Operation Manual

Gaatje stikken 117
3
— — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — —
Gaatje stikken
U kunt gaatjes maken, bijvoorbeeld in een ceintuur. U kunt kiezen uit drie formaten gaatjes: 7 mm, 6 mm
en 5 mm (1/4, 15/64 en 3/16 inch).
a
Bevestig monogramvoet “N”.
Zie “Persvoet verwisselen” (pagina 44) voor
meer informatie.
b
Selecteer steek
62
.
Zie “Steken selecteren” (pagina 51) voor
meer informatie.
c
Stel de steekbreedte of de steeklengte af op het
gewenste formaat van het gaatje.
a 7 mm
b 6 mm
c 5 mm
Zie “Steekbreedte aanpassen” (pagina 58) en
“Steeklengte aanpassen” (pagina 59) voor
meer informatie.
d
Zet de naald omlaag in de stof aan het begin
van het stiksel en breng vervolgens de
persvoethendel omlaag.
e
Begin met naaien.
X Zodra het naaien is voltooid, naait de
machine automatisch verstevigingssteken en
stopt dan.
f
Maak met de gaatjesponser een gat.
Wanneer u de gaatjesponser gebruikt, plaatst
u dik papier of een ander beschermvel onder
de stof voordat u het gat in de stof ponst.
Memo
z Wanneer u dunne draad gebruikt, is het
naaiwerk wellicht te los. Stik in dat geval het
gaatje tweemaal over elkaar voordat u de
stof verwijdert.
Steek Patroon Toepassing
Steekbreedte
[mm (inch)]
Steeklengte
[mm (inch)]
Persvoet
Autom
atisch
Handmatig
Autom
atisch
Handmatig
Gaatje stik-
ken
62
Gaatjes naaien, bijvoorbeeld
in ceinturen
7,0
(1/4)
7,0, 6,0 of
5,0
(1/4, 15/64
of 3/16)
7,0
(1/4)
7,0, 6,0 of
5,0
(1/4, 15/64
of 3/16)
N
1
2
3