Operation Manual

229
DANSK
ENGLISH
DEUTSCH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
ESPAÑOL
PORTUGUÊS
Druk wanneer u een navigatiesys-
teem hebt aangesloten zo vaak op
de softkey 5 met de displayaan-
duiding "NAV/AUX2" dat de instel-
ling "NAVIGATION ON" wordt
weergegeven.
Druk om het menu te verlaten op
de joystick OK 8 of op toets AU-
DIO :.
De instellingen worden opgeslagen.
Minimaal navigatievolume instellen
Het volume waarmee de gesproken
mededelingen van de navigatie moeten
worden bijgemengd, kan worden inge-
steld.
Let op:
Stel het volume op het navigatie-
systeem in op het maximum.
Mocht er bij de weergave vervor-
ming optreden, dan kunt u het vo-
lume op het navigatiesysteem iets
zachter zetten.
Druk op toets MENU 9.
Druk op de softkey 5 met de dis-
playaanduiding "VOLUME".
Druk op de softkey 5 met de dis-
playaanduiding "NAVI DIFF" om
het volume in te stellen.
Stel het gewenste volume in met
de volumeregelaar 2.
Druk om het menu te verlaten op
de joystick OK 8 of op toets
MENU 9.
De instellingen worden opgeslagen.
VOLUME INSTELLEN
Let op:
U kunt het volume ook tijdens de
weergave van de gesproken me-
dedeling instellen met de volume-
regelaar 2. Deze instelling geldt
voor de actuele gesproken mede-
deling en wordt niet opgeslagen.