Operation Manual

128
NAAISTEKEN — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — —
De diverse ingebouwde decoratieve patronen maken
U kunt de volgende steken naaien: decoratieve steken, satijnsteken, kruisseken, decoratieve satijnsteken,
gecombineerde naaisteken en drie soorten lettersteken. Deze worden alle genaaid met monogramvoet “N”.
Fraaie patronen naaien
Houd rekening met de volgende factoren om de
patronen goed te naaien.
Stof
Bevestig steunstof aan de achterkant van de stof
of een dun vel papier zoals overtrekpapier onder
de stof voordat u stretchstoffen, dunne stoffen of
grof geweven stoffen naait. Aangezien het
materiaal kan gaan plooien of steken over elkaar
kunnen gaan lopen bij het maken van
satijnsteken, moet u steunstof aan de stof
bevestigen.
Naalden en draden
Gebruik een ballpointnaald wanneer u dunne,
middelzware of stretchstoffen naait. Wanneer u
dikke stoffen naait, gebruikt u een 90/14
huishoudnaaimachinenaald. Zorg daarnaast dat u
nr. 50 of nr. 60 draad gebruikt.
Proeflap naaien
Of het uiteindelijke resultaat aan uw
verwachtingen voldoet, hangt af van de soort stof,
de dikte van de stof en of er al dan niet steunstof
is gebruikt. Naai daarom een proeflap voordat u
met het echte werk begint. Leid bovendien tijdens
het naaien de stof met uw handen om te zorgen
dat de stof niet wegglijdt.
Patronen naaien
a
Bevestig monogramvoet “N”.
Zie “Persvoet verwisselen” (pagina 44) voor
meer informatie.
b
Selecteer een steek.
Voor meer informatie, zie a t/m e van
“Steken selecteren” (pagina 77).
c
Begin met naaien.
Er wordt genaaid in de richting van de pijl.
d
Naai verstevigingssteken.
Wanneer u lettersteken naait, worden na elke
letter automatisch verstevigingssteken genaaid.
Wanneer u een patroon naait met een andere
steek dan de lettersteek, is het nuttig om eerst
de instelling automatisch achteruitnaaien/
verstevigingssteken in te stellen. Zie
“Automatisch achteruitnaaien/
verstevigingssteken naaien” (pagina 61) voor
meer informatie.
e
Wanneer u klaar bent met naaien, knipt u met
de schaar de overtollige draden aan het begin
van het naaiwerk en tussen de patronen af.
Memo
z Voor meer informatie over het instellen van
de steekbreedte en steeklengte, zie
“Steekbreedte aanpassen” (pagina 58) en
“Steeklengte aanpassen” (pagina 59).