Operation Manual

226
Druk op toets 3.
Het bedieningspaneel wordt ontgren-
deld.
Trek het bedieningspaneel eerst in
een rechte lijn en dan naar links uit
het apparaat.
Na het losmaken van het bedie-
ningspaneel schakelt het apparaat
zichzelf uit.
Alle actuele instellingen worden op-
geslagen.
Een geplaatste cd blijft achter in
het apparaat.
Bedieningspaneel plaatsen
Schuif het bedieningspaneel van
links naar rechts in de geleiding
van het apparaat.
Druk op de linkerkant van het be-
dieningspaneel, totdat het vergren-
delt.
Let op:
Druk bij het plaatsen van het bedie-
ningspaneel niet op het display.
DIEFSTALBEVEILIGING
In- en uitschakelen
Om het apparaat in of uit te schakelen
staan u diverse mogelijkheden ter be-
schikking.
In- en uitschakelen met toets 1
Om in te schakelen drukt u op
toets 1.
Het apparaat wordt ingeschakeld.
Om uit te schakelen houdt u toets
1 langer dan twee seconden in-
gedrukt.
Het apparaat wordt uitgeschakeld.
In- en uitschakelen via het
contactslot van de auto
Wanneer het apparaat correct met het
contactslot van de auto is verbonden en
het apparaat niet met toets 1 is uitge-
schakeld, wordt het met het contact in-
resp. uitgeschakeld.
U kunt het apparaat ook inschakelen
wanneer het contact is uitgeschakeld.
Druk hiervoor op toets 1.
Let op:
Ter beveiliging van de autoaccu wordt
het apparaat bij uitgeschakeld contact
na een uur automatisch uitgeschakeld.
IN- EN UITSCHAKELEN