Operation Manual

33
NL
8BBSTDIVXJOHEFCFO[JOFJT
zeer vluchtig, ontvlambaar en
FYQMPTJFG
8BBSTDIVXJOHDPOUSPMFFS
het oliepeil vóór bediening.
Chokehendel
""/6*5
8JTTFMTUSPPN"$
(FMJKLTUSPPN%$
Overbelastingsbeveiliging
2. Algemene veiligheidsinstructies
- Er mogen geen wijzigingen aan de
generator worden aangebracht.
- Uitsluitend originele onderdelen mogen
gebruikt worden voor onderhoud en
toebehoren.
- Er mogen geen wijzigingen worden
aangebracht aan de instellingen van de
motor of generator.
- De door de fabrikant vastgelegde snelheid
mag niet gewijzigd worden. De generator
of aangesloten apparatuur kan beschadigd
worden.
- Reparaties en aanpassingswerkzaamheden
mogen enkel door geautoriseerd en
2
. Al
g
emene veili
g
heidsinstructies
geschoold personeel uitgevoerd worden.
- Belangrijk: benzine en benzinedampen zijn
VJUFSTUCSBOECBBSPGFYQMPTJFG
&YQMPTJFHFWBBSCFEJFOEFHFOFSBUPSOPPJU
in kamers met ontbrandbare materialen.
- Vul de tank niet bij en leeg deze niet in de
nabijheid van open lichten, vuur of vonken.
Niet roken!
#FMBOHSJKLUPYJTDIFVJUMBBUHBTTFOLVOOFO
ondanks de uitlaatslang ontsnappen. Met
het oog op brandgevaar: richt de slang nooit
rechtstreeks op ontvlambare materialen.
- Schakel de motor altijd uit wanneer u de
generator transporteert en bijtankt.
- Zorg ervoor dat wanneer u de generator
bijtankt, er geen brandstof op de motor of
uitlaatpijp gemorst wordt.
1MBBUTEFHFOFSBUPSJOFFOWFJMJHFFGGFO
positie. Draai, kantel of wijzig de positie van
de generator niet terwijl hij in werking is.
- Beveilig de generator tegen verschuiven en
kantelen tijdens transport.
- Neem voorzorgen tegen elektrisch gevaar.
- Sluit de generator niet op het huiselijke
stroomnet aan, aangezien dit schade aan
de generator zelf of aan andere elektrische
toestellen in uw huis kan veroorzaken.
- Bedien de generator nooit in de regen of
sneeuw.
- Raak de generator nooit met natte handen
aan.
- Gebruik nooit defecte of beschadigde
FMFLUSJTDIFVJUSVTUJOHEJUHFMEU
eveneens voor verlengsnoeren en