Operation Manual

Applicatie-, patchwork- en quiltsteken 109
3
— — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — —
Quilten
Wattering aanbrengen tussen de boven- en onderlaag
stof wordt “quilten” genoemd. Quilts kunt u gemakkelijk
naaien met de boventransportvoet en de quiltgeleider.
a
Rijg de stof vast die u wilt quilten.
b
Verwijder de persvoet en de persvoethouder.
Zie “Persvoethouder verwijderen en
bevestigen” (pagina 46) voor meer informatie.
c
Haak de verbindingsvork van de
boventransportvoet op de naaldklemschroef.
a Verbindingsvork
b Naaldklemschroef
d
Breng de persvoethendel omlaag, plaats de
schroef voor de persvoethendel in de opening
en draai de schroef vast met de
schroevendraaier.
a Persvoethouderschroef
X De boventransportvoet is bevestigd.
VOORZICHTIG
e
Selecteer een steek.
Zie “Steken selecteren” (pagina 51) voor
meer informatie.
f
Plaats aan elke kant van de persvoet een hand
en leid de stof gelijkmatig tijdens het naaien.
Opmerking
z Kies voor een snelheid tussen langzaam en
middelmatig wanneer u werkt met de
boventransportvoet.
z Gebruik een 90/14
huishoudnaaimachinenaald bij het quilten.
Draai de schroef stevig vast met de
schroevendraaier; anders raakt de naald
misschien de persvoet, waardoor de naald
kan verbuigen of breken.
Voordat u begint met naaien draait u het
handwiel langzaam naar u toe (tegen de
klok in)
en controleert u of de naald de
persvoet niet raakt. Als de naald de
persvoet raakt, kan de naald verbuigen of
breken.
a
b
a