Operation Manual

134
NAAISTEKEN — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — —
Patroonafbeelding spiegelen
a
Als u één patroonafbeelding hebt geselecteerd,
drukt u op om het patroon horizontaal
te spiegelen.
Patroon controleren
Wanneer het aangegeven patroon niet op het
scherm wordt weergegeven, controleert u het
patroon als volgt.
a
Druk op .
X Er verschijnt een scherm waarin u het
patroon kunt controleren.
b
Druk op en bevestig het patroon.
c
Druk op (achteruittoets).
X Het beginscherm verschijnt opnieuw.
Memo
z U kunt het gecombineerde patroon opslaan
voor later gebruik. Meer informatie vindt u
in “Patronen opslaan”.