Operation Manual

2
Naaien 53
— — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — —
Beginnen met naaien
Zodra u klaar bent om te gaan naaien, kunt u de
machine starten. U kunt de naaisnelheid aanpassen
met de schuifknop voor snelheidsregeling of met het
voetpedaal.
Opmerking
z Wanneer het voetpedaal is aangesloten,
kunt u (start/stop-knop) niet gebruiken
om het naaien te starten of te stoppen.
Werken met de bedieningstoets
U kunt het naaien starten en stoppen met de
bedieningstoets (Start/stop-knop).
a
Selecteer de gewenste naaisnelheid door de
schuifknop voor snelheid naar links of naar
rechts te schuiven.
Wanneer u de knop naar links schuift, wordt de
naaisnelheid lager; wanneer u de knop naar
rechts schuift, wordt de snelheid hoger.
a Schuifknop voor snelheidsregeling
b
Druk eenmaal op (Start/stop-knop).
a Start/stop-knop
X De machine begint te naaien.
Wanneer u (start/stop-knop) ingedrukt
houdt onmiddellijk nadat het naaien begint,
wordt de naaisnelheid lager.
c
Wanneer het eind van het stiksel is bereikt,
drukt u eenmaal op (Start/stop-knop).
X De machine stopt met de naald omlaag (in
de stof).
d
Wanneer u klaar bent met naaien, drukt u op
(Naaldstandtoets).
X De naald gaat omhoog.
e
Knip de draden af.
Zie “Draad afknippen” (pagina 56) voor meer
informatie.
Opmerking
z Deze machine stopt automatisch wanneer
de spoel bijna leeg is. Wanneer de machine
stopt, verwisselt u de spoeldraad.
Vervolgens drukt u op (start/stop-knop)
om opnieuw te beginnen met naaien.
Werken met het voetpedaal
U kunt het naaien starten en stoppen met het
voetpedaal.
a
Zet de machine uit.
Wanneer u het voetpedaal aansluit, moet u de
naaimachine uitzetten, zodat deze niet per
ongeluk kan starten.
1
1