3FHJTUFS ZPVS OFX #PTDI OPX XXX CPTDI IPNF DPN XFMDPNF "GXBTBVUPNBBU OM (FCSVJLTBBOXJK[JOH SM… SB…
5HVHW VHF K % K PLQ $ K 6WDUW & 5HVHW VHF
nl Inhoudsopgave 8 Gebruik volgens - Serviesgoed de voorschriften . . . . . . . . . . . . 4 ( Veiligheids- voorschriften .... 4 Voordat u het apparaat in gebruik neemt. . . . . . . . . . . . . . Bij aflevering . . . . . . . . . . . . . . . . . Bij de installatie. . . . . . . . . . . . . . . Dagelijks gebruik . . . . . . . . . . . . . Deurvergrendeling . . . . . . . . . . . . Toetsenblokkering . . . . . . . . . . . . Bij schade. . . . . . . . . . . . . . . . . . . Bij het afvoeren van het apparaat .
nl Gebruik volgens de voorschriften Automatisch uitschakelen na afloop van het programma . . . Uitschakelen van het apparaat . . . Onderbreken van het programma Afbreken van het programma . . . . Wijzigen van het programma . . . . Intensief drogen . . . . . . . . . . . . . . 2 Reinigen en onderhouden Algemene toestand van de machine . . . . Onthardingszout en glansspoelmiddel. Zeven . . . . . . . . . . . . Sproeiarmen . . . . . . . . . . . . . . 25 . 26 . 26 . 26 . 26 . 26 voorschriften kuiG bre . .
Veiligheidsvoorschriften Voordat u het apparaat in gebruik neemt Lees de gebruiksaanwijzing en het installatievoorschrift nauwkeurig door. U vindt daarin belangrijke informatie over plaatsing, gebruik en onderhoud van het apparaat. Bewaar de gebruiksaanwijzing en het montagevoorschrift voor later gebruik of voor een eventuele latere bezitter. Bij aflevering 1. Controleer onmiddellijk of de verpakking en de afwasautomaat tijdens het transport beschadigd zijn.
nl Veiligheidsvoorschriften Als de afwasmachine in een hoge kast moet worden ingebouwd, dan moet deze volgens de voorschriften bevestigd worden. Als de afwasautomaat onder of boven andere huishoudapparaten wordt ingebouwd, dient men de informatie m.b.t. de inbouw in combinatie met een afwasautomaat in de montagehandleiding van de desbetreffende apparaten in acht te nemen. Neem bovendien de montageaanwijzingen van de afwasautomaat in acht om een veilig gebruik van alle apparaten te waarborgen.
Veiligheidsvoorschriften nl Dagelijks gebruik Toetsenblokkering activeren: Let op de veiligheidsvoorschriften resp. de aanwijzingen bij het gebruik op de verpakkingen van het afwasen glansspoelmiddel. 1. Het gekozen programma starten. 2. De toets + ca. 4 sec. ingedrukt houden tot op de cijferindicatie ’– verschijnt. Als tijdens het programmaverloop een will ekeurige toets wordt aangetipt, verschijnt op de cijferindicatie ’–. Afbreken van het programma (Reset) is niet mogelijk.
nl Veiligheidsvoorschriften Bij schade Reparaties en ingrepen mogen alleen door een vakkundig monteur worden uitgevoerd. Hierbij mag het apparaat niet op het lichtnet zijn aangesloten. Stekker uit het stopcontact trekken of de zekering losdraaien resp. uitschakelen. Kraan dichtdraaien. Bij beschadigingen, vooral van het bedieningspaneel (scheuren, gaten, afgebroken toetsen), of als de deur niet goed functioneert, mag het apparaat niet meer worden gebruikt.
Veiligheidsvoorschriften m Waarschuwing Risico van brandwonden! Tijdens het programmaverloop de deur alleen heel voorzichtig openen. Er kan namelijk heet water uit het apparaat spuiten. m Waarschuwing Gevaren voor kinderen! Maak gebruik – indien aanwezig – van de kinderbeveiliging. Een nauwkeurige beschrijving vindt u achter in de omslag. Laat kinderen nooit met het apparaat spelen of het bedienen. Kinderen uit de buurt van afwasmiddel en glansspoelmiddel houden.
nl Milieubescherming 7 Milieubescherming * Kennismaking met het apparaat m ngrheicsubeiM li Zowel de verpakking van het nieuwe apparaat als het oude apparaat bevat waardevolle grondstoffen en materiaal dat hergebruikt kan worden. De afzonderlijke delen a.u.b. gesorteerd afvoeren. U kunt bij uw leverancier of bij de gemeente informeren hoe u uw oude apparaat en het verpakkingsmateriaal kunt (laten) afvoeren.
Wateronthardingsinstallatie/Onthardingszout Binnenkant van het apparaat 1" Bovenste servieskorf 1* Messenrek * 12 Tab-opvangschaal 1: Bovenste sproeiarm 1B Onderste sproeiarm 1J Reservoir voor onthardingszout 1R Zeven 1Z Bestekkorf 1b Onderste servieskorf 1j Voorraadreservoir voor glansspoelmiddel 9" Afwasmiddelbakje 9* Vergrendeling voor afwasmiddelbakje 92 Typeplaatje * Afhankelijk van het model Menuoverzicht De instellingen vindt u in de afzonderlijke hoofdstukken.
nl Wateronthardingsinstallatie/Onthardingszout Om de instelling te wijzigen: 1. Programmatoets 3 indrukken. Bij elke druk op de toets wordt de instelwaarde met één cijfer verhoogd. Als de waarde •:‹ˆ is bereikt, dan springt de indicatie weer op •:‹‹ (uit). 2. START-toets P indrukken. De ingestelde waarde is in het geheugen opgeslagen.
Glansspoelmiddel Gebruik van reinigingsproducten met zoutcomponenten Reingingsproductemetzoutcompone te Bij gebruik van gecombineerde reinigingsproducten met zoutcomponenten hoeft in het algemeen tot een waterhardheid van 21°dH (37°fH, 26°Clarke, 3,7mmol/l) geen onthardingszout gebruikt te worden. Bij een waterhardheid boven 21° dH is ook hier het gebruik van onhardingszout noodzakelijk.
nl Glansspoelmiddel 2. Glansspoelmiddel voorzichtig tot de max. markering in de vulopening gieten. PD[ 3. Deksel sluiten tot u een klik hoort. 4. Eventueel gemorst glansspoelmiddel met een doekje verwijderen om overmatige schuimontwikkeling bij de volgende afwasbeurt te voorkomen. Hoeveelheid glansspoelmiddel instellen De hoeveelheid glansspoelmiddel is van §:‹‹ tot §:‹‡ instelbaar. Stel de hoeveelheid wasverzachter in op §:‹† voor een bijzonder goed droogresultaat.
Serviesgoed - Serviesgoed dgoeseviS re Ongeschikt servies Bestek en servies met houten onderdelen. Gevoelige gedecoreerde glazen, kunstnijverheidsservies en -vazen en antiek servies. De decoraties zijn niet bestand tegen afwassen in een afwasautomaat. Niet hittebestendige kunststof voorwerpen/onderdelen. Koperen en tinnen serviesgoed. Serviesgoed dat bevuild is met as, kaarsvet, smeerolie of verf.
nl Serviesgoed Kopjes en glazen Pannen Bovenste servieskorf 1" Onderste servieskorf 1b Aanwijzing Er mag geen serviesgoed op het tablettenbakje 12 staan. Dit kan het deksel van het reinigingsmiddelbakje blokkeren, waardoor het niet volledig open gaat. Tip Erg vervuild serviesgoed (pannen) moet in de onderste korf worden ingeruimd. Door de sterkere sproeistraal verkrijgt u zo een beter afwasresultaat. 16 Tip Andere voorbeelden hoe u uw afwasautomaat optimaal kunt inruimen, vindt u op onze homepage.
Serviesgoed Bestekkorf nl Omklapbare bordensteunen * Omklapbarebordensteune Bestek altijd ongesorteerd met de scherpe kant naar beneden inruimen. Om verwondingen te voorkomen: lange, puntige bestekdelen en messen in het messenrek leggen. * Afhankelijk van het model De bordensteunen zijn omklapbaar waardoor pannen, schalen en glazen praktischer kunnen worden ingeruimd.
nl Serviesgoed Messenrek * Mes enrek * Afhankelijk van het model Lange messen en andere lange voorwerpen kunnen horizontaal ingeruimd worden. Afhankelijk van de uitvoering van de bovenste servieskorf in uw model afwasautomaat kunt u kiezen uit een van de volgende manieren om te werk te gaan: Bovenste servieskorf met hendels aan de zijkant 1. De bovenste servieskorf 1" uittrekken. 2.
Afwasmiddel Bovenste servieskorf met boven en onder een paar rollen 1. De bovenste servieskorf 1" uittrekken. 2. De bovenste servieskorf eruit halen en op de bovenste (stand 3) resp. onderste (stand 1) rollen weer erin hangen. nl . Afwasmiddel A w lm desfai U kunt zowel tabletten als poedervormige of vloeibare afwasmiddelen voor de wasmachine gebruiken, maar nooit handafwasmiddel. Afhankelijk van de vervuiling kan met poedervormig of vloeibaar afwasmiddel de dosering individueel worden aangepast.
nl Afwasmiddel Vul afwasmiddel 1. Als het afwasmiddelbakje 9" nog dicht is: vergrendeling 9* bedienen om het te openen. Afwasmiddel alleen in het droge afwasmiddelbakje 9" gieten (tablet plat neerleggen, niet op zijn kant). Dosering: zie de aanwijzingen van de fabrikant op de verpakking. De indeling in het afwasmiddelbakje 9" biedt hulp bij de juiste dosering van poedervormig of vloeibaar afwasmiddel. Gewoonlijk volstaat 20 ml–25 ml bij normale vervuiling. Bij gebruik van tabs is één tablet voldoende.
Afwasmiddel Gecombineerde reinigingsmiddelen Naast de gebruikelijke afwasmiddelen (Solo) wordt een aantal producten aangeboden met extra functies. Deze producten bevatten behalve afwasmiddel vaak ook glansspoelmiddel en zoutvervangende stoffen (3in1) en, afhankelijk van de combinatie (4in1, 5in1, enz.), ook nog extra componenten zoals glasbescherming of glansmiddel voor roestvrij staal. Gecombineerde reinigingsmiddelen functioneren alleen tot een bepaalde hardheidsgraad (meestal 21°dH).
nl Programma-overzicht / Programma-overzicht htcm iazogrm ovePr-a In dit overzicht staat het maximaal mogelijke aantal programma’s vermeld. De bijpassende programma’s en hun rangschikking vindt u op het bedieningspaneel.
Extra functies nl § Halve belading * Programmakeuze Halvebelading Aan de hand van het soort serviesgoed en de mate van vervuiling kunt u een passend programma uitzoeken. Als u maar weinig afwas hebt (bijv. glazen, kopjes, borden), dan kunt u de „Halve belading” bijschakelen. Hiermee bespaart u water, energie en tijd. Vul het afwasmiddelbakje met iets minder afwasmiddel dan zoals aanbevolen bij een volle belading van de machine.
nl Apparaat bedienen Inschakelen van het apparaat 1 Apparaat bedienen taA rpa Programmagegevens De programmagegevens (verbruikswaarden) vindt u in de korte handleiding. Ze hebben betrekking op normale omstandigheden en de instelwaarde van de waterhardhei d •:‹…. Verschillende factoren zoals de temperatuur van het water en de druk in de waterleiding zijn hierbij van invloed en kunnen tot afwijkingen leiden.
Apparaat bedienen Resttijdindicatie nl Automatisch uitschakelen na afloop van het programma * Automatisch Bij de keuze van het programma verschijnt op de cijferindicatie )" de resterende duur van het programma. De programmaduur wordt tijdens het programma bepaald door de temperatuur van het water, de hoeveelheid serviesgoed en de mate van vervuiling en kan (afhankelijk van het gekozen programma) variëren.
nl Apparaat bedienen Uitschakelen van het apparaat Korte tijd na afloop van het programma: 1. AAN/UIT-schakelaar ( uitschakelen. 2. Kraan dichtdraaien (niet bij AquaStop). 3. Na afkoeling het serviesgoed uit het apparaat halen. Aanwijzing Laat het apparaat na het einde van het programma even afkoelen voordat u het opent. Zo voorkomt u dat er stoom vrijkomt die op den duur schade aan uw inbouwmeubelen kan veroorzaken. Onderbreken van het programma 1. AAN/UIT-schakelaar ( uitschakelen.
Reinigen en onderhouden 4. Beide toetsen loslaten. De indicatie van toets # knippert en op de cijferindicatie )" brandt de door de fabriek ingestelde waarde •:‹…. 5. Programmatoets # net zo vaak indrukken tot op de cijferindicatie )" de in de fabriek ingestelde waarde š:‹‹ verschijnt. Om de instelling te wijzigen: 1. Door indrukken van de toets 3 kunt u het programma Intensief drogen in- š:‹‚. of uitschakelen š:‹‹. 2. START-toets P indrukken. De instelwaarde is opgeslagen.
nl Reinigen en onderhouden Zeven Sproeiarmen De zeven 1R zorgen ervoor dat grove etensresten in het spoelwater niet in de afvoerpomp terechtkomen. Door deze etensresten kunnen de zeven verstopt raken. Het zevensysteem bestaat uit een grove zeef, een vlakke fijne zeef en een microzeef. 1. Na elke afwasbeurt de zeven op etensresten controleren. 2. Zeefcylinder zoals afgebeeld losdraaien en het zeefsysteem eruit halen.
Wat te doen bij storingen? 3 Wat te doen bij storingen? W ta et ndoe jbi De ervaring leert dat veel storingen die in het dagelijks gebruik optreden, door u zelf verholpen kunnen worden. Hiermee bespaart u natuurlijk kosten en bent u er zeker van dat de machine snel weer gebruikt kan worden. In het volgende overzicht vindt u eventuele oorzaken van de storingen en nuttige aanwijzingen om deze te verhelpen.
nl Wat te doen bij storingen? Storingentabel Storing Indicatie „Watertoevoer controleren” X brandt. Oorzaak Watertoevoerslang geknikt. Kraan dicht. Kraan verstopt of verkalkt. Zeef aan de kraan verstopt. Foutcode “:‹ˆ brandt. Foutcode “:‚ƒ brandt. Foutcode “:ƒƒ brandt. Foutcode “:ƒ… brandt. 30 Aanzuigopening (aan de rechter binnenzijde van het apparaat) afgedekt door serviesgoed. Verwarmingselement verkalkt of vuil. Oplossing Watertoevoerslang zonder knikken verleggen. Kraan opendraaien.
Wat te doen bij storingen? Storing Foutcode “:ƒ† brandt. Foutcode “:ƒˆ brandt. Een andere foutcode verschijnt op de cijferindicatie. (“:‹‚ tot “:„‹) Display knippert. Bijvulindicatie voor zout ` en/of glansspoelmiddel h brandt. Bijvulindicatie voor zout ` en/of glansspoelmiddel h brandt niet. Na afloop van het programma blijft er water in het apparaat staan. Oorzaak Waterafvoerpomp geblokkeerd of afdekking van de waterafvoerpomp niet vastgeklikt. Netspanning te laag.
nl Wat te doen bij storingen? Storing Serviesgoed niet droog. Kunststofserviesgoed niet droog. Bestek niet droog. Binnenzijden van het apparaat nat na het spoelen. 32 Oorzaak Geen of te weinig glansspoelmiddel in het voorraadbakje. Een programma zonder drogen gekozen. Waterophoping in het serviesgoed en bestek. Oplossing Glansspoelmiddel bijvullen. Het gecombineerde reinigingsmiddel heeft een slechte droogcapacitiet Andere combireiniger met beter droogvermogen gebruiken.
Wat te doen bij storingen? Storing Etensresten op het serviesgoed. Oorzaak Serviesgoed te dicht op elkaar ingeruimd, servieskorf te vol. Sproeiarmen konden niet ongehinderd ronddraaien. Sproeiers van sproeiarmen verstopt. Zeven 1R vuil. Zeef 1R onjuist aangebracht en/of niet vastgezet. Te zwak afwasprogramma gekozen. Serviesgoed te sterk voorgereinigd, daarom kiest de sensortechniek voor een zwak spoelprogramma. Hardnekkig vuil kan gedeeltelijk niet worden verwijderd.
nl Wat te doen bij storingen? Storing Reinigingsmiddelresten Watervlekken op kunststofdelen. Oorzaak Deksel van het reinigingsmiddelbakje geblokkeerd door serviesgoed, daarom gaat het deksel niet volledig open. Deksel van het reinigingsmiddelbakje wordt geblokkeerd door het tablet. Tabletten gebruikt in het snelprogramma of korte programma. Oplostijd van het reinigingsmiddel wordt niet bereikt binnen het gekozen korte programma.
Wat te doen bij storingen? Storing Witte, moeilijk verwijderbare aanslag op serviesgoed, reservoir of deur. Thee- of lippenstiftresten op het serviesgoed. Oorzaak Inhoudstoffen van het reinigingsmiddel zetten zich af. Deze aanslag laat zich meestal niet chemisch verwijderen (apparaatreinigingsmiddel, ...). Onjuiste waterhardheid ingesteld of waterhardheid is hoger dan 50°dH (8,9 mmol/l). 3-in-1-reinigingsmiddel of bio/ eco-reinigingsmiddel onvoldoende effectief. Te lage dosering van het reinigingsmiddel.
nl Wat te doen bij storingen? Storing Verkleuring op kunststofdelen. Oorzaak Te lage spoeltemperatuur. Serviesgoed te sterk voorgereinigd, daarom kiest de sensortechniek voor een zwak spoelprogramma. Hardnekkig vuil kan gedeeltelijk niet worden verwijderd. Te veel glansspoelmiddel. Verwijderbare vegen op glazen, glaswerk met een metalen uiterlijk en bestek. Geen glansspoelmiddel toegevoegd of de instelling is te laag. Reinigingsmiddelresten tijdens het programmagedeelte Glansspoelen.
Wat te doen bij storingen? Storing Oorzaak Roestsporen op het bestek. Het bestek is niet voldoende roestbestendig. Messenlemmeten zijn hier vaak sterker door getroffen. Bestek roest ook wanneer het samen met roestige voorwerpen wordt afgewassen (handgrepen van pannen, beschadigde servieskorven enz.). Zoutgehalte in het afwaswater te hoog doordat het deksel van het zoutreservoir niet goed is vastgedraaid of bij het bijvullen zout gemorst werd Het apparaat start niet.
nl Wat te doen bij storingen? Storing Apparaat blijft steken tijdens het programma of het programma valt stil. Oorzaak Deur niet geheel gesloten. Geen serviesgoed of geurdispenser in het tablettenbakje doen. Bovenkorf drukt tegen de binnendeur en verhindert een goede sluiting van de deur. Stroom- en/of watertoevoer onderbroken. Klappende geluiden van de Afhankelijk van de huisinstallatie, vulventielen. daarom geen apparaatfout. Geen invloed op de werking van het apparaat.
Servicedienst 4 Servicedienst tnsediecviS re 5 Plaatsen en aansluiten nestaP l Als u de storing niet zelf kunt verhelpen, neem dan contact op met de Servicedienst. Wij vinden altijd een passende oplossing, ook om onnodige bezoeken van technici te vermijden. De contactgegevens van de dichtstbijzijnde Servicedienst vindt u op de achterkant van deze gebruiksaanwijzing of in de bijgesloten lijst met Servicedienstadressen. Vermeld bij een telefoongesprek a.u.b. het fabrikaatnummer (ENr.
nl Plaatsen en aansluiten Aflevering Plaatsing Uw afwasmachine werd in de fabriek grondig gecontroleerd op correct functioneren. Hierbij zijn kleine watervlekken achtergebleven. Deze zijn na de eerste afwas verdwenen. De vereiste inbouwmaten vindt u in het montagevoorschrift. Het apparaat met behulp van de verstelbare voetjes waterpas zetten. Let erop dat het apparaat stevig staat.
Plaatsen en aansluiten Drinkwateraansluiting 1. De drinkwateraansluiting volgens de montagehandleiding aansluiten met behulp van de bijgevoegde onderdelen. Zorg ervoor dat de drinkwateraansluiting niet wordt geknikt of geplet, of in de knoop raakt. 2. Bij vervanging van het apparaat moet altijd een nieuwe watertoevoerslang in gebruik worden genomen. Waterdruk: Minimaal 0,05 MPa (0,5 bar), maximaal 1 MPa (10 bar). Bij hogere waterdruk: een drukreduceerventiel ervoor installeren.
nl Plaatsen en aansluiten Het stopcontact moet zich in de buurt van het apparaat bevinden en ook na het inbouwen gemakkelijk bereikbaar zijn. Als de stekker niet gemakkelijk bereikbaar is, dan moet er volgens de veiligheidsvoorschriften een meerpolige scheidingsinstallatie met een contactopening van minimaal 3 mm aanwezig zijn. Veranderingen in de aansluiting mogen alleen door een vakkundig monteur worden uitgevoerd.
.LQGHUEHYHLOLJLQJ GHXUYHUJUHQGHOLQJ â $WWHQWLH .LQGHUEHYHLOLJLQJ DFWLYHUHQ 'HXU RSHQHQ ELM JHDFWLYHHUGH NLQGHUEHYHLOLJLQJ .
$TXD6WRS JDUDQWLH WFSWBMU CJK BQQBSBUFO [POEFS "RVB4UPQ "MT BBOWVMMJOH PQ EF HBSBOUJF BBOTQSBLFO UFHFOPWFS EF WFSLPQFS JO EF LPPQPWFSFFOLPNTU FO BMT BBOWVMMJOH PQ PO[F HBSBOUJF PQ IFU BQQBSBBU XPSEU V TDIBEFMPPT HFTUFME BMT BBO POEFSTUBBOEF WPPSXBBSEFO XPSEU WPMEBBO "MT EPPS FFO GPVU JO POT "RVB4UPQ TZTUFFN XBUFSTDIBEF XPSEU WFSPPS[BBLU WFSHPFEFO XJK EF TDIBEF BBO QBSUJDVMJFSF HFCSVJLFST 0N IFU XBUFSCFWFJMJHJOHTTZTUFFN UF HBSBOEFSFO NPFU IFU BQQBSBBU PQ IFU FMFLUSJDJUFJUTOFU [JKO BBOHFTMPUFO