereiken laat de monitor 8 maal een
piep horen en stopt. Wanneer u op START/STOP
drukt begint de oefening opnieuw met dezelfde
geprogrammeerde data.
Onderbreken van de oefening. U kunt op elk
gewenst moment de monitor stoppen door op
START/STOP te drukken.
INSTRUCTIES VOOR HET GEBRUIK
HANDGRIP (HARTSLAG)
De hartslag van dit model wordt gemeten door
beide handen op de sensoren (R), die zich in het
stuur bevinden, te leggen, zoals wordt getoond
in figuur 5.
Wanneer u beide handen op de sensoren heeft
gelegd, begint het hartje, aangegeven door
PULSE in het scherm van de monitor, te knipperen
en na enkele seconden verschijnt de waarde van
uw hartslag.
Wanneer u uw handen niet correct op de
sensoren heeft gelegd, zoals getoond in figuur
6, functioneert de hartslagmeting niet.
Wanneer er een “P” in het scherm verschijnt of
het hartje niet knippert, controleer dan of u uw
handen juist op de sensoren heeft gelegd en of
de connectoren (U) en (Y) aangesloten zijn op
de achterkant van het elektronisch gedeelte.
T
S
INSTELLING STUUR
Stel het stuur (S) zó in, dat u op een comfortabele
manier kunt fietsen, zonder het stuur los te laten,
en druk de hevel (T) stevig aan.
TESTMETING: LICHAMELIJKE
CONDITIE
De elektronische is uitgerust met de mogelijkheid
de recuperatie van de hartslag te meten. Dit heeft
het voordeel dat u de recuperatie van de hartslag
kunt meten nadat u de oefening gedaan heeft.
Nadat u de oefening beëindigd heeft en zonder
de handen van de sensoren te nemen, drukt u
op de toets “Test: conditie” en begint de
MONIT H-102 NDC 0190063 7/4/04, 16:0122