Bedieningshandleiding
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES Neem bij het gebruik van deze machine altijd de volgende elementaire voorzorgsmaatregelen in acht: Lees alle instructies voor gebruik. GEVAAR - Verklein de kans op een elektrische schok: 1. Laat de machine nooit onbeheerd aangesloten op het stroomnet. Haal altijd de stekker uit het stopcontact na gebruik en voordat u de machine gaat schoonmaken. 2. Haal altijd de netstekker uit het stopcontact voordat u het lampje vervangt.
INSTRUCTIES VOOR HET UITPAKKEN Bewaar het karton en de verpakkingsmaterialen. Wellicht moet u de machine ooit vervoeren of moet opsturen voor reparatie. Als u de machine niet goed verpakt, of niet het juiste verpakkingsmaterial gebruikt, kan de machine beschadigd raken. Volg onderstaand diagram om de machine uit te pakken. BELANGRIJK ● Dit verpakkingsmateriaal is ontworpen om beschadiging te voorkomen. Bewaar dit verpakkingsmateriaal voor als u de machine moet vervoeren of moet opsturen voor reparatie.
LEES DEZE INSTRUCTIES ALVORENS DE MACHINE TE GEBRUIKEN. Hoe u de machine veilig gebruikt 1. Let terwijl u naait goed op de naald. Raak het handwiel, de draadophaalhendel, de naald of andere bewegende delen niet aan. 2. Zet altijd de hoofdschakelaar uit en neem de stekker uit het stopcontact: • wanneer u klaar bent met de machine; • wanneer u de naald of een ander onderdeel plaatst of verwijdert; • wanneer er een stroomstoring optreedt terwijl u de machine gebruikt; • als u de machine controleert of reinigt.
4
INHOUDSOPGAVE BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES ......................................................................... 1 INSTRUCTIES VOOR HET UITPAKKEN .............................................................................. 2 INHOUDSOPGAVE ............................................................................................................ 5 1. UW NAAIMACHINE LEREN KENNEN ............................................................7 DE BELANGRIJKSTE ONDERDELEN ............................
—————————————————————————————————————————————————————————— 5. WERKEN MET HULPSTUKKEN EN TOEPASSINGEN .....................................43 Ritsen inzetten ................................................................................................................................................ 44 Plooien naaien ................................................................................................................................................ 45 Gaten stoppen .............................
1 UW NAAIMACHINE LEREN KENNEN
UW NAAIMACHINE LEREN KENNEN —————————————————————————————————————————— DE BELANGRIJKSTE ONDERDELEN 4 2 31 0 E 5 A 8 6 9 7 B C D 1 Spoelwinder (Pagina 18) Hiermee windt u de onderdraad op de betreffende spoel. C Contact voor voetpedaal (Pagina 10) Sluit het voetpedaal aan op de machine en sluit de machine aan op het stroomnet. 2 Klospen (Pagina 18, 23) D Persvoethendel (Pagina 23) 3 Gat voor verticale klospen (Pagina 27) Bestemd voor een tweede draadklos, als u wilt naaien met twee naalden.
TOEBEHOREN De volgende toebehoren zijn opgeslagen in het platbodemstuk. Deze toebehoren zijn bedoeld als hulpmiddel bij naaitaken. 1. 2. 3. 4. 6. 7. 8. 9. Nr. Onderdeel 1 Ritsvoet (1 stuk) 2 Spoel (3 stuks) 3 4 Naaldenset (enkele, medium naald HAX130 (3 stuks)) Tweelingnaald (1 stuk) Onderdeelcode Nr. X59370-051 5 5.
UW NAAIMACHINE LEREN KENNEN —————————————————————————————————————————— WERKEN MET UW NAAIMACHINE WAARSCHUWING ● Gebruik uitsluitend normale huishoudstroom voor dit apparaat. Door een andere stroomvoorziening te gebruiken kunt u brand, een elektrische schok of schade aan de machine veroorzaken.
Aan/uit-schakelaar Met deze schakelaar zet u de machine en het naailampje aan of uit. 1 Aan (naar de markering ‘I’) 2 Uit (naar de markering ‘O’) 1 2 De naald controleren De naainaald moet altijd recht en scherp zijn om soepel te kunnen naaien. 1 ■ Hoe u de naald controleert: Leg de platte kant van de naald op een vlak oppervlak. Controleer de naald van boven en van opzij. Gooi verbogen naalden op veilige manier weg. Voetpedaal Wanneer u het voetpedaal licht intrapt, naait de machine op lage snelheid.
UW NAAIMACHINE LEREN KENNEN —————————————————————————————————————————— • Gebruik niet teveel kracht bij het los- of vastdraaien van de naaldklemschroef; hierdoor zouden bepaalde delen van de naaimachine beschadigd kunnen raken. De naald vervangen VOORZICHTIG ● Zet de hoofdschakelaar uit, voordat u de naald vervangt. Wanneer u met de hoofdschakelaar ingeschakeld het voetpedaal intrapt, start de machine en kunt u letsel oplopen. ● Gebruik uitsluitend naalden voor huishoudnaaimachines.
Zet de persvoethendel omlaag en bevestig de De persvoet verwisselen 4 persvoet aan de bevestigingspen. Als de persvoet op de juiste plaats zit, klikt de stang vast. VOORZICHTIG 1 ● Zet de hoofdschakelaar altijd uit voordat u de persvoet verwisselt. Wanneer u de hoofdschakelaar aan laat en het voetpedaal intrapt, start de machine en kunt u letsel oplopen. ● Gebruik altijd de juiste persvoet voor het steekpatroon dat u hebt gekozen.
UW NAAIMACHINE LEREN KENNEN —————————————————————————————————————————— Platbodemstuk De toebehoren zijn opgeslagen in een ruimte in het platbodemstuk. 1 Schuif het platbodemstuk naar links om het te openen. 1 1 2 1 Platbodemstuk 2 Opslagruimte Opmerking ● Stop de toebehoren in een zak en bewaar deze zak in de accessoireruimte. Als de toebehoren niet in een zak zitten, kunnen ze uit het bakje vallen en raken dan wellicht zoek of beschadigd.
DE REGELKNOPPEN 1 U kiest een steek door gewoon de patroonkeuzeknop in de gewenste richting te draaien. De steekbreedten en steeklengten zijn aangegeven op de volgende pagina. Patroonkeuzeknop Opmerking ● Wanneer u met de patroonkeuzeknop een patroon kiest, draait u het handwiel naar voren (tegen de klok in) om de naald in de hoogste stand te zetten. Als de naald omlaag staat wanneer u de patroonkeuzeknop draait, kan de persvoet of de stof beschadigd raken.
UW NAAIMACHINE LEREN KENNEN —————————————————————————————————————————— Patronen en steken 11 steken Steek Steekbreedte [mm (inch)] Steeklengte [mm (inch)] 1 AUTOMATISCH KNOOPSGAT IN 4 STAPPEN 5,0 (3/16) 0,5 (1/32) Nee 40 2 RECHTE STEEK (middelste naaldstand) - 2,5 (3/32) Ja 32, 44, 45 3 RECHTE STEEK (middelste naaldstand) - 4,0 (3/16) Ja 32, 45 4 RECHTE STEEK (linker naaldstand) - 2,5 (3/32) Nee 32, 45 5 DRIEVOUDIGE STRETCHSTEEK - 2,5 (3/32) Nee 32 ELASTISCHE OVERLOCK 5,0
Achteruitnaaihendel Met achteruit naaien kunt u afhechten en naden verstevigen. 1 Als u achteruit wilt naaien, duwt u de achteruitnaaihendel zo ver mogelijk in en u houdt de achteruitnaaihendel ingedrukt terwijl u het voetpedaal licht intrapt. Wilt u weer vooruit naaien, dan laat u de achteruitnaaihendel los. De machine naait dan weer vooruit. 1 1 Achteruitnaaihendel Werken met de vrije arm Naaien met de vrije arm is handig voor cilindrische en moeilijk te bereiken stukken.
UW NAAIMACHINE LEREN KENNEN —————————————————————————————————————————— DE MACHINE INRIJGEN De spoel opwinden VOORZICHTIG ● Gebruik uitsluitend spoel (onderdeelcode: SFB (XA5539-151)) die speciaal voor deze naaimachine ontworpen is. Door het gebruik van een andere spoel kunt u de machine beschadigen. ● De spoel die bij deze machine wordt geleverd, is speciaal door ons ontworpen. Wanneer u een spoel van een ouder model gebruikt, werkt de machine niet goed.
Houd het uiteinde van de draad vast en trap 4 het voetpedaal licht in om de draad enkele malen rond de spoel te winden. Stop vervolgens de machine. VOORZICHTIG ● Volg de instructies zorgvuldig op. Als u de draad niet volledig afknipt bij het opwinden van de spoel, kan de draad verward raken rond de spoel wanneer deze op raakt. Hierdoor kan de naald breken. 1 VOORZICHTIG ● Wanneer u de spoel niet goed plaatst, 5 Knip de overtollige draad boven de spoel af. 6 Trap het voetpedaal in om te beginnen.
UW NAAIMACHINE LEREN KENNEN —————————————————————————————————————————— 2 De onderdraad inrijgen Schuif de toets en open het deksel. 1 2 • Meer bijzonderheden over het inrijgen van de onderdraad in één stap vindt u op pagina 21. VOORZICHTIG ● Wanneer u de spoel niet goed plaatst, kan de draadspanning te laag worden en kan de naald breken. Dit kan letsel tot gevolg hebben. 1 Deksel 2 Schuiftoets Breng de spoel zo in, dat de draad eruit komt 3 in de richting die wordt aangegeven door de pijl.
Plaats het spoelhuisdeksel terug. Plaats het 5 linkerlipje op de juiste plaats (zie pijl 1) en druk vervolgens zacht op de rechterkant (zie pijl 2), totdat het deksel op zijn plaats klikt. De onderdraad inrijgen (voor onderdraad inrijgen in één stap) Deze is alleen verkrijgbaar op bepaalde modellen. 2 1 VOORZICHTIG ● Wanneer u de spoel niet goed plaatst, kan de draadspanning te laag worden en kan de naald breken. Hierdoor kunt u letsel oplopen.
UW NAAIMACHINE LEREN KENNEN —————————————————————————————————————————— 2 Schuif de toets en open het deksel. 1 2 Plaats het spoelhuisdeksel terug. Plaats het 4 linkerlipje op de juiste plaats (zie pijl 1) en druk vervolgens zacht op de rechterkant (zie pijl 2), totdat het deksel op zijn plaats klikt. 2 1 Deksel 2 Schuiftoets Breng de spoel in, leid het uiteinde van de 3 draad door de gleuf en trek de draad uit om deze af te knippen. • Gebruik alleen spoelen die zijn ontworpen voor deze machine.
De bovendraad inrijgen 1 5 2 1 3 4 1 2 3 4 5 Klospen Draadgeleider (achterkant) Draadgeleider (voorkant) Draadophaalhendel Markering op het handwiel Zet de persvoethendel in de hoogste stand 2 door het handwiel naar u toe te draaien (tegen VOORZICHTIG ● Let op dat u de machine goed inrijgt. Als u dit niet doet, kan de draad in de war raken en kan de naald breken. BELANGRIJK: de klok in), zodat de markering op het handwiel recht omhoog staat.
UW NAAIMACHINE LEREN KENNEN —————————————————————————————————————————— Let op dat u de draad van rechts naar links 5 door de draadophaalhendel haalt. 1 Werken met de naaldinrijger (modellen die zijn uitgerust met een naaldinrijger) Zet de hoofdschakelaar op ‘O’. 1 1 Zet de persvoethendel omlaag. Draai het handwiel naar u toe (tegen de klok 2 in) om de naaldhouder in de hoogste stand te zetten. 1 Draadophaalhendel 6 naald.
Haal de hendel van de naaldinrijger zo veel 4 mogelijk omlaag en draai de hendel naar de achterkant van de machine (van u af). Let op dat de haak door het oog van de naald gaat en de draad pakt. Haal de hendel van de naaldinrijger omhoog 6 en trek ongeveer 5 cm (2 inch) draad door de naald naar de achterkant van de naaimachine. 1 • Houd de draad voor de naald, zodat de haak de draad pakt. Houd de draad losjes vast, draai de hendel van 5 de naaldinrijger naar de voorkant van de machine (naar u toe).
UW NAAIMACHINE LEREN KENNEN —————————————————————————————————————————— De onderdraad omhooghalen 1 vat en draai het handwiel met de hand een Houd het uiteinde van de bovendraad losjes slag naar voren (tegen de klok in) om de naald omlaag en weer omhoog te halen. ■ Inrijgen van de onderdraad in één handeling Deze is alleen verkrijgbaar op bepaalde modellen. U kunt beginnen met naaien zonder de onderdraad omhoog te trekken.
Naaien met een tweelingnaald De machine is zo ontworpen dat u kunt naaien met deze naald en twee bovendraden. U kunt draden van dezelfde kleur of van verschillende kleuren gebruiken om decoratieve steken te naaien. Naaien met de tweelingnaald werkt goed met de rechte steek (middelste naaldstand) en de zigzagsteek (3,0 mm (1/16 inch)). (zie pagina 16) VOORZICHTIG ● Gebruik uitsluitend tweelingnaalden die zijn ontworpen voor deze machine (onderdeelcode: X57521-001).
UW NAAIMACHINE LEREN KENNEN —————————————————————————————————————————— Draadspanning De spanning van de draad is van invloed op de kwaliteit van uw steken. U moet de draadspanning wellicht aanpassen wanneer u een andere stof of draad gebruikt. Juiste spanning Het is belangrijk dat u werkt met de juiste spanning. Een te hoge of te lage spanning leidt tot zwakkere naden, of de stof gaat trekken.
COMBINATIES VAN STOF, DRAAD EN NAALD Soort stof Middelzware stoffen Lichte stoffen Draad Type Formaat Popeline Katoen Tafzijde Synthetisch gemerceriseerd 60–80 Flanel, Gabardine Zijde of met zijdeafwerking 50–80 Katoen Crêpe georgette Synthetisch gemerceriseerd 60–80 Challis, Satijn Zijde 50–80 Denim Katoen 30–50 Corduroy Synthetisch gemerceriseerd 50 Tweed Zijde Stretch stoffen Jersey Tricot Voor versteviging 1 75/11–90/14 Batist Zware stoffen Formaat naald 65/9–75/11 9
UW NAAIMACHINE LEREN KENNEN —————————————————————————————————————————— 30
2 RECHTE STEKEN EN ZIGZAGSTEKEN NAAIEN
RECHTE STEKEN EN ZIGZAGSTEKEN NAAIEN —————————————————————————————————————— Lees het onderstaande voordat u gaat naaien VOORZICHTIG ● Voorkom letsel door goed op de naald te letten wanneer u de machine gebruikt. Blijf met uw handen uit de buurt van bewegende delen. ● Rek de stof niet uit en trek niet aan de stof tijdens het naaien. Hierdoor kan de naald beschadigen en kunt u letsel oplopen. ● Gebruik geen verbogen of gebroken naalden. Hierdoor zou u letsel kunnen oplopen.
■ De naairichting wijzigen ■ Het materiaal van de machine verwijderen 1 richting wilt veranderen, met de naald nog in 1 Stop de machine op de plek waar u van de stof. Stop de naaimachine. Zet de naald in zijn hoogste stand en zorg dat ook de draadophaalhendel in de hoogste stand staat. Zet de persvoet omhoog en draai de stof in de 2 nieuwe richting. U gebruikt hierbij de naald als as om de stof te draaien. Zet de persvoet omhoog en trek de stof 2 zachtjes naar links.
RECHTE STEKEN EN ZIGZAGSTEKEN NAAIEN —————————————————————————————————————— U kunt de lengte van de satijnen zigzagsteek aanpassen met de schroef voor fijnafstelling knoopsgat. Zigzagsteken naaien Steeklengte [mm (inch)] Steekbreedte [mm (inch)] Zigzagsteek 1,5 (1/16) 3,0 (1/8) Zigzagsteek 2,0 (1/16) 5,0 (3/16) Satijnen zigzagsteek 0,5 (1/32) 5,0 (3/16) Steek Patroon ■ Zigzagsteek Draai de patroonkeuzeknop naar zigzagsteek en begin met naaien.
3 INGEBOUWDE STEKEN
INGEBOUWDE STEKEN ———————————————————————————————————————————————— Blinde zoomsteek Steek Patroon Blinde zoomsteek Elastische steek Steeklengte [mm (inch)] Steekbreedte [mm (inch)] Steek 2,0 (1/16) 5,0 (3/16) Elastische steek Patroon Steeklengte [mm (inch)] Steekbreedte [mm (inch)] 1,0 (1/16) 5,0 (3/16) Met de blinde zoomsteek kunt u de rand van een werkstuk, bijvoorbeeld de zoom van een broek, afwerken zonder dat de steek zichtbaar is.
■ Stoffen aan elkaar naaien Met de elastische steek kunt u twee stukken stof aan elkaar naaien. Dit is vooral handig bij gebreide stoffen. Als u nylondraad gebruikt, is de steek niet zichtbaar. Over de rand Steek Patroon Steeklengte [mm (inch)] Steekbreedte [mm (inch)] 2,5 (3/32) 5,0 (3/16) Plaats de rand van de twee stukken stof tegen 1 elkaar en leg deze midden onder de persvoet. Elastische overlock Naai de stukken aan elkaar met de elastische 2 steek.
INGEBOUWDE STEKEN ———————————————————————————————————————————————— 38
4 KNOOPSGATEN NAAIEN EN KNOPEN AANZETTEN
KNOOPSGATEN NAAIEN EN KNOPEN AANZETTEN ——————————————————————————————————— ■ Een knoopsgat maken Een knoopsgat naaien Stap Patroon Steeklengte [mm (inch)] Steekbreedte [mm (inch)] Voet 0,5 (1/32) 5,0 (3/16) Voet voor knoopsgaten Memo ● Wij adviseren eerst een knoopsgat te maken op een restje stof voordat u dit probeert op een kledingstuk. ● Wanneer u knoopsgaten naait op een zachte stof, plaats dan steunstof onder de stof. Knoopsgaten maken is niet moeilijk en het resultaat is betrouwbaar.
■ De steken verstevigen en het knoopsgat opensnijden Ter versteviging draait u het materiaal 90 1 graden tegen de klok in en naait u rechte steken tot het eind van de bartack van het knoopsgat. Neem het materiaal uit de machine. Wij 2 adviseren spelden aan beide uiteinden van het knoopsgat te plaatsen, zodat u de steken niet insnijdt. Knoopsgaten aanpassen Als de steken aan de twee kanten van het knoopsgat niet hetzelfde zijn, kunt u de volgende aanpassingen maken.
KNOOPSGATEN NAAIEN EN KNOPEN AANZETTEN ——————————————————————————————————— 7 Knopen aannaaien Steek Patroon Naai ongeveer 10 steken in laag tempo. Steekbreedte Voet Anders [mm (inch)] Zigzagsteek 3,0 (1/8) Zigzagsteek 5,0 (3/16) Satijnen zigzagsteek 5,0 (3/16) Knoop beves- Stoptigings plaat voet Meet de afstand tussen de knoopsgaten en zet 1 de patroonkeuzeknop op de zigzagsteek van 8 boven- en onderdraad af en knoop de draden Neem het materiaal uit de machine.
5 WERKEN MET HULPSTUKKEN EN TOEPASSINGEN
WERKEN MET HULPSTUKKEN EN TOEPASSINGEN ———————————————————————————————————— Naai beide kanten vanaf de onderkant van de 4 rits naar boven. Het beste resultaat bereikt u Ritsen inzetten met de naald aan de ritskant van de voet. Steek Patroon Rechte steek (middelste naaldstand) Steeklengte [mm (inch)] Voet 2,5 (3/32) Ritsvoet Met de ritsvoet kunt u verschillende soorten ritsen innaaien. U kunt deze voet gemakkelijk links of rechts van de naald plaatsen.
Plooien naaien Steek Gaten stoppen Patroon Steeklengte [mm (inch)] Rechte steek (middelste naaldstand) 2,5 (3/32) Rechte steek (middelste naaldstand) 4,0 (3/16) Rechte steek (linker naaldstand) 2,5 (3/32) 1 Zet de patroonkeuzeknop op rechte steek.
WERKEN MET HULPSTUKKEN EN TOEPASSINGEN ———————————————————————————————————— Herhaal dit totdat het te stoppen gedeelte 6 gevuld is met parallelle rijen steken. Applicaties Steek Patroon Steeklengte Steekbreedte [mm (inch)] [mm (inch)] Zigzagsteek 1,5 (1/16) 3,0 (1/8) Zigzagsteek 2,0 (1/16) 5,0 (3/16) Satijnen zigzagsteek 0,5 (1/32) 5,0 (3/16) U kunt een applicatie maken door een ander stuk stof uit te knippen en als decoratie te gebruiken. 1 Speld het uitgeknipte ontwerp op de stof.
VOORZICHTIG ● Pas op dat de naald geen speld raakt Monogrammen en borduurwerk tijdens het naaien, de naald kan dan breken. Zo kunt u letsel oplopen. Steek Steeklengte Patroon [mm (inch)] Steekbreedte [mm (inch)] Zigzagsteek 1,5 (1/16) 3,0 (1/8) Zigzagsteek 2,0 (1/16) 5,0 (3/16) Satijnen zigzagsteek 0,5 (1/32) 5,0 (3/16) Voet Anders Geen Stopplaat ■ Voorbereiding voor het naaien van monogrammen en borduurwerk Haal de netsnoerstekker uit het stopcontact.
WERKEN MET HULPSTUKKEN EN TOEPASSINGEN ———————————————————————————————————— Trek de onderdraad in de beginstand door de ■ Borduurwerk enkele bevestigingssteken te naaien. 1 borduurring te verplaatsen. 6 stof omhoog door het handwiel te draaien en Stik de omtrek van het ontwerp door de Houd de ring vast met uw duimen en 7 wijsvingers en druk tegen de stof met uw middel- en ringvingers en steun de buitenkant van de ring met uw pinken.
LOS VERKRIJGBARE ONDERDELEN Draai de persvoetschroef los om de 3 persvoethouder te verwijderen.
WERKEN MET HULPSTUKKEN EN TOEPASSINGEN ———————————————————————————————————— Zet de persvoethendel omlaag en draai de 5 persvoetschroef aan. Werken met de quiltvoet Steek 1 Patroon Steeklengte Anders [mm (inch)] Rechte steek (middelste naaldstand) 2,5(3/32) Rechte steek (middelste naaldstand) 4,0(3/16) Stopplaat De quiltvoet is handig voor stoppen en fantasiequilts. 1 Persvoetschroef VOORZICHTIG ● Draai de schroef stevig aan met een schroevendraaier.
VOORZICHTIG ● Let op dat u de naald niet aanraakt; Werken met de patchworkvoet anders kunt u letsel oplopen. ● Draai de schroef stevig aan met een schroevendraaier. Als de schroef loszit, kan de naald de persvoet raken en kunt u letsel oplopen. ● Voordat u begint te naaien, draait u het handwiel naar de voorkant van de machine om te controleren of de naald de persvoet niet raakt.
WERKEN MET HULPSTUKKEN EN TOEPASSINGEN ———————————————————————————————————— ■ Snel een quilt naaien.
6 BIJLAGE
BIJLAGE ——————————————————————————————————————————————————————— ONDERHOUD 4 de schroef vast. Zet de afdekking van het lampje terug en draai Het lampje vervangen VOORZICHTIG ● Zet voordat u het lampje vervangt de hoofdschakelaar uit en trek de netsnoerstekker uit het stopcontact. Als de hoofschakelaar aan staat wanneer u het lampje vervangt, krijgt u mogelijk een elektrische schok. Als u het voetpedaal intrapt terwijl de machine aan staat, kunt u letsel oplopen.
VOORZICHTIG Reinigen ● Let op dat u het handwiel naar de VOORZICHTIG ● Haal voordat u de machine reinigt de stekker uit het stopcontact. Anders kunt u een elektrische schok of letsel oplopen. voorkant van de machine draait (tegen de klok in). Wanneer u het handwiel van u af draait, kunt u de machine beschadigen. Verwijder het spoelhuis. Schakel de machine uit of haal de stekker uit 1 het stopcontact. 2 6 Pak het spoelhuis vast en trek het naar buiten. Zet de naald en de persvoet omhoog.
BIJLAGE ——————————————————————————————————————————————————————— Controleer of de hoek van de rand van het 8 loophuis is geplaatst zoals in stap 5 en plaats het spoelhuis zo dat het uitsteeksel op het spoelhuis op één lijn staat met de veer. 1 2 2 1 1 Uitsteeksel 2 Veer 9 naaldplaat en schuif het deksel terug op zijn Steek de lipjes van het naaldplaatdeksel in de plaats. VOORZICHTIG ● Gebruik nooit een spoelhuis dat gekrast is.
Problemen oplossen Als de machine niet goed meer werkt, controleert u of er sprake is van een van de volgende problemen. Als het probleem zich blijft voordoen, neem dan contact op met uw leverancier of met het dichtstbijzijnde erkende servicecentrum. Symptoom De naaimachine werkt niet. De naald breekt. Mogelijke oorzaak Remedie Pagina De netstekker zit niet in het stopcontact. Steek de netstekker in het stopcontact. pagina 10 De hoofdschakelaar staat uit. Zet de hoofdschakelaar aan.
BIJLAGE ——————————————————————————————————————————————————————— Symptoom De bovendraad breekt. De onderdraad zit verward of breekt. 58 Mogelijke oorzaak Remedie Pagina U hebt de bovendraad niet goed ingeregen. (U hebt bijvoorbeeld de klos niet goed bevestigd, of de draad is losgeraakt uit de geleider boven de naald.) Rijg de bovendraad correct in. De draad zit geknoopt of in de war. Verwijder het geknoopte of verwarde gedeelte. De naald is niet geschikt voor de draad die u gebruikt.
Symptoom De draadspanning is niet goed. Mogelijke oorzaak Remedie U hebt de bovendraad niet goed ingeregen. Rijg de bovendraad correct in. U hebt de onderdraad niet goed bevestigd. Bevestig de onderdraad op de juiste manier. pagina 20, 21 U werkt niet met de juiste combinatie van draad en naald voor de stof die u gebruikt. Kies een draad en naald die geschikt zijn voor de gebruikte stof. pagina 29 U hebt de persvoet niet goed bevestigd. Bevestig de persvoethouder correct.
BIJLAGE ——————————————————————————————————————————————————————— Symptoom U kunt de naaldinrijger niet gebruiken. De steek wordt niet correct genaaid. De stof wordt niet doorgevoerd. Mogelijke oorzaak Remedie Pagina U hebt de naaldhouder niet in de hoogste stand gezet. Draai het handwiel naar u toe (tegen de klok in) om de naaldhouder in de hoogste stand te zetten. pagina 24 U hebt de naald niet goed bevestigd. Bevestig de naald correct.
TREFWOORDERLIJUST A N Aan/uit-schakelaar ........................................................11 Aansluitingen ................................................................10 Achteruitnaaihendel ......................................................17 Applicaties ....................................................................46 Naaien met tweelingnaald ............................................ 27 Naald Controleren ............................................................ 11 Vervangen ...
Nederlands XC5148-0212 Printed in China