Operation Manual

VOORBEREIDINGEN — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — —
34
Naald inrijgen
In onderstaand gedeelte wordt beschreven hoe u de
naald inrijgt.
Memo
z
U kunt de naaldinrijger gebruiken met
naaimachinenaalden 75/11 t/m 100/16.
z Voor draden met een dikte van 130/20 of
dikker kunt u de naaldinrijger niet
gebruiken.
z U kunt de naaldinrijger niet gebruiken met
de platte naald of de tweelingnaald.
z Zie “Naald handmatig inrijgen (zonder de
naaldinrijger te gebruiken)” (pagina 35) als
de naaldinrijger niet kan worden gebruikt.
a
Trek het uiteinde van de draad die door de
draadgeleider op de naaldstang is geleid en
leid de draad vanaf de voorkant door de
draadgeleiderschijf.
a Draadgeleiderschijf
b
Snijd de draad af met de draadafsnijder op de
linkerkant van de machine.
a Draadafsnijder
Opmerking
z Als u de draad erdoor trekt en deze niet
goed kan worden afgesneden, zet u de
persvoet omlaag. Zo blijft de draad op zijn
plaats en kunt u hem beter afsnijden. Als u
deze bewerking hebt uitgevoerd, slaat u stap
c over.
z Wanneer u draad gebruikt die snel afwindt,
zoals metalliek draad, is het misschien
moeilijk om de naald in te rijgen als de
draad is afgesneden.
Gebruik dan niet de draadafsnijder, maar
trek ongeveer 80 mm (ca. 3 inch) draad uit
nadat u de draad door de
draadgeleiderschijven hebt geleid
(aangeduid met “7”).
a 80 mm of meer
c
Zet de persvoet omlaag met de
persvoethendel.
a Persvoethendel
d
Zet de naaldinrijghendel aan de linkerkant van
de machine omlaag totdat deze klikt. Zet de
hendel vervolgens in de oorspronkelijke stand.
a Naaldinrijghendel
X De draad gaat door het oog van de naald.
1
1
1
1
1