3FHJTUFS ZPVS OFX #PTDI OPX XXX CPTDI IPNF DPN XFMDPNF "GXBTBVUPNBBU OM (FCSVJLTBBOXJK[JOH SM… SB…
6WDUW $ % & 5HVHW VHF
nl Inhoudsopgave 8 Gebruik volgens - Serviesgoed de voorschriften . . . . . . . . . . . . 4 ( Veiligheids- voorschriften .... 4 Voordat u het apparaat in gebruik neemt . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Bij aflevering . . . . . . . . . . . . . . . . . Bij de installatie. . . . . . . . . . . . . . . Dagelijks gebruik . . . . . . . . . . . . . Deurvergrendeling . . . . . . . . . . . . Bij schade. . . . . . . . . . . . . . . . . . . Bij het afvoeren van het apparaat . 7 Milieubescherming . .
nl Gebruik volgens de voorschriften Einde van het programma . . . . . . Automatisch uitschakelen / Binnenverlichting . . . . . . . . . . . . . Uitschakelen van het apparaat . . . Onderbreken van het programma Afbreken van het programma . . . . Wijzigen van het programma . . . . Intensief drogen . . . . . . . . . . . . . . 2 Reinigen en onderhouden Algemene toestand van de machine. . . . . . . . . . Onthardingszout en glansspoelmiddel . . . . . Zeven . . . . . . . . . . . . . . Sproeiarmen . . . . . . . .
Veiligheidsvoorschriften Voordat u het apparaat in gebruik neemt Lees de gebruiksaanwijzing en het installatievoorschrift nauwkeurig door. U vindt daarin belangrijke informatie over plaatsing, gebruik en onderhoud van het apparaat. Bewaar de gebruiksaanwijzing en het montagevoorschrift voor later gebruik of voor een eventuele latere bezitter. Bij aflevering 1. Controleer onmiddellijk of de verpakking en de afwasautomaat tijdens het transport beschadigd zijn.
nl Veiligheidsvoorschriften Als de afwasmachine in een hoge kast moet worden ingebouwd, dan moet deze volgens de voorschriften bevestigd worden. Als de afwasautomaat onder of boven andere huishoudapparaten wordt ingebouwd, dient men de informatie m.b.t. de inbouw in combinatie met een afwasautomaat in de montagehandleiding van de desbetreffende apparaten in acht te nemen. Neem bovendien de montageaanwijzingen van de afwasautomaat in acht om een veilig gebruik van alle apparaten te waarborgen.
Veiligheidsvoorschriften Dagelijks gebruik Let op de veiligheidsvoorschriften resp. de aanwijzingen bij het gebruik op de verpakkingen van het afwasen glansspoelmiddel. Kinderbeveiliging (deurvergrendeling) * nl Bij beschadigingen, vooral van het bedieningspaneel (scheuren, gaten, afgebroken toetsen), of als de deur niet goed functioneert, mag het apparaat niet meer worden gebruikt. De stekker uit het stopcontact trekken of de zekering uitschakelen. Kraan dichtdraaien, klantenservice bellen.
nl Veiligheidsvoorschriften Let er bij vrijstaande apparaten op dat de korven niet overladen zijn. Als het apparaat niet in een nis staat waardoor een zijwand toegankelijk is, dan moeten de deurscharnieren om veiligheidsredenen aan de zijkant afgedekt worden (kans op verwondingen). De afdekkingen zijn als extra toebehoren tegen meerprijs bij de Servicedienst of bij uw leverancier verkrijgbaar. * afhankelijk van het model m Waarschuwing Gevaar door explosie! Doe geen oplosmiddel in de spoelruimte.
Milieubescherming 7 Milieubescherming * Kennismaking met het apparaat m ngrheicsubeiM li Zowel de verpakking van het nieuwe apparaat als het oude apparaat bevat waardevolle grondstoffen en materiaal dat hergebruikt kan worden. De afzonderlijke delen a.u.b. gesorteerd afvoeren. U kunt bij uw leverancier of bij de gemeente informeren hoe u uw oude apparaat en het verpakkingsmateriaal kunt (laten) afvoeren.
nl Wateronthardingsinstallatie/Onthardingszout Binnenkant van het apparaat 1" Binnenverlichting * 1* Bovenste servieskorf 12 Messenrek * 1: Tab-opvangschaal 1B Bovenste sproeiarm 1J Onderste sproeiarm 1R Reservoir voor onthardingszout 1Z Zeven 1b Bestekkorf 1j Onderste servieskorf 9" Voorraadreservoir voor glansspoelmiddel 9* Afwasmiddelbakje 92 Vergrendeling voor afwasmiddelbakje 9: Typeplaatje * Afhankelijk van het model + Wateronthardingsinsta llatie/Onthardingszout outzngsdirhaO nt/eitallatnsingsdirh
Wateronthardingsinstallatie/Onthardingszout 6. Beide toetsen loslaten. De indicatie van toets # knippert en op de cijferindicatie h brandt de door de fabriek ingestelde waarde •:‹…. Om de instelling te wijzigen: 1. Programmatoets 3 indrukken. Bij elke druk op de toets wordt de instelwaarde met één cijfer verhoogd. Als de waarde •:‹ˆ is bereikt, dan springt de indicatie weer op •:‹‹ (uit). 2. START-toets ` indrukken. De ingestelde waarde is in het geheugen opgeslagen. 3. Deur sluiten.
nl Glansspoelmiddel Gebruik van reinigingsproducten met zoutcomponenten Reingingsproductemetzoutcompone te Bij gebruik van gecombineerde reinigingsproducten met zoutcomponenten hoeft in het algemeen tot een waterhardheid van 21°dH (37°fH, 26°Clarke, 3,7mmol/l) geen onthardingszout gebruikt te worden. Bij een waterhardheid boven 21° dH is ook hier het gebruik van onhardingszout noodzakelijk.
Glansspoelmiddel 2. Glansspoelmiddel voorzichtig tot de max. markering in de vulopening gieten. nl 3. Deksel sluiten tot u een klik hoort. 4. Eventueel gemorst glansspoelmiddel met een doekje verwijderen om overmatige schuimontwikkeling bij de volgende afwasbeurt te voorkomen. 4. Beide toetsen loslaten. De indicatie van toets # knippert en op de cijferindicatie h brandt de door de fabriek ingestelde waarde •:‹…. 5.
nl Serviesgoed - Serviesgoed dgoeseviS re Ongeschikt servies Bestek en servies met houten onderdelen. Gevoelige gedecoreerde glazen, kunstnijverheidsservies en -vazen en antiek servies. De decoraties zijn niet bestand tegen afwassen in een afwasautomaat. Niet hittebestendige kunststof voorwerpen/onderdelen. Koperen en tinnen serviesgoed. Serviesgoed dat bevuild is met as, kaarsvet, smeerolie of verf.
Serviesgoed Kopjes en glazen Bovenste servieskorf 1* nl Tip Erg vervuild serviesgoed (pannen) moet in de onderste korf worden ingeruimd. Door de sterkere sproeistraal verkrijgt u zo een beter afwasresultaat. Tip Andere voorbeelden hoe u uw afwasautomaat optimaal kunt inruimen, vindt u op onze homepage. U kunt deze gratis downloaden. Ons internetadres vindt u op de achterkant van deze gebruiksaanwijzing. Bestekkorf Pannen Bestek altijd ongesorteerd met de scherpe kant naar beneden inruimen.
nl Serviesgoed Etagère * Houder voor kleingoed * De etagère en de ruimte daaronder kunt u gebruiken voor kleine kopjes en glazen of voor groter bestek zoals pollepels of voorsnijcouvert. De etagère kan omhoog geklapt worden wanneer deze niet wordt gebruikt. * Afhankelijk van het model Hier kunnen lichte voorwerpen van kunststof zoals bekers, deksels enz. vastgeklemd worden. Etagère Houdervo rkleingoed &/,&. * Afhankelijk van het model is een 3voudige hoogteverstelling mogelijk.
Serviesgoed Verstellen van de korfhoogte * Verstel nvandekorfho gte * Afhankelijk van het model De bovenste servieskorf 1* kan – indien gewenst – in de hoogte versteld worden om in de bovenste of in de onderste servieskorf meer ruimte te maken voor hoger serviesgoed. Hoogte van het apparaat 81,5 cm Stand 1 max. ø Stand 2 max. ø Stand 3 max. ø Bovenste korf Onderste korf 22 cm 24,5 cm 27 cm 30 cm 27,5 cm 25 cm nl Bovenste servieskorf met hendels aan de zijkant 1.
nl Afwasmiddel Bovenste servieskorf met boven en onder een paar rollen 1. De bovenste servieskorf 1* uittrekken. 2. De bovenste servieskorf eruit halen en op de bovenste (stand 3) resp. onderste (stand 1) rollen weer erin hangen. . Afwasmiddel A w lm desfai U kunt zowel tabletten als poedervormige of vloeibare afwasmiddelen voor de wasmachine gebruiken, maar nooit handafwasmiddel. Afhankelijk van de vervuiling kan met poedervormig of vloeibaar afwasmiddel de dosering individueel worden aangepast.
Afwasmiddel Vul afwasmiddel 1. Als het afwasmiddelbakje 9* nog dicht is: vergrendeling 92 bedienen om het te openen. Afwasmiddel alleen in het droge afwasmiddelbakje 9* gieten (tablet plat neerleggen, niet op zijn kant). Dosering: zie de aanwijzingen van de fabrikant op de verpakking. De indeling in het afwasmiddelbakje 9* biedt hulp bij de juiste dosering van poedervormig of vloeibaar afwasmiddel. Gewoonlijk volstaat 20 ml–25 ml bij normale vervuiling. Bij gebruik van tabs is één tablet voldoende.
nl Afwasmiddel Gecombineerde reinigingsmiddelen Naast de gebruikelijke afwasmiddelen (Solo) wordt een aantal producten aangeboden met extra functies. Deze producten bevatten behalve afwasmiddel vaak ook glansspoelmiddel en zoutvervangende stoffen (3in1) en, afhankelijk van de combinatie (4in1, 5in1, enz.), ook nog extra componenten zoals glasbescherming of glansmiddel voor roestvrij staal. Gecombineerde reinigingsmiddelen functioneren alleen tot een bepaalde hardheidsgraad (meestal 21°dH).
Programma-overzicht nl / Programma-overzicht htcm iazogrm ovePr-a In dit overzicht staat het maximaal mogelijke aantal programma’s vermeld. De bijpassende programma’s en hun rangschikking vindt u op het bedieningspaneel.
nl Extra functies § Halve belading * Programmakeuze Halvebelading Aan de hand van het soort serviesgoed en de mate van vervuiling kunt u een passend programma uitzoeken. Als u maar weinig afwas hebt (bijv. glazen, kopjes, borden), dan kunt u de „Halve belading” bijschakelen. Hiermee bespaart u water, energie en tijd. Vul het afwasmiddelbakje met iets minder afwasmiddel dan zoals aanbevolen bij een volle belading van de machine.
Apparaat bedienen Inschakelen van het apparaat 1 Apparaat bedienen taA rpa Programmagegevens De programmagegevens (verbruikswaarden) vindt u in de korte handleiding. Ze hebben betrekking op normale omstandigheden en de instelwaarde van de waterhardhei d •:‹…. Verschillende factoren zoals de temperatuur van het water en de druk in de waterleiding zijn hierbij van invloed en kunnen tot afwijkingen leiden.
nl Apparaat bedienen Optische indicatie tijdens het programmaverloop * Optischeindicatietijdenshetprogram averlo p * afhankelijk van het model Tijdens het programmaverloop verschijnt een optische indicatie bij de vloer onder de deur van het apparaat. Bij een voorgeschoven sokkelplaat of bij hooginbouw met een vlak afsluitend meubelfront is de indicatie niet zichtbaar. Mogelijke instellingen van de optische indicatie: †:‹‹ De indicatie is uitgeschakeld.
Apparaat bedienen Einde van het programma Het programma-einde O / ‹:‹‹ wordt bij de vloer weergegeven – indien de optische indicatie ingeschakeld en zichtbaar is. Bovendien wordt het einde van het programma door een zoemtoon akoestisch aangegeven. Deze functie kan als volgt gewijzigd worden: 1. Deur openen. 2. AAN/UIT-schakelaar ( inschakelen. 3. Programmatoets # ingedrukt houden en de START-toets ` net zolang indrukken tot de cijferindicatie •:‹... brandt. 4. Beide toetsen loslaten.
nl Apparaat bedienen 5. Programmatoets # net zo vaak indrukken tot op de cijferindicatie h de waarde ˜:‹… verschijnt. Om de instelling te wijzigen: 1. Programmatoets 3 indrukken. Bij elke druk op de toets wordt de instelwaarde met één cijfer verhoogd. Als de waarde ˜:‹ƒ is bereikt, dan springt de indicatie weer op ˜:‹‹. 2. START-toets ` indrukken. De instelwaarde is opgeslagen. 3. Deur sluiten. Uitschakelen van het apparaat Korte tijd na afloop van het programma: 1. Deur openen. 2.
Reinigen en onderhouden Wijzigen van het programma Na het indrukken van de STARTtoets ` kan het programma niet gewijzigd worden. Wijzigen van het programma is alleen mogelijk door het programma af te breken (Reset). Intensief drogen Tijdens het glansspoelen wordt de temperatuur verhoogd waardoor het droogresultaat wordt verbeterd. De looptijd kan hierdoor iets verlengd worden. (Wees voorzichtig met gevoelig serviesgoed!) 1. Deur openen. 2. AAN/UIT-schakelaar ( inschakelen. 3.
nl Reinigen en onderhouden Gebruik bij het reinigen van uw afwasautomaat nooit een stoomreiniger. De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld voor eventuele gevolgen. De voorkant van het apparaat en het bedieningspaneel regelmatig met een vochtig doekje afnemen. Water met een scheutje afwasmiddel is voldoende. Geen schuursponsjes gebruiken of schoonmaakmiddelen met schuurmiddelen. Dit kan krassen op de oppervlakken veroorzaken.
Wat te doen bij storingen? Sproeiarmen nl 3 Wat te doen bij Kalk en etensresten in het afwaswater kunnen de sproeiopeningen en de lagers van de sproeiarmen 1B en 1J blokkeren. 1. Sproeiopeningen van de sproeiarmen op verstopping controleren. 2. Bovenste sproeiarm 1B eraf schroeven. 3. De onderste sproeiarm 1J naar boven eraf trekken. 4. Sproeiarmen onder stromend water schoonmaken. 5. Sproeiarmen weer vastdrukken resp. vastschroeven.
nl Wat te doen bij storingen? Afvoerpomp Grote voedselresten of voorwerpen die niet door de zeven zijn tegengehouden, kunnen de afvoerpomp blokkeren. Het spoelwater staat dan tot boven de zeef. 6. Schoepenrad controleren op vreemde voorwerpen en deze eventueel verwijderen. 7. Afdekking weer op de oorspronkelijk positie aanbrengen en omlaagdrukken tot hij vastzit (klik).
Wat te doen bij storingen? nl Storingentabel Storing Indicatie „Watertoevoer controleren” 8 brandt. Oorzaak Watertoevoerslang geknikt. Kraan dicht. Kraan verstopt of verkalkt. Zeef aan de kraan verstopt. Foutcode “:ƒƒ brandt. Foutcode “:ƒ… brandt. Foutcode “:ƒ† brandt. Foutcode “:ƒˆ brandt. Oplossing Watertoevoerslang zonder knikken verleggen. Kraan opendraaien. Kraan opendraaien. Hoeveelheid binnenstromend water bij geopende kraan: minimaal 10 l per min.
nl Wat te doen bij storingen? Storing Een andere foutcode verschijnt op de cijferindicatie. (“:‹‚ tot “:„‹) Display knippert Bijvulindicatie voor zout @ en/ of glansspoelmiddel H brandt. Bijvulindicatie voor zout @ en/ of glansspoelmiddel H brandt niet. Na afloop van het programma blijft er water in het apparaat staan. 32 Oorzaak Oplossing Er is vermoedelijk een technische Apparaten uitschakelen met de AAN-/UITstoring opgetreden. schakelaar (. Na korte tijd het apparaat opnieuw starten.
Wat te doen bij storingen? Storing Serviesgoed niet droog. Kunststofserviesgoed niet droog. Bestek niet droog. Binnenzijden van het apparaat nat na het spoelen. Oorzaak Geen of te weinig glansspoelmiddel in het voorraadbakje. Een programma zonder drogen gekozen. Waterophoping in het serviesgoed en bestek. nl Oplossing Glansspoelmiddel bijvullen. Programma met drogen kiezen (zie Programma-overzicht, Programmaverloop).
nl Wat te doen bij storingen? Storing Etensresten op het serviesgoed. Oorzaak Serviesgoed te dicht op elkaar ingeruimd, servieskorf te vol. Sproeiarmen konden niet ongehinderd ronddraaien. Sproeiers van sproeiarmen verstopt. Zeven 1Z vuil. Zeef 1Z onjuist aangebracht en/of niet vastgezet. Te zwak afwasprogramma gekozen. Serviesgoed te sterk voorgereinigd, daarom kiest de sensortechniek voor een zwak spoelprogramma. Hardnekkig vuil kan gedeeltelijk niet worden verwijderd.
Wat te doen bij storingen? Storing Reinigingsmiddelresten Watervlekken op kunststofdelen. Oorzaak Deksel van het reinigingsmiddelbakje geblokkeerd door serviesgoed, daarom gaat het deksel niet volledig open. Deksel van het reinigingsmiddelbakje wordt geblokkeerd door het tablet. Tabletten gebruikt in het snelprogramma of korte programma. Oplostijd van het reinigingsmiddel wordt niet bereikt binnen het gekozen korte programma.
nl Wat te doen bij storingen? Storing Witte, moeilijk verwijderbare aanslag op serviesgoed, reservoir of deur. Thee- of lippenstiftresten op het serviesgoed. Oorzaak Inhoudstoffen van het reinigingsmiddel zetten zich af. Deze aanslag laat zich meestal niet chemisch verwijderen (apparaatreinigingsmiddel, ...). Onjuiste waterhardheid ingesteld of waterhardheid is hoger dan 50°dH (8,9 mmol/l). 3-in-1-reinigingsmiddel of bio/ eco-reinigingsmiddel onvoldoende effectief.
Wat te doen bij storingen? Storing Verkleuring op kunststofdelen. Oorzaak Te lage afwaswatertemperatuur. Serviesgoed te sterk voorgereinigd, daarom kiest de sensortechniek voor een zwak spoelprogramma. Hardnekkig vuil kan gedeeltelijk niet worden verwijderd. Te veel glansspoelmiddel. Verwijderbare vegen op glazen, glaswerk met een metalen uiterlijk en bestek. Geen glansspoelmiddel toegevoegd of de instelling is te laag. Reinigingsmiddelresten tijdens het programmagedeelte Glansspoelen.
nl Wat te doen bij storingen? Storing Roestsporen op het bestek. Het apparaat start niet. Programma start automatisch. Oorzaak Het bestek is niet voldoende roestbestendig. Messenlemmeten zijn hier vaak sterker door getroffen. Bestek roest ook wanneer het samen met roestige voorwerpen wordt afgewassen (handgrepen van pannen, beschadigde servieskorven enz.). Zoutgehalte in het afwaswater te hoog doordat het deksel van het zoutreservoir niet goed is vastgedraaid of bij het bijvullen zout gemorst werd.
Wat te doen bij storingen? Storing Apparaat blijft steken tijdens het programma of het programma valt stil. Klappende geluiden van de vulventielen. Kloppend of ratelend geluid. Abnormale schuimvorming. Oorzaak Deur niet geheel gesloten. Geen serviesgoed of geurdispenser in het tablettenbakje doen. Bovenkorf drukt tegen de binnendeur en verhindert een goede sluiting van de deur. Stroom- en/of watertoevoer onderbroken. Afhankelijk van de huisinstallatie, daarom geen apparaatfout.
Servicedienst nl 4 Servicedienst tnsediecviS re 5 Plaatsen en aansluiten nestaP l Als u de storing niet zelf kunt verhelpen, neem dan contact op met de Servicedienst. Wij vinden altijd een passende oplossing, ook om onnodige bezoeken van technici te vermijden. De contactgegevens van de dichtstbijzijnde Servicedienst vindt u op de achterkant van deze gebruiksaanwijzing of in de bijgesloten lijst met Servicedienstadressen. Vermeld bij een telefoongesprek a.u.b. het fabrikaatnummer (ENr.
Plaatsen en aansluiten nl Aflevering Plaatsing Uw afwasmachine werd in de fabriek grondig gecontroleerd op correct functioneren. Hierbij zijn kleine watervlekken achtergebleven. Deze zijn na de eerste afwas verdwenen. De vereiste inbouwmaten vindt u in het montagevoorschrift. Het apparaat met behulp van de verstelbare voetjes waterpas zetten. Let erop dat het apparaat stevig staat.
nl Plaatsen en aansluiten Drinkwateraansluiting Warmwateraansluiting * 1. De drinkwateraansluiting volgens de montagehandleiding aansluiten met behulp van de bijgevoegde onderdelen. Zorg ervoor dat de drinkwateraansluiting niet wordt geknikt of geplet, of in de knoop raakt. 2. Bij vervanging van het apparaat moet altijd een nieuwe watertoevoerslang in gebruik worden genomen. Waterdruk: Minimaal 0,05 MPa (0,5 bar), maximaal 1 MPa (10 bar). Bij hogere waterdruk: een drukreduceerventiel ervoor installeren.
Plaatsen en aansluiten Om de instelling te wijzigen: 1. Door indrukken van de toets 3 kunt u de instelling Warmwater uit‘:‹‹ of inschakelen ‘:‹‚. 2. START-toets ` indrukken. De instelwaarde is opgeslagen. 3. Deur sluiten. Elektrische aansluiting Het apparaat uitsluitend via een volgens de voorschriften aangebracht, randgeaard stopcontact op 220 V tot 240 V en 50 Hz of 60 Hz aansluiten. Zie het typeplaatje 9: voor de vereiste zekering.
nl Plaatsen en aansluiten Transport Bescherming tegen vorst Afwasmachine leeg laten lopen en losse onderdelen vastzetten. Het apparaat in de volgende stappen legen: 1. Kraan opendraaien. 2. Deur openen. 3. AAN/UIT-schakelaar ( inschakelen. 4. Programma met de hoogste temperatuur kiezen. Op de cijferindicatie h verschijnt de vermoedelijke duur van het programma. 5. START-toets ` indrukken. 6. Deur sluiten. Programma start. 7. Na ca. 4 minuten de deur openen. 8.
.LQGHUEHYHLOLJLQJ GHXUYHUJUHQGHOLQJ â $WWHQWLH .LQGHUEHYHLOLJLQJ DFWLYHUHQ 'HXU RSHQHQ ELM JHDFWLYHHUGH NLQGHUEHYHLOLJLQJ .
$TXD6WRS JDUDQWLH WFSWBMU CJK BQQBSBUFO [POEFS "RVB4UPQ "MT BBOWVMMJOH PQ EF HBSBOUJF BBOTQSBLFO UFHFOPWFS EF WFSLPQFS JO EF LPPQPWFSFFOLPNTU FO BMT BBOWVMMJOH PQ PO[F HBSBOUJF PQ IFU BQQBSBBU XPSEU V TDIBEFMPPT HFTUFME BMT BBO POEFSTUBBOEF WPPSXBBSEFO XPSEU WPMEBBO "MT EPPS FFO GPVU JO POT "RVB4UPQ TZTUFFN XBUFSTDIBEF XPSEU WFSPPS[BBLU WFSHPFEFO XJK EF TDIBEF BBO QBSUJDVMJFSF HFCSVJLFST 0N IFU XBUFSCFWFJMJHJOHTTZTUFFN UF HBSBOEFSFO NPFU IFU BQQBSBBU PQ IFU FMFLUSJDJUFJUTOFU [JKO BBOHFTMPUFO